35
Zij bood echter aan, tot zekerheid voor het nakomen barer
verplichtingen, ten behoeve van de gemeente eene tweede
hypotheek op de haar toebehoorende bouwterreinen en lan
derijen achter den Bijnsburgerweg en aan de Ajaxlaan te
zullen vestigen.
Met de meerderheid van de Commissie van Fabricage komt
het ons College voor, dat er in de gegeven omstandigheden
wel aanleiding is de door de maatschappij gevraagde tegemoet
koming, bestaande in het geven van uitstel van betaling,
te verleenen. In de eerste plaats toch verdient naar onze
meening elke poging tot het weder ter hand nemen van
den woningbouw door particulieren zonder hulp van Bijks-
of gemeentewege, ondersteuning en vervolgens is het risico,
dat de gemeente in het onderhavige geval zou kunnen loopen,
tot een minimum terug gebracht, nu de eigendommen van
de naamlooze vennootschap, waarop de tweede hypotheek
zal worden gevestigd, ook wanneer met het bedrag van de
daarop rustende eerste hypothecaire schuld rekening wordt
gehouden, nog eene belangrijke overwaarde bezitten. De in
de Leeskamer te Uwer inzage liggende stukken mogen een
en ander verduidelijken.
Onzerzijds is evenwel, behoudens de goedkeuring van Uwe
Vergadering, de eisch gesteld, dat de hypotheek moet zijn
afgelost binnen zes maanden na de voltooiing van den
straataanleg en dat van bovenvermeld bedrag ad f 35000.
een rente berekend naar 6% 'sjaars zal worden betaald,
te rekenen van den dag, waarop dit bedrag onder normale
omstandigheden had moeten worden gestort, in casu den
dag, waarop de grondoverdracht plaats vindt, tot en met
den dag der aflossing. Voorts dienen natuurlijk de gebrui
kelijke hypothecaire voorwaarden te worden gesteld, terwijl
door de maatschappij bovendien tevoren een bedrag van
1200.ter nadere verrekening in de gemeentekas moet
worden gestort, opdat daaruit kunnen worden voldaan de
kosten van het doen van opmetingen en het maken van
bestekken en teekeningen; het ligt toch in de bedoeling
om, zooals in dergelijke gevallen veelal geschiedt, den straat-
aanleg bij aanbesteding te doen plaats hebben.
Worden de hier weergegeven voorwaarden gesteld, dan is
er, naar het ons voorkomt, geen bezwaar, om in dit bijzon
der geval met eenig uitstel van betaling genoegen te
nemen.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging:
a. te besluiten den grond, gelegen ten Noord-Oosten van
den Bijnsburgerwegalhier, kadastraal bekend als de
perceelen Leiden, Sectie P Sis. 732 (ged). en 645, ter
grootte van ongeveer 3300 M2, op de hierbij gevoegde tee-
kening in gele kleur aangegeven, zonder eenige kosten voor
de gemeente in eigendom en onderhoud bij de gemeente
over te nemen, onder voorwaarde, dat ten behoeve van de
kosten van het doen van opmetingen en het maken van
bestekken en teekeningen, door of vanwege de eigenaresse
van den voor straat bestemden grond vooraf een bedrag
van 1200.ter nadere verrekening in de gemeentekas
wordt gestort; dat, ter bestrijding van de volledige kosten
van den straataanleg en de verder daarmede verband hou
dende werken, binnen den sub b vermelden termijn door of
vanwege voornoemde eigenaresse een bedrag van ƒ35000.
ter nadere verrekening in de gemeentekas gestort wordt, en
dat de vastgestelde of nader vast te stellen rooilijnen in
acht worden genomen;
b. goed te keuren, dat aan de S.V. „Leidsche Exploitatie-
Maatschappij van Onroerende Goederen", alhier, uitstel
wordt verleend van de betaling van de sub a genoemde,
op ƒ35000.geraamde, kosten, verbonden aan den hier
boven omschreven straataanleg en daarmede verband hou
dende werken, mits de naamlooze vennootschap, tot meerdere
zekerheid voor het nakomen van hare verplichting tot
storting van meergemeld bedrag van 35000.ten behoeve
van de gemeente Leiden hypotheek vestigt tot een bedrag
van ƒ35000.op de haar toebehoorende terreinen, gelegen
tusschen den Bijnsburgerweg en den Warmonderweg te
Leiden, kad. bekend Sectie P No. 732, ter grootte van
ongeveer 2 V2 EL A., zoomede op hare perceelen teelland,
met daarop staand woonhuis, schuur en stal, staande en
gelegen aan de Ajaxlaan te Leiden, kad. bekend Sectie P nis
168 en 169, ter grootte van 1.3561 H. A., op de overgelegde
teekeningen door een bruinen rand aangeduid, zullende bij
de akte, waarbij deze hypotheek wordt verleend, worden
bepaald, dat de hypotheek zal moeten zijn afgelost binnen
zes maanden na de voltooiing van den bovenvermelden
straataanleg en dat van meergenoemd bedrag van 35000.
een rente zal worden betaald, berekend naar zes ten honderd
'sjaars, welke rente verschuldigd zal zijn van den dag,
waarop de akte van overdracht van den sub a vermelden
grond wordt gepasseerd tot en met den dag, waarop de
hypothecaire schuld zal zijn afgelost, een en ander onver
minderd de overige, bij het verleenen van hypotheek gebrui
kelijke, voorwaarden en bepalingen;
c. door vaststelling van den hierbij overgelegden begroo-
tingsstaat, model D, een bedrag van 35000.terug te
ontvangen van de N.V. „Leidsche Exploitatie-Maatschappij
van Onroerende Goederen", alhier, te onzer beschikking te
stellen ten behoeve van den aanleg van straten tusschen
den Bijnsburgerweg en den Warmonderweg.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 51. Leiden, 4 Februari 1924.
