100 durende het jaar 1923 aan openbare lagere scholen zijn werkzaam geweest, werd, ingevolge art. 5 der verordening van 20 Juni 1921, (Gem. Blad no. 35) een bedrag van/2144.86 uitgekeerd; de op de begrooting beschikbaar gestelde som van 850.werd dus met 1294.86 overge- schreden. Voorts vereischte de toekenning, in gevolge Raadsbesluit van 5 November 1923, van eene gratificatie aan twee leeraren aan de afdeeling B der Kweekschool in verband met de opheffing hunner betrekking eene buitenge wone uitgaaf van 100.terwijl ten slotte de kosten voor verlichting, verwarming en schoon houden 11.675 meer bedroegen dan geraamd was. Eene verhooging van den post met 1406.535 is in verband met een en ander noodig. Volgn. 194. Kosten der gemeente hoogere bur gerscholen b. Kosten van instandhouding der schoollokalen en woningen van beambten170.856 Het onderhoud van het sportterrein aan den Hoogen Rijndijk achter de Hoogere Burger school voor Jongens, waarvoor op de begrooting voor 1923 nog geene gelden waren uitgetrokken, vereischte op dit artikel eene niet-voorziene uitgaaf van 687.82. Tengevolge van een over schot op de voor „gewoon onderhoud" beschik baar gestelde som kan met eene aanvulling van 170.855 worden volstaan. d. Kosten van verlichting, verwarming en schoon maak der schoollokalen, zoomede die van water en krachtverbruik378.47 Deze kosten bedragen voor de Hoogere Bur gerschool voor Jongens 5118.785, voor die voor Meisjes 2354.68*. Beschikbaar gesteld was respectievelijk ƒ4829.en 2266.Het artikel moet derhalve met ƒ289.785 ƒ88.685 378.47 worden verhoogd. Volgn. 195. Kosten van het middelbaar Nijver heidsonderwijs 2426.33 Aan bijdragen aan andere gemeenten, ver schuldigd krachtens art. 25, 4e lid der Nijver heidsonderwijswet moest een bedrag van 2426.33 worden uitbetaald. De voor „Memorie" uitge trokken post dient derhalve met gelijk bedrag te worden verhoogd. Volgn. 196. Kosten van het Gymnasium, a. Jaarwedden van den reetor, de leeraren en beambten2805.13 De uitgaven op dit artikel bedragen 72274.13; zij waren geraamd op ƒ69469. De overschrijding wordt veroorzaakt door de vorming van twee nieuwe klassen (parallelklassen), waardoor het aantal lesuren van verschillende leeraren steeg. (Zie echter in verband met deze hoogere uit gaaf de verhooging van volgn. 53 der ontvang sten, „subsidie van het Rijk in de kosten van het Gymnasium" met ƒ2666.67). Volgn. 198. Kosten van het onderwijs aan spraakgebrekkige kinderen24.505 De kosten van dit onderwijs bedragen over 1923 5909.505 en overtreffen derhalve debeschik- baargestelde som van ƒ5885.met ƒ24.506. Volgn. 207. Uitgaven voor volksfeesten, ontvangst van congressen e.d2169.18 De uitgaven bedragen 9819.18; zij waren geraamd op ƒ7650.Het aandeel der gemeente in het garantiefonds tot dekking van de kosten der feestviering ter gelegenheid van het regee- ringsjubileum van IJ. M. de Koningin, in welk garantiefonds door de gemeente, ingevolge Raads besluit van 25 Juni 1923, tot een bedrag van ten hoogste 2000.werd deelgenomen, bedroeg 1020.50. Deze uitgaaf, alsmede de kosten van het aanbrengen van de feestverlichting aan den gevel van het Raadhuis bij gelegenheid van bovengenoemde feestviering, met bijlevering van 500 nieuwe lampjes, levering van stroom, ook voor de verlichting op 3 October, enz., waar voor op de begrooting eveneens geene gelden waren uitgetrokken, hebben de overschrijding van dit artikel veroorzaakt. Volgn. 216. Kosten van het verstrekken van ge neesmiddelenverbandstoffen enz. aan onvermo gende ingezetenen1082.49 De kosten van verstrekking van orthopaedische apparaten, breukbanden enz. aan onvermogende ingezetenen vereischten over 1923 eene uitgaaf van 2934.75 zij waren geraamd op 1800. Tengevolge van een overschot op de voor ge neesmiddelen en verbandstoffen beschikbaar ge stelde som kan evenwel met eene verhooging van het artikel met 1082.49 worden volstaan. Volgn. 