MAANDAG 28 APRIL 1924.
is gehouden met de onaangenaamheden, welke voor de
omwonenden van de plaats, waar men die veilingloods wil
neerzetten, kunnen ontstaan. Spreker is gisteren ter plaatse
eens poolshoogte gaan nemen en toen is hem gebleken, dat
hetgeen adressanten in hun request mededeelen wel juist
kan wezen. Vermeden moet worden, dat de gemeente eener-
zijds iets goeds doet, maar anderzijds daardoor toestanden
schept, welke dat goede weer opheffen.
Spreker zou de behandeling van dit voorstel tot de volgende
vergadering aangehouden willen zien, opdat Burgemeester en
Wethouders in de gelegenheid zouden zijn een onderzoek in
te stellen naar de al dan niet juistheid van de grieven, welke
adressanten naar voren brengen. Blijken die grieven onge
motiveerd, dan kan de Raad dit voorstel aannemen, omdat
er in de behoorlijke ontwikkeling van de groentenveiling een
groot belang voor Leiden is gelegen. Men moet evenwel
voorzichtig zijn en niet onnoodig een bepaalde groep van
personen, die trachten hun brood te verdienen, bemoeilijken.
Verder dringt spreker er op aan dergelijke voorstellen, bij
welker aanneming niet bijzondere haast is, voortaan zoo
tijdig ter kennis van belanghebbenden te brengen, dat de
Raadsleden eventueele grieven van die menschen behoorlijk
kunnen onderzoeken. Thans gebeurt het meermalen, dat de
Raadsleden op het laatste oogenblik attent worden gemaakt
op een ongemak voor derden en dan verplicht zijn een onderzoek
te gaan instellen op Zondag.
De heer Huurman erkent, dat het moeilijk is het iedereen
naar den zin te maken en nog moeilijker voor Burgemeester
en Wethouders om een terrein te vinden waar een veiling-
loods niemand hindert. Toch acht hij het terrein, door Bur
gemeester en Wethouders gekozen, uiterst ongeschikt. Spreker
heeft dit terrein in oogenschouw genomen en tevens aandacht
geschonken aan de klachten, welke zooeven uit het inge
komen adres zijn voorgelezen.
Bij dit onderzoek bleek, dat dit gebouw met het oog op de
ligging voor rotogravure is ingericht.
De toetreding van noorderlicht is voor deze inrichting
onmisbaar en wordt door het bouwen van een loods onder
schept. Het gebouw zou daardoor voor genoemd doel onbruik
baar worden.
Bovendien is de breedte van de straat 7,55 M. en aan het
eind van het Galgewater de Weddesteeg, met een breedte van
4.70 M., die alleen de mogelijkheid biedt om, als het Noordeinde
opgebroken is, met voertuigen het Galgewater te bereiken.
Gaat men nu aan het einde van het Galgewater een loods
bouwen, dan zal het voor voertuigen onmogelijk zijn den
Haagweg te bereiken.
Spreker heeft eens nagegaan, of er niet een ander terrein
te vinden is waar een loods minder hinder zou op
leveren, en daarbij is zijn oog gevallen op het terrein van
het Invalidenhuis, dat thans verhuurd wordt voor opstapelen
van vaten. Dat terrein ligt aan het water en bevindt zich in
het hart der stad.
Spreker heeft er geen voorstel van willen maken, omdat
hij het denkbeeld niet zoo rauwelings in de vergadering wilde
werpen en ook omdat hij niet weet, of ook hier niet voet
angels en klemmen liggen. Spreker stelt daarom voor, dit
punt van de agenda af te voeren, opdat Burgemeester en
Wethouders alsnog in de gelegenheid zijn naar een geschikter
terrein voor het oprichten eener veilingsloods om te zien,
bijvoorbeeld het terrein, dat spreker genoemd heeft.
Overigens sluit spreker zich aan bij de klacht van den
heer Dubbeldeman omtrent het laat verschijnen van dit Inge
komen Stuk, waardoor aan de Raadsleden en aan de be
trokken ingezetenen de gelegenheid ontbroken heeft zich
tijdig op de hoogte te stellen en bezwaren in te dienen.
De Voorzitter beaamt hetgeen de heeren Dubbeldeman en
Huurman gezegd hebben aangaande het laat verschijnen van
dit Ingekomen Stuk. Aan dat laat verschijnen hebben Burge
meester en Wethouders evenwel geen schuld. Aangezien
Burgemeester en Wethouders overigens de juistheid van de
geuite klacht erkennen, heeft de Voorzitter de omtrent dit
punt ingekomen adressen, hoewel zij volgens het Regiement
van Orde eigenlijk te laat waren ingekomen, toch in deze
vergadering reeds in behandeling gebracht.
