184 DINSDAG 4 SEPTEMBER 1923. subs.: in aanmerking te mogen komen voor het eerstvolgend vrijkomend huisje in dat hof. Dit verzoek luidt als volgt: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: C. Spaander man Sr. dat hij met zijn ongehuwde dochter bewoont het perceel No. 15 Elisabethshof Oude Vest, welk perceel volgens mededeeling in de dagbladen onbewoonbaar is verklaard. Dat hij thans bijna veertig jaren in genoemd perceel woonachtig is en met het oog op zijn hoogen leeftijd zich niet gaarne genoodzaakt zou zien thans nog een andere woning te zoeken. Hij verzoekt U mitsdien het perceel No 15 voornoemd te mogen blijven bewonen, of indien dit ontoelaatbaar moet worden geacht, in aanmerking te mogen komen voor de eerst vrijkomende woning in bedoeld hof. Leiden, 28 Aug. 1923. 't Welk doende, voor C. Spaandekman Sr. H. v. d. Werf. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor dit adres in hun handen te stellen ter afdoening, omdat de kwestie van de ontruiming van dit perceel door Burge meester en Wethouders eerst na zes maanden onder de oogen behoeft te worden gezien en de verhuring van een dergelijk huisje aan het College is overgelaten. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 2°. Advies van Curatoren van het Gymnasium, in zake de vaste benoeming van de tijdelijke leeraren D. W. Seters en J. R. Wartena en de tijdelijke aanstelling van V. E. Vreeken en J. J. Valkenburg. Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken. 3°. Verzoek van het Bestuur der Staatkundig Gereformeerde Partij van de afdeeling Leiden om te gebieden algeheele winkelsluiting op Zondag, te verbieden het venten der z.g. IJsco's, het houden van wedstrijden op Zondag en in het algemeen de Zondagswet in haar geheel te handhaven, benevens het vloekverbod in te voeren. 4°. Adhaesiebetuiging aan dat verzoek van de Gerefor meerde gemeente van Leiden. De Voorzitter stelt, ofschoon nagenoeg alle verzoeken, in het request vervat, onderwerpen betreffen, reeds door de Zondagswet geregeld en dus onmogelijk bij verordening te regelen zijn, alhoewel de handhaving van die wet niet bij den Raad, doch bij Burgemeester en Wethouders berust en hoewel reeds bij een vorig request is verzocht een zoogenaamd vloekverbod in te voeren, namens Burgemeester en Wet houders voor dit adres met de adhaesiebetuiging in hun handen te stellen om daarover praeadvies uit te brengen tegelijk met het adres van den Bond tegen het schenden door het vloeken van Gods Heiligen naam, waarbij invoering van een vloekverbod is verzocht. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 5°. Verzoek van den Kerkeraad der Christelijk Gerefor meerde gemeente om: 1°. de Zondagswet, welke in de Grondwet is vastgelegd, bij verordening te handhaven; 2°. een vloekverbod in te voeren. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor het eerste verzoek voor kennisgeving aan te nemen, omdat een bestaande wet niet door een verordening kan worden gehandhaafd, en het tweede verzoek te behandelen tegelijk met het adres van den Bond tegen het schenden door het vloeken van Gods Heiligen naam. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Aan de orde is alsnu II. Benoeming van vier Wethouders (vacaturesde H.H. W. Pera, J. A. Bots, A. Mulder en Mr. J. C. van der Lip). De Voorzitter verzoekt den heeren Pera, üostdam, Dub- beldeman en Eerdmans het stembureau uit te maken. De heer Dubbeldeman vraagt den Voorzitter een plaats vervanger voor hem te benoemen, omdat hij slechts anderhalf uur kan blijven. De Voorzitter antwoordt, dat, zoodra de heer Dubbeldeman de vergadering moet verlaten, een ander in diens plaats kan worden aangewezen. De heer Witmans verkrijgt het woord tot het afleggen van een verklaring en zegt, dat de fractie van de Democratische partij heeft besloten bij deze wethoudersverkiezing blanco te stemmen en dat de redenen, welke haar tot het nemen van dat besluit hebben geleid, zoo noodig nader zullen worden bekend gemaakt. Achtereenvolgens worden benoemdde heer A. L. Reimeringer met 19 stemmen; de heeren Pera en van Stralen verkregen ieder 1 stem, terwijl 9 biljetten in blanco waren. (De heer Knuttel had de vergadering inmiddels verlaten.) De Voorzitter vraagt of de heer Reimeringer de benoeming aanneemt. De heer Reimeringer verklaart de benoeming te aanvaarden, onder dankzegging aan zijn geestverwanten, die gemeend hebben hem voor de vervulling van deze vacature te moeten aan bevelen, en aan andere partijen, welke aan zijn candidatuur adhaesie hebben geschonken. Hij hoopt te kunnen bewijzen hoe na hem de goede stad Leiden aan het hart ligt. De heer J. F. X. Sanders met 20 stemmen; '10 biljetten waren in blanco. De Voorzitter vraagt of de heer Sanders de benoeming aanneemt. De heer Sanders antwoordt, dat hij dat zeer gaarne wil doen. De heer A. Mulder met 16 stemmen; de heer Pera verkreeg 2 stemmen en Mevr. de StoppelaarZeeman en de heer van Stralen ieder 1 stem, terwijl 10 biljetten in blanco waren. De Voorzitter vraagt of de heer Mulder de benoeming aanneemt. De heer Mulder antwoordt in bevestigenden zin. De heer J. B. Meijnen met 15stemmen; de heer van Stralen verkreeg 2 stemmen, de heer Wilbrink 1 stem, terwijl 12 biljetten in blanco waren. De Voorzitter vraagt of de heer Meijnen de benoeming aanneemt. De heer Meijnen antwoordt in bevestigenden zin. III. Benoeming van drie leden van de Commissie van Financiën en uit dezen van den Voorzitter (vacatures: de H.H. B. J. Huurman, J. F. X. Sanders en J. Splinter Gzn.). Achtereenvolgens worden benoemd: de heer B. J. Huurman met 26 stemmen; de heer Eikerbout verkreeg 1 stem, terwijl 3 biljetten in blanco waren; de heer M. H. Spendel met 19 stemmen; de heeren Sanders, Heemskerk en Groeneveld ver kregen ieder 1 stem, terwijl 8 biljetten in blanco waren; de heer E. van der Wall met 16 stemmen de heer Splinter verkreeg 7 stemmen, terwijl 6 biljetten in blanco waren en 1 biljet van onwaarde was. De heeren Spendel en van der Wall verklaren de benoeming aan te nemen, terwijl aan den heer Huurman van zijne benoeming zal worden kennis gegeven. Tot Voorzitter wordt vervolgens benoemd de beer B. J. Huur man met 21 stemmen; de heer van der Wall verkreeg 4 stemmen, terwijl 5 biljetten in blanco waren. Den heer Huurman zal van zijn benoeming kennis worden gegeven. IV. Benoeming van twee leden van de Commissie van Fabricage, (vacatures: de heeren J. Splinter Gzn. en J. F. X. Sanders). Achtereenvolgens worden benoemd de heer J. Splinter Gzn. met 24 stemmen; de heer Piekaar verkreeg 2 stemmen, terwijl 4 biljetten in blanco waren; de heer A. J. Oostdam met 17 stemmen; de heer Piekaar verkreeg 4, de heer Wil-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 2