MAANDAG 21 JANUARI 1924. 7 om de aandacht te vestigen op enkele misstanden bij de tram. Spreker heeft van den Wethouder een stuk ontvangen, dat uitzicht gaf op wachthuisjes bij Promenade en bij Tuinlust. Er was ook een klacht over de verstopping van het rangeer terrein bij het station. Dat terrein staat meermalen vol met wagens en als men dan wil omloopen, ziet men de tram voor zijn neus wegrijden. Nu de Tramwegmaatschappij een gunst vraagt, is het psychologisch moment daar om haar nog eens aan dien ongewenschten toestand te herinneren. Als die bijwagens achter de groote tram aanhuppelen door de stad, hoopt spreker, dat de maatschappij eens gedachtig zal zijn aan haar plicht om dien toestand op genoemd rangeerterrein te verbeteren. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders gaarne nog eens een dergelijk verzoek tot de maatschappij willen richten, maar dat hier geen sprake is van het bewijzen van een gunst aan de tram. Het zal de maat schappij betrekkelijk weinig kunnen schelen of dit verzoek wordt ingewilligd; zij vraagt het alleen om het publiek te gerieven. Wordt het verzoek niet toegestaan, dan zal de tram met één bijwagen moeten blijven rijden. Onlangs hebben Burgemeester en Wethouders met een verzoek, tot de maatschappij gericht, succes gehad. Vroeger reden er dikwijls om het kwartier twee trams achter elkander, maar na de instelling van een afzonderlijken stadsdienst is de toestand verbeterd. De heer Sijtsma zegt blij te zijn de aandacht op de zaak te hebben gevestigd en spreekt de hoop uit, dat Burgemeester en Wethouders een schrijven tot de maatschappij zullen richten, in den geest zooals door den Voorzitter is toegezegd. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXVIT. Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden der vereeniging voor Christelijke Gezondheids- en Vacantie- koloniën in Nederland, om toekenning van een subidie over 1923 en 1924 in de kosten van uitzending van kinderen naar een Gezondheidskolonie. (Zie Ing. St. No. 28.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Eerdmans vraagt, of onder de ingekomen stukken niet een adres was van dezelfde vereeniging. De Voorzitter antwoordt, dat dit een adres was van de neutrale vereeniging, aan welke ieder jaar bij de begrooting een subsidie van f 450.wordt toegekend, maar die ditmaal met haar verzoek te laat is gekomen. De heer Huurman vraagt, of het niet mogelijk is, nu de aanvrage van de neutrale vereening om 450.subsidie nog moet worden behandeld, dit bedrag onder beide vereenigingen te verdeelen. De neutrale vereeniging kreeg het vorige jaar f 450.thans vraagt deze Christelijke vereening subsidie en straks komt er wellicht weer een vereeniging van een andere gezindte met hetzelfde doel. Op die manier loopt men gevaar telken jare op de begrooting een grooter bedrag voor dezen arbeid te moeten uittrekken. Spreker geeft in overweging op dit verzoek afwijzend te beschikken en genoemd bedrag van f 450.over de verschillende vereenigingen te verdeelen. De heer Knuttel kan tot zekere hoogte medegaan met de redeneering van den heer Huurman, maar komt tot de om gekeerde conclusie. Aangezien er hier is een vereeniging voor vacantiekolonies, die kinderen helpt zonder uitsluiting van eenige gezindte, is er geen enkele reden om daarnaast aan een andere vereeni ging, die uitsluitend voor een bepaalde richting werkt, een subsidie te gaan verleenen ten koste van de bestaande ver eeniging, die kinderen van alle gezindten helpt. In deze omstandigheden moet spreker zich verklaren zoo wel tegen hetgeen de heer Huurman wil als tegen het ver zoek van deze nieuwe vereeniging. De heer van der Wall kan zich niet vereenigen met de redenering van den heer Huurman en meent, dat aan deze vereeniging het gevraagde subsidie moet toegestaan worden. Komen later andere vereenigingen, die hetzelfde doel beoogen, ook om subsidie vragen, dan zal er geen bezwaar kunnen zijn om daaraan te voldoen. De heer Huurman. Strooien maar! De heer Spendel zegt zich te stellen op een ander, veel hooger standpunt, nl. dat de particuliere liefdadigheid in deze de voornaamste plaats moet innemen. Spreker zou wat