156 Art. 9. Aan de leerlingen, die gedurende 2 jaren het vervolg onderwijs trouw hebben gevolgd, wordt een getuigschrift uitgereikt, benevens een prijs, ter beoordeeling van Burge meester en Wethouders. Art. 10. Aan eiken vervolgcursus (school) is een schoolbibliotheek verbonden, waarvoor jaarlijks eene som ter beschikking van het Hoofd wordt gesteld. Art. 11. De benoeming van de hoofden en van de onderwijzers geschiedt door den Gemeenteraad uit eene voordracht, op gemaakt door Burgemeester en Wethouders. De bepalingen der artikelen 37 tot en met 40 der Lager- onderwijswet 1920, betreffende de bestraffing en het ontslag van onderwijzers, verbonden aan gemeentescholen, worden geacht mede van toepassing te zijn op het onderwijzend personeel bij het vervolgonderwijs. Het Hoofd der school wordt met het onderwijs in eene klasse belast. Art. 12. De hoofden en onderwijzers genieten over het tijdvak van 1 October31 Maart eene belooning van 52.voor elk door hen te geven wekelijksch lesuur. De hoofden ontvangen over dat tijdvak bovendien eene belooning van 13.voor elk der uren, gedurende welke per week onderwijs wordt gegeven. Art. 13. Waar in deze verordening wordt gesproken van onder wijzers worden daaronder ook onderwijzeressen begrepen. Art. 14. Deze verordening treedt in werking op 1 April 1924. Op dien datum vervalt de verordening van 19 September 1921 (Gem.blad Ho. 42), gewijzigd bij verordening van 12 Februari 1923 (Gem. blad Ho. 8). Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEH ZOOH.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 12