178
dat echter den laatsten tijd enkele kleine melkslijters, die
zich in 1919 bij de getroffen regeling vrijwel hadden aange
sloten, weer zijn overgegaan tot het rondventen en verkoopen
van melk op Zondag, waardoor het gevaar groot is, dat uit
concurrentieoogpunt de grootere zaken eveneens weer tot
het verkoopen en slijten van melk op Zondag zullen overgaan
dat daarmede een belangrijke sociale maatregel voor de
betrokken arbeiders weer zou worden teniet gedaan;
dat, teneinde zulks te voorkomen, adressanten een beroep
doen op Uw College, om den verkoop van melk op Zondag
op den openbaren weg strafbaar te stellen;
dat zij de aandacht van Uw College vestigen op art. 2
der Zondagswet, waarbij wordt bepaald dat op Zondag geen
koopwaren, met uitzondering van geringe eetwaren, onder
welke uitzondering melk niet valt, op den openbaren weg
mogen worden verkocht;
dat naar aanleiding van de veroordeeling van een melk-
slijter te Utrecht door den Kantonrechter aldaar, terzake
van den verkoop op straat van melk op Zondag, tegen het
vonnis van dien Kantonrechter cassatie is aangeteekend,
doch dat bij arrest van den Hoogen Kaad van 28 Mei 1923
dit cassatieberoep is verworpen, onder overweging dat melk
niet valt onder het begrip geringe eetwaren en de verkoop
op Zondag op den openbaren weg dus verboden is;
dat dus thans in hoogste instantie is komen vast te staan
dat straatverkoop van melk op Zondag strafbaar is;
Redenen, waarom adressanten Uw College beleefd verzoeken
een verordening te willen vast stellen, waarbij het venten
en verkoopen van melk op den openbaren weg op Zondag
verboden is.
'tWelk doende enz.
Voor de afd. Leiden Centr. Bond van
Transportarbeiders,
Joh. v. Strten Jr., Voorzitter.
H. Beij, Secretaris
Voor de afd. Leiden R. K. Bond van
Transportarbeiders St. Bonifacius,
p.o. J. v. Leeuwen, Voorzitter.
A. Steenbergen.
A. Steenbergen, Secretaris.
N°. 306. Leiden, 8 October 1923.
Bij de raming van de gemeentelijke subsidie over 1923
voor de scholen, vallende onder de Nijverheidsonderwijzerswet,
werd op de begrooting voor dat jaar een bedrag van 15607.
uitgetrokken voor de Yereeniging „Vakschool voor Meisjes
voor Leiden en Omstreken". Blijkens de inmiddels door den
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen goed
gekeurde en door het Bestuur aan ons ingezonden begrooting
voor 1923 zal de gemeente over dit jaar ten behoeve dier
vakschool vermoedelijk een subsidie van 18157.— moeten
verleenen.
Aangezien derhalve tegen verhooging van de subsidie o. i.
geen bezwaar kan bestaan, geven wij U in overweging om
te besluiten:
1°. de gemeentelijke subsidie voor de Vereeniging „Vak
school voor Meisjes voor Leiden en Omstreken" ten behoeve
van hare Vakschool over 1923 voorloopig nader vast te stellen
op 18157.behoudens verrekening van het te veel of te
weinig genotene, na goedkeuring van de rekening en ver
antwoording dier school over 1923 door den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen;
2°. tot vaststelling van de hierbij overgelegde begrootings-
regeling, waarbij een bedrag van 2550.van den post
voor Onvoorziene Uitgaven wordt afgeschreven.
Op dien post is thans nog een bedrag van 50900.be
schikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 307. Leiden, 8 October 1923.