De Federatie van te Leiden en Omstreken gevestigde
woningbouwvereenigingen verzoekt bij het hieronder afge
drukte adres stappen te doen tot de instelling van een
woningbeurs.
Wij brengen Uwe Vergadering in herinnering, dat in hare
zitting van 21 November 1921, overeenkomstig ons voorstel
(Ingek. Stukken No. 370 van 1921) met overgroote meer
derheid van stemmen werd besloten aan H. M. de Koningin
te verzoeken de gemeente vrij te stellen van de bij art. 11
der woningwet opgelegde verplichting tot het oprichten van
een zoodanig instituut en dat die ontheffing werd verleend
ingevolge Koninklijk besluit van 12 April 1922, no. 22.
Nu zijn de omstandigheden, die er indertijd toe geleid
hebben voorloopig niet tot de instelling van een woning-
beurs over te gaan, nog steeds in dezelfde, zoo niet in
grootere mate aanwezig. Zeer terecht wordt door de Fede
ratie waarbij slechts enkele vereenigingen zijn aangeslo
ten in haar adres opgemerkt, dat te dezer zake geen
nieuwe gezichtspunten kunnen worden geopend. Inderdaad
zijn, gelijk wij zeiden, alle argumenten, die voor het ver
krijgen der bedoelde vrijstelling golden, nog onverminderd
van kracht.
Hoewel door een gestadigen aanbouw gelukkig kan wor
den geconstateerd, dat de woningnood afneemt, is toch de
toestand nog altijd zóó, dat van een aanbod van woningen,
dat de vraag overtreft, geen sprake is. En dit zal onge
twijfeld enkele jaren zoo blijven, zoodat, mede in aanmer
king nemende, dat te dezer stede reeds een drietal verhuur
kantoren werkzaam zijn, een woningbeurs in dit opzicht
voorloopig geen taak zou vinden.
Alleen voor het aanleggen van een statistiek inzake de
woningbehoefte daargelaten dat dit niet het eigenlijke
doel van een woningbeurs mag o. i. niet een dergelijke
kostbare instelling in het Ipven worden geroepen. Afgezien
van de betrekkelijke waarde van elke statistiek, bestaat
daartoe in casu te minder aanleiding, waar door ons, in
samenwerking met de Huurcommissie, sinds geruimen tijd
gegevens omtrent de woningbehoefte worden verzameld, die
een vrij nauwkeurig overzicht van den toestand geven. Eenige
maatstaf, al moet deze met groote omzichtigheid worden
gebruikt, is voorts ook wel het aantal leden der bouwver-
eenigingen, dat nog geen woning kon bekomen. Ten slotte is
de bevolking onzer stad vrij stationair; groote schomme
lingen, die juist een woningbeurs zeer gewenscht kunnen
maken, komen niet voor. Ook uit dit oogpunt is er derhalve
geenerlei aanleiding, thans een ander standpunt in te nemen.
En wat het argument der kosten aangaat, dit heeft, nu
de tijden op finantieel gebied zoo benard zijn geworden,
nog aan kracht gewonnen. Trouwens in de toelichting van
het adres zelf wordt toegegeven, dat de oprichtingskosten
tamelijk hoog zullen zijn. En hierbij is zeer waarschijnlijk
nog niet eens rekening gehouden met de speciaal voor onze
gemeente geldende omstandigheid, dat ten behoeve van de
beurs, bij gebreke van voor het beoogde doel geschikte
lokaliteit, een apart gebouw zou moeten worden bestemd.
De jaarlijksche kosten van instandhouding moeten op niet
minder dan f 6000.worden geraamd. Wegens de onmo
gelijkheid o. a. om de beurs bij een der gemeentelijke
diensten onder te brengen zonder daarmede gepaard gaande
personeelsuitbreiding, kunnen de exploitatiekosten zeker
niet op een lager bedrag worden uitgetrokken. Wij kunnen
in dit verband de opmerking niet achterwege laten, dat
het eenigszins zonderling aandoet in de toelichting op het
adres te lezen, dat de federatie in andere plaatsen een
onderzoek naar de kosten instelde en dan aan het slot,
zonder dat ook maar eenig cijfer wordt vermeld, de con
clusie te vinden, dat zij het financieele bezwaar thans met
kracht van argumenten meent te hebben weggeruimd. Ver
moedelijk werd adressante tot deze conclusie verleid door
de mededeeling van een directeur eener arbeidsbeurs, dat
het Bijk in de kosten bijdraagt, wellicht zelfs tot 40 °/o der
uitgaven, doch nu is het wel merkwaardig, dat, blijkens
verkregen inlichtingen geene van de in de toelichting ver
melde 10 gemeenten eene tegemoetkoming ontvangt.
Doch hoe dit ook zij, wij achten het onverantwoord in