252
MAANDAG 17 DECEMBER 1923.
en werkloozen, om rede de salarissen van het personeel der
Gemeente ver uitgaan boven gelijksoortige betrekkingen in het
particuliere bedrijf en de post voor uitkeering aan behoeftigen
en werkloozen meer dan een derde vraagt, van de totale
opbrengst der belastingen en tevens de beroepswerkloozen
naar de Gemeente zou trekken
dat adressante de aanvoering van deze twee punten als
bezuinigingsmiddelen ernstig moet bestrijden, om rede door
de, voor deze twee geldende motieven van het Dept. Leiden
voor Nijverheid en Handel, nog niet is bewezen.
1°. dat de salarissen van het Gemeente personeel te hoog zijn.
Veeleer kan gezegd worden, dat de salarissen in de ver
schillende vakken van het particuliere bedrijf, beneden het
pijl zijn gebracht, zoodat deze dus niet als voorbeeld gebruikt
mogen worden.
2°. dat er uitkeeringen aan werkloozen en behoeftigen zijn
gedaan, die niet op hun plaats waren, zoodat, ook al vraagt
deze post een derde van de totale opbrengst aan belastingen,
dit zal moeten getrotseerd worden en er geen vrees behoeft
te bestaan voor het trekken naar de Gemeente van »beroeps-
werkloozen".
Eerst wanneer de particuliere werkgevers zullen eindigen,
bij de minste of geringste stagnatie in hun bedrijf, hun werk
nemers direct op straat te zetten en hun op die manier aan
de steun der Gemeente over te leveren, dan eerst is o. i. de
tijd gekomen, deze post de bezuinigingskuur te laten ondergaan.
Redenen waarom zij Uwen Raad in overweging geeft,
indien tot samenstelling van een bezuinigings-commissie wordt
besloten, hun opdracht in dien zin te maken, dat deze twee
genoemde posten, vooralsnog aan geen onderzoek worden
onderworpen.
't Welk doende, met verschuldigde hoogachting
Namens het bestuur der Neutrale
Bestuurdersbond.
W. F. v. d. Broek, Voorzitter.
J. G. Valkenburgh, Secretaris.
Leiden, 15 December 1923.
Zal worden behandeld bij de algemeene beschouwingen over
de begrooting.
31°. Ungeteekend schrijven betreffende de verlichting van
de Haarlemmerstraat op Zondag 16 December.
Dit schrijven luidt als volgt:
Voor de begrooting 1924.
Zondagmiddag 16 December 1923 een nevelige lucht, tot
472 uren nog zeer goed daglicht en toch was te 33/* uren de
Haarlemmerstraat, in concurrentie daarmede, reeds electrisch
verlicht. Is dat bezuiniging?
's Avonds na het winkelsluiten heeft men, in tegenstelling
daarvan, het gevaar tegen elkaar te botsen, wegens de diepe
duisternis, wanneer men de beide Vrouwenstegen beloopt.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen voor kennisgeving.
32°. Mededeeling van P. van Ulden, dat hij het land achter
de baggerstalen niet wenscht te huren.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming voor
kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter zegt, dat hierdoor punt 11 van de agenda
wordt afgevoerd.
De Voorzitter deelt alsnog mede:
1°. dat aan Mej. A. S. A. van Kaathoven pensioen is ver
leend
a. als leerares aan de afdeeling A der Kweekschool voor
onderwijzers en onderwijzeressen, ad ƒ1164.'sjaars,
b. als leerares aan de afdeeling B van die inrichting ad
85.'sjaars en
c. als leerares, belast met de leiding van het onderwijs aan
spraakgebrekkige kinderen, ad ƒ469.'sjaars;
2°. dat aan Mej. J. J. A. Longepée, eervol ontslagen leerares
aan de afdeeling A der Kweekschool voor onderwijzers en
onderwijzeressen een pensioen is verleend ad 2620.'sjaars.
3°. dat de heer van Eek verlof heeft gevraagd om tot
Burgemeester en Wethouders eenige vragen te richten be
treffende de invoering van éénmanswagens door de Noord-
Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij.
Dit verzoek luidt als volgt:
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
Geachte heeren.
Ik deel u hierbij mede, dat ik van plan ben in de eerst
volgende Raadsvergadering tot den Raad het verzoek te
richten uw college de volgende vragen te mogen stellen:
Hebben Burgemeester en Wethouders kennis genomen van
het bericht in de pers, dat de Noord-Zuid-Hollandsche Tram
weg-Maatschappij voornemens is over te gaan tot invoering
van eenmanswagens?
Kunnen Burgemeester en Wethouders de toezegging doen,
dat de vraag, of het gewenscht is, dat de Raad overeen
komstig de-concessie-voorwaarden aan de Noord-Zuid-Holland
sche Tramweg-Maatschappij toestemming geeft tot het invoeren
der eenmanswagens, tijdig d. w. z. voordat de Tramweg-
Maatschappij de noodige voorbereidingsmaatregelen heeft ge
troffen, aan het oordeel van den Raad zal worden onderworpen
Hoogachtend
Leiden 13 Dec. 1923. D. A. van Eck.
De Voorzitter stelt voor de interpellatie van den heer
van Eck toe te staan.
Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
besloten.
De Voorzitter wil dan gaarne den heer van Eck direct
beantwoorden. De vraag of Burgemeester en Wethouders
kennis hebben genomen van het vermelde bericht, beantwoordt
spreker toestemmend. Verder deelt spreker mede, dat de aan
de Tram weg maatschappij verleende concessie van het stand
punt uitgaat, dat er gereden zal worden met tweemanswagens,
om welke reden Burgemeester en Wethouders aan de Maat
schappij zullen schrijven, dat zij niet met eenmanswagens
mag gaan rijden, voordat de Raad daartoe toestemming zal
hebben verleend. Spreker vraagt, of de heer van Eck hiermede
bevredigd is.
De heer van Eck beantwoordt deze vraag toestemmend.
De Voorzitter verklaart de interpellatie hiermede voor
gesloten.
(De heeren Kooistra, van Rosmalen en Knuttel waren
inmiddels ter vergadering gekomen).
Aan de orde is alsnu
I. Praeadvies op het verzoek van M. H. W. A. van Rossum
du Chattel, om eervol ontslag als Ambtenaar van den Bur
gerlijken Stand.
(Zie lng. St. No. 354).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethou
ders besloten.
II. Benoeming van twee Ambtenaren van den Burgerlijken
Stand, uitsluitend belast met het sluiten der huwelijken.
(Zie lng. St. No. 355.)
De Voorzitter verzoekt den heeren Pera, Spendel, Mevrouw
Dietrich—de Rooy en den heer Baart het stembureau uit te
maken.
Worden achtereenvolgens benoemd
a. de heer E. van der Wall met 18 stemmen; de heer
Spendel verkreeg 3 stemmen, terwijl 4 biljetten in blanco
waren
b. de heer J. B. Meijnen met 19 stemmen; de heer A.
Mulder verkreeg 2 stemmen en de heer Witmans 1 stem,
terwijl 3 biljetten in blanco waren.
De heeren v. d. Wall en Meijnen verklaren hunne benoe
ming aan te nemen.
III. Benoeming van een Keuringsveearts bij het Openbaar
Slachthuis en den Keuringsdienst voor vee en vleesch.
(Zie lng. St. No. 359.)
Wordt benoemd tot keuringsveearts in vasten dienst, met
ingang van 1 Januari 1924 met 22 stemmen de heer G. J.
Fros; 3 biljetten waren in blanco.
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.