Onder mededeeling, dat ons College zich met nevens
gaand voorstel van de Commissie van Beheer over de
gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" in zake
verlaging van de verpleegkosten in „Endegeest" en „Voor
geest" van 950.tot 900.per jaar volkomen kan ver
eenigen, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot vast
stelling van de navolgende verordening over te gaan:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 3 December 1896
(Gemeenteblad No. 15), houdende voorwaarden van opneming
en verpleging van lijders in het Krankzinnigengesticht
EndegeesV en de af deeling voor jeugdige idioten
„VborgeesV te Oegstgeest, nabij Leidenlaatstelijk
gewijzigd bij verordening van 20 Juni 1921
(Gemeenteblad No. 32).
Artikel I.
Het eerste en het tweede lid van artikel 7 van boven
genoemde verordening worden gelezen als volgt:
„De kosten van verpleging bedragen zoowel voor het
Krankzinnigengesticht „Endegeest" als voor de afdeeling
voor jeugdige idioten „Voorgeest" 225.per kwartaal.
Voor tusschentijds inkomende patiënten worden de ver
pleegkosten berekend op 2.50 per dag tot aan het einde
van het ingetreden kwartaal".
Art. II.
Deze .verordening treedt in werking op 1 Januari 1924.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 5 October 1923.
Zooals Uw College uit de toelichting tot de ontwerp-
begrooting van de gestichten voor 1924 zal zijn gebleken,
laat de exploitatie, met ingang van 1 Januari 1924, een
verlaging van de verpleegkosten voor het Krankzinnigen
gesticht „Endegeest" en de afdeeling voor jeugdige idioten
„Voorgeest" met 50.'s jaars toe, waardoor deze worden
teruggebracht van 950.tot 900.per jaar.
Aangezien ondanks deze verlaging de begrooting nog
met een klein batig saldo sluit, meenen wij, dat zonder
bezwaar daartoe kan worden overgegaan.
Wij geven U derhalve in overweging den Raad ter vast
stelling aan te bieden de navolgende verordening:
De Commissie van Beheer over de Gestichten
Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest
Aug. L. Reimeringer, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 308. Leiden, 8 October 1923.
In haar hierachter afgedrukt adres verzoeken de Vereeniging
voor Christelijk Middelbaar Onderwijs en de Naamlooze
Vennootschap Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende
Goederen „Beperkt Bezit", beide alhier, Uwen Raad, mede
werking te willen verleenen tot den aanleg van eene straat,
welke eene rechtstreeksche verbinding zou vormen van den
Rijnsburgerweg met den Maredijk en die, gelijk op de over
gelegde teekening in rood is aangegeven, door adressanten
gedacht wordt te zullen loopen op een afstand van 35 M.
ten Noordwesten van- en evenwijdig aan de Poelwetering.
De gevraagde medewerking zou hierin bestaan, dat de ge
meente Leiden op zich neemt alle kosten van bedoelden
straataanleg, voorzooveel die een bedrag van ten hoogste
20.000.hetwelk de vorengemelde maatschappij bereid
is daarin bij te dragen, te boven gaan. Deze maatschappij
wil voorts den voor het doel benoodigden grond om niet
aan de gemeente afstaan.
Adressanten gronden haar verzoek voornamelijk op de
overweging, dat de totstandkoming van de ontworpen straat
een „algemeen en stadsbelang" is te achten, aangezien
naar hare meening een goede verbinding van den Rijns
burgerweg met den Maredijk ten eenenmale ontbreekt, ter
wijl zij er verder op wijzen, dat na den aanleg van den
nieuwen verbindingsweg de last, thans bij het passeeren
van den spoorwegovergang in den Rijnsburgerweg vaak
ondervonden, grootendeels zou worden opgeheven, daar het
dan mogelijk zou zijn het verkeer, voor zoover noodig, via
Mare, Rijnsburgersingel en Maredijk te doen plaats hebben.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel,
dat het belang, dat de gemeente van dezen straataanleg
zou kunnen hebben, de daarvoor gevraagde financiëele
medewerking in geenen deele wettigt. De totale kosten toch
van den ontworpen, 535 M. langen, weg wordeu dezer
zijds begroot op 73000.zoodat, na aftrek van de
bijdrage van de maatschappij „Beperkt Bezit", niet minder