GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
151
DIGEEOHES STUKKEN.
N°. 256. Leiden, 17 Augustus 1923.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van de firma
Wed. Joh. Dietz, geven wij Uwe Vergadering in overweging
aan adressante vergunning te verleenen om de op een terrein
achter de Maria Gondastraat, kad. Sectie O, Nos. 727728
te bouwen loods, dienende tot het bergen van bouwmate
rialen, van hout te maken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burgemeester en Wethouders der
Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde eerbied te kennen Firma Wed.
Joh Dietz aanneemster te Leiden Galgewater 18
doende met deze het verzoek om te bouwen een bouw-
materialenloods tot berging van aannemersmaterialen op
een terrein gelegen aan de Haagweg te Leiden bewesten de
Maria Gondastraat Sectie O No. 727 en 728.
Gedaan te Leiden 18 Juli 1923
De aanvraagster
Wed. Joh. Dietz.
N°. 257. Leiden, 17 Augustus 1923.
Eenigen tijd geleden wendde de bouwvereeniging „Ons
Belang" zich tot ons College met verzoek, toestemming te
verleenen tot den aankoop van het strookje grond aan het
einde van de Gisettestraat, op de overgelegde kaart in rood
aangegeven. De vereeniging wenschte in het bezit van dien
grond te komen, teneinde voor de bewoners der nabijgelegen
woningen een achter-uitgang naar de Gisettestraat te ver
krijgen. Aangezien wij het hebben van zulk een uitgang
voor de vereeniging inderdaad van belang achtten, verleenden
wij haar de gevraagde toestemming, doch verbonden daaraan
de voorwaarde, dat de vereeniging den grond op haar beurt
kosteloos aan de gemeente zou overdragen. Het leek ons
toch gewenscht, dat de grond, bestemd om deel uit te
maken van de Gisettestraat, bij de gemeente in eigendom
en onderhoud zou komen.
Naderhand meende echter de vereeniging van de verleende
toestemming voorloopig geen gebruik te moeten maken,
daar de eigenaar van het strookje grond, de heer N. Stikvoort
alhier, haar tijdelijk het recht van overgang verleend had.
Intusschen heeft laatstgenoemde bij het bouwen van een
werkplaats tusschen de Gisettestraat en de Nanniestraat
behalve den hem toebehoorenden, op de teekening in groen
aangeduiden grond, ook het in gele tint aangegeven ge
deelte, dat eigendom van de vereeniging „Ons Belang" is,
in beslag genomen en aan de vereeniging verzocht, het
laatstbedoelde gedeelte grond aan hem af te staan.
Onzerzijds bestond er geen bezwaar tegen, onze medewer
king tot den afstand om-niet van dit stukje grond te ver
leenen, doch wij meenden daarbij het beding te moeten
maken, dat de heer Stikvoort voornoemd dan de roodge
kleurde strook kosteloos aan de gemeente in eigendom zou
overdragen. Op deze manier toch kan aan de wenschen van alle
partijen worden tegemoet gekomen, terwijl het verkrijgen
van den grond voor de gemeente noch voor de vereeniging
kosten medebrengt.
Onder mededeeling dat de heer Stikvoort tot bedoelden
grondafstand bereid is, geven wij Uwe Vergadering, in over
eenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage,
in overweging te besluiten de op de hierbij gevoegde situatie-
teekening in rood aangegeven strook grond aan de Gisette
straat, deel uitmakende van het kadastrale perceel der
Gemeente Leiden, Sectie O No. 841, zonder eenige kosten
voor de gemeente in eigendom en onderhoud bij de gemeente
over te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 258. Leiden, 17 Augustus 1923.
Bij Uw besluit van den 4<Fn Juni j.l. (Zie Ingek. Stukken
No. 167) werd ten behoeve van de rioleering en ophooging
van een terrein benoorden den Maresingel, met bijbehoorende
werken, een bedrag van 95000.te onzer beschikking
gesteld. De openbare aanbesteding van dit, met het oog op
de werkverschaffing ondernomen, werk vond plaats op 26
Juni d. a. v., op grond van den uitslag waarvan het door
ons werd gegund aan W. F. Marcelis en H. C. Heemskerk,
alhier, voor de som van 39977.Toen met het werk
zou worden begonnen, bleek, dat de aannemers het voor
nemen hadden de ophooging van het terrein door middel
van opspuiting van het benoodigde zand te bewerkstellingen,
op welke werkmethode ook hunne inschrijving was gebaseerd.
