MAANDAG 17 DECEMBER 1923. 255 De Voorzitter antwoordt, dat in de statuten der stichting de bepaling is opgenomen, dat haar bestuur zal bestaan uit ten minste 5 en ten hoogste 7 leden, en dat het zeer goed mogelijk is, dat er binnenkort twee leden bij komen, die behooren tot de partij van den heer van Stralen. Wat betreft het niet kennis geven aan den Raad van de samenstelling van het bestuur, men kan dat een verzuim noemen, maar, waar die zaken als regel in de courant worden gepubliceerd, achtte het college die kennisgeving overbodig. De heer Knuttel heeft met teleurstelling gezien, dat, ter wijl den vorigen keer bij den gemeentelijken woningbouw, met het oog op den haast, welke er toen voorzat, het plan van het Technisch Bureau van de firma Rutgers is overge nomen, thans opnieuw, ofschoon er negen maanden zijn ver- loopen, klakkeloos het plan van dat Bureau is overgenomen. De gemeente heeft een eigen bureau van Gemeentewerken, dat wel iets behoorlijkers had kunnen ontwerpen. Hoe zal het nu met de aanbesteding gaan? Wordt alleen het auteursrecht van dat Bureau voor namaak gestolen of moet de gemeente voor dezen bouw bij diezelfde firma terecht komen De heer Mulder verheugt er zich over, dat de heer Knuttel de zaak ter sprake brengt. De heer Knuttel spreekt alsof men dit ontwerp zoo ongeveer gekaapt heeft. Spreker wijst er op, dat deze woningen in een ander stadsgedeelte zullen komen, terwijl over het ontwerp door deskundigen met veel lof ge sproken wordt. Verder zal er in tegenstelling met wat de vorige maal is geschied nu een aanbesteding komen, waarbij ook de heer Rutgers kan mededingen. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIV. Voorstel om goed te keuren dat uit de voor 1924 beschikbaar te stellen gelden voor steunverleening aan werk- loozen door de Gemeentelijke Steuncommissie, voorloopig een bedrag van ƒ10.000.wordt bestemd voor de emigratie van werkloozen naar Canada. (Zie Ing. St. No. 366.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Knuttel is er niet tegen, dat menschen, die gaarne naar Canada gaan, worden geholpen om daarheen te komen, maar hij is toch bevreesd voor eenige pressie in deze en wenscht daarom de toezegging, dat deze in elk geval niet zal plaats hebben. De heer Heemskerk juicht het voorstel toe, maar vraagt of niet eigenlijk de Arbeidsbeurs het aangewezen lichaam is voor deze bemiddeling. Spreker meent, dat de Gemeentelijke Steuncommissie zich moet belasten met het verstrekken van steun aan de ingezetenen, maar dat een dergelijke bemidde ling als het hier geldt aan de Arbeidsbeurs moet worden opgedragen. De heer van Eck stemt aan den eenen kant toe, dat, indien door middel van deze subsidie enkele menschen aan de ellende hier te lande kunnen worden ontrukt, dit onze sym pathie kan hebben. Er worden maar weinigen door geholpen, maar die worden dan toch geholpen. Aan den anderen kant moet spreker op den voorgrond stellen, dat dit voorstel steunt op een gedachtengang, welke niet de zijne is, namelijk dat het onmogelijk is in het belang van de werkloozen doeltreffende maatregelen te nemen, althans in den vorm van werkverschaffing. Al zou men, om een bevredigende oplossing te vinden, de kapitalistische grond slagen der maatschappij moeten aantasten, ook met behoud van die grondslagen zouden de publiekrechtelijke lichamen meer kunnen doen dan tot dusverre gedaan is. Het voorstel beteekent in zekeren zin een uitspraak: wij kunnen hen niet helpen en daarom sturen wij hen naar buiten. Worden door dezen maatregel enkelen geholpen, dan heeft spreker op zich zelf daartegen geen bezwaar, maar deze hulpverleening vormt een tegenstelling met den anderen vorm van hulpverleening. Verschaft men werk, dan worden daardoor ook enkelen ge holpen, maar elke werkverschaffing verbetert in het algemeen den toestand eenigszins. Spreker heeft tegen dit voorstel nog een bezwaar, namelijk dat op deze wijze de meest energieken naar buiten gaan en de rest nog dieper in de ellende blijft zitten. Toch zal hij er zijn stem niet aan onthouden, omdat hij het hard zou vinden, indien die enkelen niet werden geholpen, tenzij echter dit voorstel mocht worden gezien als een middel om de nood zakelijkheid tot het verschaffen van productief werk op den achtergrond te brengen. Het moet een middel zijn om in ruimere mate hulp te verleenen. De heer Sijtsma zegt, dat dit voorstel karig is toegelicht, en vraagt hoeveel menschen met het uitgetrokken bedrag van ƒ10.000.kunnen worden geholpen en of Burgemeester en Wethouders eenig vooruitzicht en zekerheid