217. Kosten van ziekenverpleging in ziekenhuizen18477.55 De kosten van verpleging van on- en minver mogende patiënten in het ziekenhuis der Rijks- Universiteit, geraamd op 57500.bedroegen over 1923 68462.04, die van verpleging in andere ziekeninrichtingen hier ter stede, ge raamd op 12000.19515.51. Het artikel dient dus met 18477.55 (ƒ10962,04 ƒ7515.51) te worden verhoogd. Aan bijdragen van particulieren in de kosten van ziekenhuisverpleging is over 1923 een be drag van 3594.775 ontvangen. (Zie de verhoo- ging van volgn. 74 met dat bedrag). Volgn. 218. Kosten van overbrenging, plaat sing en verpleging van arme krankzinnigen. 10474.47 De kosten van krankzinnigenverpleging be dragen over 1923 234954.47 en overtreffen derhalve de beschikbaar gestelde som van f 224480.— met 10474.47. (Zie in verband met deze hoogere uitgaaf de verhooging van volgn. 57 der ontvangsten „Sub- sidiën van het Rijk en de Provincie in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen" met 3068.025 en van volgn. 58 „Bijdragen van par ticulieren in de kosten van verpleging van arme krankzinnigen" met 836.495. Volgn. 230. Kosten van ontsmetting van de veemarkt, „en verdere kosten van veeartsenijkundig onderzoek van veev500.35 Het ontsmetten van de veemarkt na markt dagen vereischte over 1923 eene uitgaaf van 2492.35, zoodat aanvulling van de hiervoor uitgetrokken som van 2400.met 92.35 noodig is. Bovendien bleek het, ter voldoening aan het bepaalde in de „Veewet", in verband met het voorkomen van gevallen van mond- en klauwzeer onder den veestapel, noodig het toezicht op het aan de markt aangevoerd vee, dat in gewone omstandigheden door den Keuringsveearts van het Openbaar Slachthuis wordt uitgeoefend, te verscherpen en werd Dr. J. Roos, dierenarts alhier uitgenoodigd hierbij assistentie te verleenen, hetgeen eene buitengewone uitgaaf van ƒ408. (51 marktdagen) tengevolge heeft gehad. Het artikel moet derhalve met 92.35 408.500.35 worden verhoogd, terwijl de post „Kosten van ontsmetting van de veemarkt" moet worden aangevuld met de woorden „en verdere kosten van veeartsenijkundig onderzoek van vee". Volgn. 233. Kosten der werkloosheidsverzekering 6000. Als aandeel van de gemeente in de subsidie, die, ingevolge het Werkloosheidsbesluit 1917, aan gesubsidiëerde vereenigingen is uitgekeerd zal over 1923 een bedrag van 42000.aan het Rijk moeten worden betaald. Het voor dit doel op de begrooting uitgetrokken bedrag van ƒ36000.dient derhalve met 6000.te worden aangevuld. Volgn. 233c. Kosten der commissie voor de werk verschaffing (nieuw artikel)260.55 De kosten van bovengenoemde Commissie, tot instelling waarvan in de Raadsvergadering van 12 December 1921 werd besloten, hebben over 1923 260.55 bedragen. Aangezien hiervoor op de begrooting geen gelden waren beschikbaar gesteld, moet boven staand artikel met de daarachter vermelde som van 260.55 aan de begrooting worden toegevoegd. Volgn. 233d. Kosten van inrichting enz. van een ontspanningslokaal voor werkloozenin het gebouw 's Gravenstein (nieuw artikel)1041.69 De kosten van inrichting van het ontspannings lokaal voor werkloozen, waarvoor in de Raads vergadering van 15 October 1923 (Ingek. Stuk ken No. 312) een crediet van 750.werd toe gestaan, hebben bedragen 772.71B. Voorts bedroegen de kosten van toezicht, schoon houden, van verwarming en verlichting over de maanden November en December 1923 ƒ268.975. In verband hiermede is toevoeging aan de begrooting van bovenstaanden post met het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 4