33
Ho. 46. Leiden, 1 Februari 1924.
Bij de Memorie van Antwoord op het Algemeen Verslag
van het verhandelde in de Secties van uwen Baad bij het
onderzoek van de ontwerp-begrooting voor 1924 hebben
wij de wenschelijkheid uitgesproken van de aansluiting van
alle gemeentelijke scholen op het plaatselijk telephoonnet.
Hu de hoofden van scholen niet meer ambulant zijn en
zij derhalve, in geval van ziekte of andere verhindering
van onderwijzend personeel, niet meer voor een afwezige
leerkracht kunnen invallen, wordt in die gevallen een kwee-
keling belast met het onderwijs in de klasse van de afwezige
leerkracht. Is aan de betrokken school geen kweekeling
verbonden of is de aan de school verbonden kweekeling
tijdelijk niet beschikbaar, en die gevallen komen bijna
dagelijks voor, dan wendt het hoofd zich tot de afdeeling
Onderwijs, welke onmiddellijk een andere kweekeling naar
die school verwijst. Het spreekt wel vanzelf, dat daarbij
spoed gewenscht is; wordt niet zeer spoedig hulp verleend,
dan komt er stagnatie in den goeden gang van het onder
wijs. Verdient vooral om die reden aansluiting van alle
scholen op het telephoonnet aanbeveling, dringend gewenscht
is dat voor de het verst van het Baadhuis gelegen scholen.
Bovendien is gebleken, dat een andere behandeling van
deze zaken op de afdeeling Onderwijs tot groote moeilijk
heden leidt. Thans zijn nog niet telephonisch aangesloten
de scholen in de Medusastraat, de Duivenbodestraat, de
Paul Krugerstraat, de van der Werffstraat, de Vrouwen
kerksteeg en de Haverstraat.
Met het oog op de vrij aanzienlijke kosten verbonden
aan de aansluiting van alle scholen, meenen wij voor het
oogenblik slechts gelden te mogen aanvragen voor aansluiting
op het plaatselijk telephoonnet van drie scholen en wel die
in de Medusastraat, de Duivenbodestraat en de Paul Kruger
straat, met welke aansluiting het eerste jaar een bedrag van
360.en de volgende jaren telkens een bedrag van 210.
gemoeid zal zijn.
Mitsdien geven wij U in overweging te dien einde, door
vaststelling van den hierbij overgelegden staat van af- en
overschrijving, model O, een bedrag van ƒ360.te onzer
beschikking te stellen.
Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven", waarvan het
bedrag ad 360.moet worden afgeschreven, is nog 91810.
beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
H°. 47. Leiden, 4 Februari 1924.
Ultimo April a.s. eindigt de huur van de in het hieronder
volgende staatje genoemde woningen. Aangezien eenige
verhooging van den huurprijs, met het oog op de huurwaarde
die aan dergelijke perceelen moet worden toegekend, ons
met de Commissie van Fabricage niet onbillijk leek, gaven
wij den bewoners te kennen tegen een verlenging van de
huur geen bezwaar te hebben, mits de huurprijs werd ge
bracht op de bedragen, in het staatje aangegeven.
Belanghebbenden vereenigden zich met deze huur-
verhooging, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging
geven de in den hieronder volgenden staat vermelde wonin
gen voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1924, wederom
te verhuren aan de personen en tegen de verhoogde huur
prijzen achter elke woning vermeld, zulks onder bepaling,
dat de huur geacht wordt daarna telkens voor den tijd
van één jaar te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden
te voren door een der partijen schriftelijk is opgezegd en
verder onder de bestaande voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
H°. 48. Leiden, 4 Februari 1924.
In Uwe Vergadering van 6 November 1922 (Ingek. Stuk
ken no. 336) werd op een verzoek van J. Verboon, om de
pachtsom ad 2750.der aan hem ingevolge Uw besluit
van 31 October 1921 (Ingek. Stukken no. 354) verhuurde
perceelen weiland in den Bosch- en Gasthuizerpolder te ver
minderen tot 1650.a 1700.per jaar, afwijzend
beschikt. Deze beslissing was gegrond op de overweging,
dat aan een eenmaal overeengekomen pacht- of aannemings
som moet worden vastgehouden. Een tegenovergesteld stand
punt zou trouwens moeten inhouden de erkenning van het
recht der gemeente, om een pachtsom te verhoogen of wel
een aannemingssom te verminderen, indien handhaving van
de overeengekomen pacht- of aannemingssom tot groote
winsten van haren mede-contractant zou leiden. En een
dergelijk recht zou toch wel geen enkel pachter of aan
nemer aan de gemeente willen toekennen.
Intusschen heeft de heer Verboon zich andermaal tot de
gemeente gewend, thans met het verzoek om, met ontbin
ding van de gesloten overeenkomst, de pacht over te doen
aan H. J. den Haan te Bijnsburg voor 1950.per jaar.