De Voorzitter doet voorts mededeeling van een door den
heer Huurman ingediend voorstel luidende:
»De ondergeteekende B. J. Huurman heeft de eer den Raad
voor te stellen punt 9 der agenda No. '110 der ingekomen
stukken van de agenda af te voeren, ten einde Burgemeester
en Wethouders in de gelegenheid te stellen naar een ander
terrein om te zien voor het beschikbaar stellen van een
veilingloods."
Het voorstel van den heer Huurman wordt voldoende onder
steund en maakt mitsdien een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Sijtsma zegt, dat het voorstel van Burgemeester
en Wethouders hem niet sympathiek is. Aan het verzoek om
stichting van een tweede veilingloods ligt eigenlijk ten grondslag
een ruzie tusschen de verschillende groententelers en aan die
ruzie geeft men voet door een tweede veilingloods op te
richten.
Er wordt gezegd, dat de Apothekersdijk een ongeschikte
plaats voor een groentenveiling is, maar aan de Boommarkt
heeft men er nog veel meer last van; daar is de toestand
eigenlijk heelemaal onhoudbaar. Het is daar een zeer onge
schikte plaats voor een veiling en men zou het beste doen
met de veiling geheel van de Boommarkt te verwijderen en
ergens anders heen over te brengen.
Men heeft daar twee scholen en het post- en telegraaf
kantoor; er heerscht een groote drukte door het verkeer met
paarden en wagens en door het gejank van honden. Werd
het denkbeeld van den heer Huurman ten uitvoer gelegd,
dan zou niet alleen de veiling van Leiden's Belang", maai
de geheele veiling moeten worden verlegd. Daarom is het
beter de zaak nog eens ernstig onder het oog te zien.
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders het
voorstel van den heer Huurman overnemen en voorstellen
dit punt van de agenda af te voeren. Zij zullen de bezwaren
onderzoeken en, als die gegrond blijken, naar een andere
plaats omzien 'en met een nader voorstel komen. Spreker
heeft bereids geïnformeerd en vernomen, dat de Rotogravure-
Maatschappij vermoedelijk geen bezwaren zal ondervinden,
indien de loods daar komt, zoodat het niet raadzaam is, overijld
aan de bezwaren van die Maatschappij tegemoet te komen.
Komen Burgemeester en Wethouders na onderzoek van de
klachten niet tot een ander voorstel, dan zullen zij in ieder geval
een toelichting geven betreffende de ingebrachte bezwaren.
Het voormalig Invalidenhuis, dat door den heer Huurman
is genoemd, lijkt spreker in elk geval ongeschikt. De Oude
Rijn is veel te nauw; men kan daar onmogelijk veilingen
houden; die gracht zou direct geheel zijn verstopt. De eenige
andere geschikte plaats zou misschien zijn de overkant van
het Galgewater.
Dat de tuinders oneenigheid met elkaar hebben, doet niets
ter zake; het gaat thans alleen over de vraag, of door het
plaatsen van een veilingloods op een bepaalde plaats aaneen
deel der ingezetenen hinder wordt aangedaan.
Punt IX wordt hierop van de agenda afgevoerd.
X. Voorstel tot het geven van namen aan eenige straten.
(Zie Ing. St. No. 207.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XI. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 30 October 1913 (Gemeenteblad No. 34), houdende voor
waarden van opneming en verpleging van lijders in het
Sanatorium voor zenuwlijders sRhijngeest" te Oegstgeest.
(Zie Ing. St. No. 108.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening
wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming vastgesteld.
XII. Praeadviesop het verzoek van het Bestuur der 3 October-
vereeniging, om aan die vereeniging eene garantie in de
kosten der feestviering op 3 October a.s., te verleenen.
(Zie Ing. St. No. 111.)
De beraadslaging wordt geopend.
Mevrouw Dietrichde Rooy zegt met verwondering kennis
te hebben genomen van dit praeadvies. Zij begrijpt niet, dat van
de gemeente een garantie van 3000.wordt gevraagd om
feest te vieren, te meer omdat het hoofdzakelijk is voor het
middagfeest, waarvan slechts een klein deel der burgerij
gebruik kan maken. Is het mooi weer, dan komt men met
het geld goed uit, maar loopt het weer teg^n, dan zal de
gemeente die f 3000.moeten betalen. Spreker ziet niet in,
dat de gemeente die verplichting op zich moet nemen.
De heer van Ecic zegt, dat zijn fractie zich met dit voorstel
niet kan vereenigen. Zijn partijgenooten en hij zijn niet tegen
feestelijkheden en ook niet tegen de herdenking van histo
rische gebeurtenissen, maar wel tegen deze feestviering,
omdat die in het algemeen een nationalistisch karakter draagt.
Zeer zeker zal dat ditmaal het geval zijn, nu de Koningin en
Prins Hendrik aan de feesten zullen deelnemen.
Het orangistisch karakter van het feest zal nu meer op den
voorgrond treden en om die reden kan sprekers tractie aan
dit voorstel haar steun niet geven.