Intusschen zoude het gevolg van deze wijze van uitvoering
geweest zijn, dat het doel, hetwelk bij de aanbesteding van
dit werk voorzat, n.l. de verruiming van de werkgelegenheid
voor Leidsche arbeiders, slechts zeer ten deele zou worden
bereikt. Immers, hoewel in het bestek de gebruikelijke
bepaling is opgenomen, dat de werklieden Leidenaars moeten
zijn en voor 80% zullen worden aangewezen door of namens
de Commissie voor de Werkverschaffing, het is duidelijk,
dat de waarde van dit voorschrift aanmerkelijk zou dalen,
indien, zooals bij opspuiting van het terrein het geval zoude
zijn, het totaal aantal te werk gestelde arbeiders zeer aan
zienlijk werd beperkt. Uitvoering van het werk door
middel van opspuiting kon den aannemers, aan wie het
werk gegund was, evenwel niet worden belet, aangezien het
bestek bij de omschrijving van de uit te voeren werken een
voudig spreekt van „het ophoogen" van het terrein. Er was
n.l. bij het vaststellen van deze omschrijving geen aanleiding
om bepaaldelijk het opspuiten te verbieden, omdat, gelet op
den plaatselijken toestand hier ter stede, dezerzijds niet
verondersteld kon worden, dat de inschrijvingen op deze
wijze van uitvoering gebaseerd zouden zijn. Van de 16 in
schrijvers hebben er dan ook, naar wij meenen te mogen
aannemen, slechts twee met opspuiting rekening gehouden.
Om nu niettemin het werk aan zijn doel, de werkverschaffing,
te doen beantwoorden, zijn wij te dezer zake met de aan
nemers Marcelis en Heemskerk in nader overleg getreden,
ten einde tot eene uitvoering met droog zand in plaats van
door opspuiting te geraken. Het gevolg van de gevoerde
onderhandelingen is geweestdat genoemde aannemers
bereid zijn het werk op eerstbedoelde wijze uit te voeren,
mits hun het verschil in prijs 0.15 per M3. zand, in
totaal 4050.door de gemeente wordt vergoed, een
wensch, die ons bij onderzoek gebleken is alleszins redelijk
te zijn. Komt het werk op deze manier tot stand, dan
zullen gedurende verscheidene maanden tal van Leidsche
arbeiders daarbij werk kunnen vinden. Immers, niet alleen
wordt op het werk met Leidsche krachten gewerkt, doch
ook de aanvoer uit Katwijk van het benoodigde zand zal
door Leidsche werklieden plaats vinden. De kosten van het
werk worden hierdoor, zooals gezegd, eenigszins verhoogd
en zullen nu ƒ44027.bedragen.
Wij hebben gemeend geheel in Uwen geedt te handelen,
door in het belang van de werkverschaffing met de heeren
Marcelis en Heemskerk de bovenomschreven nadere regeling
omtrent de wijze van uitvoering te treffen, doch wij meen
den U tevens van een en ander niet onkundig te mogen
laten.
Volledigheidshalve zij nog medegedeeld, dat de globale
raming van het onderhavige werk, ad 95000.was geba
seerd op de eenheidsprijzen van een soortgelijk werk, in
het jaar 1918 verricht ten aanzien van een naburig terrein.
Het spreekt dus wel vanzelf, dat de onlangs gehouden
openbare aanbesteding aanzienlijk lagere cijfers (de hoogste
inschrijving bedroeg 72.600.te zien gaf.
Na vorenstaande uiteenzetting verzoeken wij Uwe Verga
dering aan de door ons College met de aannemers van het
rioleeren en ophoogen van een terrein benoorden den Mare
singel met bijbehoorende werken (bestek No. 19, dienst 1923)
getroffen, hierboven omschreven, nadere regeling ten aanzien
van de wijze van uitvoering van dit werk, Uwe goedkeu
ring te hechten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°* 259. Leiden, 17 Augustus 1923.
In verband met de bestemming van het onlangs aange
kochte, nabij den Lagen Morschweg gelegen, terrein tot
standplaats voor woonwagens, hebben Burgemeester en
Wethouders ons verzocht eene verordening te ontwerpen,
waarbij genoemd terrein voor dat doel wordt aangewezen
en waarbij tevens verboden wordt elders in de gemeente
een standplaats met woonwagens in te nemen. Aan deze
uitnoodiging gevolg gevende, hebben wij onderstaande ver
ordening ontworpen, welke, naar het ons voorkomt, geen
bijzondere toelichting vereischt.