De gemeente zou derhalve, waar de landerijen nog tot 31
December 1926 zijn verhuurd, in totaal 3 X 800.2400.
minder ontvangen dan waarop zij aanspraak heeft.
Evenals vroeger zou van principieel standpunt ook thans
ons advies op geheel dezelfde gronden afwijzend moeten
luiden. Echter hebben zich sedert het eerste verzoek van
adressant omstandigheden voorgedaan, die het raadzaam
maken in dit speciale geval een andere beslissing te nemen.
De heer Verboon blijkt toch in volslagen staat van insol
ventie te verkeeren en is dus niet meer in staat de inder
daad hooge pachtsom te betalen, terwijl ook de borgen
finantieel zoo zijn achteruitgegaan, dat verhaal op dezen
evenmin mogelijk is. Hu kan de gemeente den heer Verboon
en diens borgen om der consequentie wille in rechten aan
spreken, waarvan hun faillissement het gevolg zal zijn, doch
practisch resultaat bereikt de gemeente daarmede in geenerlei
opzicht. Door thans, nu een derde, die voldoende waar
borgen voor soliditeit biedt, de huur tegen een niet al te
onaannemelijken prijs wil overnemen, aan het contract vast
te houden, zou de gemeente hare schade wellicht vergrooten.
Haar belang vordert daarom zich thans van Verboon los
te maken en op de aanbieding inzake de overneming der
huur in te gaan, daar de gemeente dan voor meerdere
schade is gevrijwaard, terwijl zij anders de kans loopt met
een lageren huurprijs dan/1950.genoegen te moeten nemen.
Waar deze oplossing voor haar onder deze omstandigheden
dus het voordeeligst is, stellen wij U op dien grond voor
aan adressant's verzoek gevolg te geven. Wij merken hierbij
echter nadrukkelijk op, dat dit voorstel niet kan worden
aangemerkt als een afwijking van den vasten regel, dat een
eenmaal gesloten overeenkomst moet blijven gehandhaafd.
Aan dezen regel wordt in geen enkel opzicht getornd. Alleen
omdat een andere beslissing in het onderhavige geval de
belangen der gemeente zou benadeelen, wordt dit voorstel
gedaan, zoodat daarin nimmer een precedent mag worden
gezien.
In overeenstemming met het advies van de Commissie
van Beheer over het Grondbedrijf geven wij Uwe Vergadering
mitsdien in overweging:
A. te ontbinden, gerekend te zijn ingegaan den len Januari
1924, de krachtens Uw besluit van 31 October 1921 met
J. Verboon gesloten overeenkomst inzake de verhuring van
de sub B genoemde perceelen wei- en teelland in den Bosch-
en Gasthuizerpolder;
B. aan H. J. den Haan te Bijnsburg, voor den tijd van
drie jaren, gerekend te zijn ingegaan den len Januari 1924
en alzoo eindigende 31 December 1926, tegen een jaarlijkschen
huurprijs van 1950.te verhuren de perceelen wei- en
teelland in den Bosch- en Gasthuizerpolder Sectie O. nis.
659, 662, 664, 660, 653, 654, 647, 648, 640, 644, 639, 645,
661, 646 en 649, groot 10.90.73 H.A. en zulks onder dezelfde
voorwaarden als de sub A. genoemde overeenkomst vermeldt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
H°. 49. Leiden, 4 Februari 1924.
Het hieronder afgedrukte adres van het Bestuur der
Hederlandsche Vereeniging van Fabrikanten van Timmer
werken is bij Uwe Vergadering ingediend in verband met
de toepassing van de in het bestek betreffende het 4de
bouwplan (premiebouw) van de vereeniging „de Eendracht"
voorkomende bepaling: „Alle timmerwerken moeten binnen
de gemeente Leiden worden gemaakt, behoudens dispensatie
van Burgemeester en Wethouders."
Datum raads
Aanduiding woning.
Naam van den
huurder.
besluit en No.
Ingek. Stuk
laatste
Tegen-
woordigi
huurpriji
tyjrp
O p
XI
3
verhuring.
Aalmarkt No. 5
P. C. M. BorraniJ)
22 Mei 1919;
f 350—
f 400—
No. 140
UtrechtscheVeerNo. 9
H. L. Boter
31 Juli 1919;
No. 197
300—
350—
Vliet No. 43
M. G-. van Ewijk
29 Maart 1920;
ij 250.-
275—
No. 100
Langegracht No. 226
J. van Polanen
12 Maart 1923;
450—
475—
No. 80
Terweepark No. 8
Dr.J.C.Schalkwijk
28Febr. 1921
700—
7i 800—
No. 59
Aalmarkt No. 6
A. Wiggers
29 Maart 1920;
350.-
400—
No. 100
Thans is huurster de Wed. G. Borrani; op verzoek wordt het nieuwe
huurcontraot gesteld ten name van haar zoon F. C. M. Borrani.