betreft deze zaak denzelfden regel gevolgd willen zien als wat betreft de subsidieering van de verschil lende drankbestrijdersvereenigingende Raad stelle vast zeker bedrag, dat voor dit doel door de particuliere liefdadigheid bijeengebracht zal moeten worden ter berekening van het gemeentelijk subsidie. Als maar aan alle vereenigingen, die erom vragen, subsidie verleend zou moeten worden, waar zou het dan heen gaan? Spreker zou willen, dat Burgemeester en Wethouders een regeling ontwierpen in dier voege, dat elke vereeniging als subsidie van de gemeente zou krijgen b.v. 25 van het bedrag, dat voor dat doel de particuliere liefdadigheid bijeen brengt, zoodat de Raad niet maar lukraak elke vereeniging, die zich daartoe aanmeldt, subsidie zou moeten gaan ver leenen. De heer Wilmer wil opmerken, dat aan den wensch van den heer Spendel geheel wordt voldaan door het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Een derde deel van hetgeen de vereeniging aan particuliere giften inzamelt krijgt zij uit de gemeentekas aan subsidie bijgepast. Voor elke 50 cent, welke zij van de gemeente ontvangt, moet zij eerst 1.50 hebben uit particuliere giften. Dit is een buitengewoon goede vorm van subsidieering, omdat daarin een prikkel ligt voor de vereeniging om te zorgen, dat zij zooveel mogelijk gelden op andere wijze, buiten overheidssteun om, bijeenkrijgt. Deze wijze van subsidieeren is zeer goed zoowel voor de gemeentekas als voor de vereeniging zelve. De heer Meijnen zegt, dat nu de neutrale vereeniging sinds eenige jaren een subsidie ontvangt tot een maximum van 450.er voor Burgemeester en Wethouders geen reden is een niet-neutrale vereeniging op andere wijze te behandelen, maar, waar deze christelijke vereeniging zooveel jonger en kleiner is, zoodat zij minder patiënten uitzendt, heeft het college, in overeenstemming met het gevoelen van de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst, een maximaal bedrag van 150.voldoende geacht. Het ligt niet op den weg van den Raad om, wat het toekennen van subsidie betreft, verschil te maken tusschen een neutrale en een confessioneele vereeniging. Vragen meer dere vereenigingen geldelijken steun, dan is te overwegen wat de Raad zal hebben te doen. De regel, welken de heer Spendel zich als een idealen voorstelt, namelijk dat de gemeente 25 subsidie zal geven, is reeds in het voorstel belichaamd, want de verpleging van een kind kost 2.per dag en de gemeente geeft f 0,50 per dag en per kind aan subsidie. De heer Huurman handhaaft zijn bezwaar om het bedrag van 450.dat de neutrale vereeniging krijgt, met het hier voorgestelde bedrag te verhoogen. Hij wil van de eenmaal toegestane f 450.al de vereenigingen laten profiteeren. De Voorzitter doet opmerken, dat, als het noodig is met 25 te steunen, het voor de gemeentekas vrij onverschillig is wat men als maximum stelt, want dan zal de grootte van het subsidie worden bepaald door het aantal kinderen, dat wordt uitgezonden. Stelt men echter een algemeen maximum voor het subsidie, bijvoorbeeld van 450.dan zal het percentage, waarmede men steunt, ten slotte wellicht 20 of minder in plaats van 25 worden. De beraadslaging wordt gesloten. Het praeadvies van Burgemeester en Wethouders wordt met 28 tegen 4 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Witmans, Kooistra, Heemskerk, Coster, van den Heuvel, Eerdmans, Sijtsma, Eikerbout, mevrouw de Stoppelaar-Zeeman, de heeren Mulder, Meijnen, Reimeringer, Sanders, van Hamel, van Stralen, mevrouw van Itallievan Embden, de heeren van der Wall, van Rosmalen, Splinter, Wilbrink, Bergers, Wilmer, Pera, Baart, Groeneveld, van Eek, Verwey en mevrouw Dietrichde Rooy. Tegen stemmen: de heeren Spendel, Oostdam, Huurman en Knuttel. XXVIII. Praeadvies op het verzoek van den Centralen Ouderraad om te besluiten tot wederinvoering van den School bioscoop. (Zie Ing. St. No. 340 van 1923.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Verwey, hoewel erkennende, dat het moeilijk is om omtrent deze aangelegenheid nieuwe gezichtspunten te openen na hetgeen twee jaren geleden in deze zelfde zaal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 7