hebben, dat dit geld aan de menschen bij wijze van een levensverzekering wordt verstrekt en dat het terugkomt. De heer van Stralen zal in opdracht van zijn fractie in een eenigszins anderen geest spreken dan zijn partijgenoot van Eck heeft gedaan. De fractie staat niet onsympathiek tegenover deze zaak, al had zij liever gezien, dat de bevor dering van de emigratie naar een ander werelddeel niet van de gemeente Leiden was uitgegaan, maar van de Regeering, omdat zij verband houdt met een overcompleet aan arbei ders hier te lande. Indien de Regeering een afdoende rege ling had getroffen, zou men er in andere plaatsen eenigszins vrijer tegenover hebben gestaan. Het is wel bekend, dat niet sympathie met de betrokken personen tot het doen van dit voorstel heeft geleid. Er moet aan ten grondslag liggen, dat het aantal werk loozen vermindert. Spreker wil het als proef steunen, maar vaststaan moet, dat er geen propaganda wordt gemaakt, maar dat de menschen absoluut uit vrijen wil gaan. Het zou kunnen zijn, dat van de commissie een soort suggestie uitgaat op per sonen, die voor het gaan naar Canada in aanmerking komen. Er komt nog een andere kwestie bij. De gemeente is be reid een bedrag van 400.a 450.voor te schieten en de menschen komen daardoor bij de gemeente in de schuld en nu moet dat toch ook weer terugbetaald worden. Spreker meent, dat de gemeente Deventer menschen uitzendt zonder er voor te laten betalen. Spreker vraagt verder wat er moet gebeuren als het iemand in Canada tegenvalt en hij terug wil komen. Hij heeft ver nomen, dat men wel van de eene betrekking in de andere kan komen, maar dat geenerlei hulp wordt verleend als men naar Europa terug wil, ook al kan men ginds niet aarden. Spreker zou daaromtrent inlichtingen wenschen. Den heer Witmans heeft het gefrappeerd, dat er in dezen geen initiatief is uitgegaan van de Arbeidsbeurs. Spreker meent ook, dat deze zaak daarbij behoort en niet bij de Commissie voor Gemeentelijke Steunverleening. Spreker heeft vernomen, dat er niet minder dan 25 menschen kunnen worden uitgezonden, en dan is de 10.000.verbruikt, en hij vraagt nu, of er een nieuwe subsidie-aanvraag zal worden ingediend, als er zich meer personen aanmelden. De heer van der Wall is er over verbaasd, dat deheeren van Eck en van Stralen dit voorstel niet met beide handen aanvaarden. Immers de gemeente verplicht niemand om naar Canada te gaan; men gaat alleen uit vrijen wil. De heer Sanders sluit zich geheel aan bij het door den heer van der Wall gesprokene, dat deze uitzending naar Canada geheel vrijwillig zal geschieden. Men moet menschen hebben, die geheel vrijwillig, zonder dat eenige pressie op hen is uitgeoefend, naar Canada zullen vertrekken. Dit moet op den voorgrond staan, ook in het financieel belang van de gemeente. Alleen als de menschen vrijwillig gaan, is er kans van slagen. Naar aanleiding van het feit, dat de heer Heemskerk zich heeft beklaagd, dat deze uitzending niet door bemiddeling van de Arbeidsbeurs, maar van de Steuncommissie zou ge schieden. zegt spreker, dat het initiatief is uitgegaan, niet van de Steuncommissie, maar van een ambtenaar, aan die commissie verbonden, en van spreker. Alleen zal de finan- cieele regeling over de Steuncommissie gaan. Dat die niet gaat over de Arbeidsbeurs ligt hierin, dat de Arbeidsbeurs niet verder kan gaan dan tot administratieve bemoeiingen. Heeft men ergens bepaalde arbeidskrachten noodig, bijvoor beeld metaalbewerkers, dan ontvangt de directeur van de Arbeidsbeurs een ingevuld formulier met aanvrage voor metaalbewerkers en dan vult hij ook weer een formulier in, waarin hij bijvoorbeeld vijf metaalbewerkers aanbiedt. Hier moest echter handelend worden opgetreden, want, alvorens een emigrant wordt aangenomen, moet vaststaan, dat hij bij een bepaalden farmer terecht komt. Dergelijke practische bemoeiingen liggen minder op den weg van de Arbeidsbeurs. Er is ook verbinding gezocht met het bureau voor emigratie en dat heeft in uitzicht gesteld, dat deze wijze van emigreeren nuttig zal werken. Daarom heeft spreker de vrijheid kunnen vinden voor te stellen in dezen een proef te nemen. Spreker geeft den heer van Eck toe, dat degenen, die zullen emigreeren, zoowel lichamelijk als geestelijk de meest krachtige werkloozen zijn, maar hij acht de vrees van den heer van Eck, dat men met de rest nog dieper in den modder zal komen te zitten, ongegrond. De werkloozen worden minder in aantal, zoodat de anderen meer gelegenheid zullen krijgen werk te vinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 7