146
MAANDAG 30 JULI 1923.
De Voorzitter antwoordt, dat de onderwerpen, welke
daarvoor volgens de desbetreffende verordening in aanmer
king komen, in de Commissie voor het Georganiseerd Overleg
zullen behandeld worden.
De heer van Stralen meent, dat het inkomen van dit
adres een gevolg is van het optreden van den Brandweer
commandant, die nog steeds in gebreke is in zake het doen
van voorstellen tot invoering van een definitieve regeling ter
vervanging van de sedert 10 maanden in werking zijnde
regeling, waarbij de diensttijden belangrijk verslechterd zijn.
Ook blijkt de Commandant volstrekt niet op het standpunt
te staan, dat er omtrent deze zaken overleg moet zijn; hij
doet dat liever af met zijn personeel. Het komt in dezen
democratischen tijd niet meer te pas, dat aan de organisatie's
de mogelijkheid ontnomen wordt om hun oordeel over der
gelijke belangrijke zaken uit te spreken en spreker dringt er
dan ook op aan, dat de Commissie voor het Georganiseerd
Overleg gehoord wordt.
De Voorzitter zegt, dat men niet steeds met verwijten
moet komen, dat het hier zoo lang duurt. Te Amsterdam is
men reeds sedert een jaar bezig en is men nog niet tot een
resultaat gekomen. Spreker blijft er bij, dat de zaken, die
daarvoor in aanmerking komen, in het Georganiseerd Overleg
behandeld zullen worden.
De beraadslaging wordt gesloten, waarna zonder hoofde
lijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voor
zitter wordt besloten.
6°. Advies van de Gezondheidscommissie op het voorstel
tot onbewoonbaarverklaring van 28 woningen.
Dit advies luidt als volgt:
Leiden, den 26sten Juli 1923.
De Gezondheidscommissie beeft de eer U mede te deelen,
dat zij geen bezwaren heeft tegen de onbewoonbaarver
klaring der 28 in Uw nevenvermeld schrijven bedoelde woningen.
Namens de Commissie voornoemd,
R. Flu, Voorzitter.
J. R. F. Rassers, Secretaris.
Aan Burgemeester en Wethouders te Leiden.
Zal worden behandeld bij punt 14 der agenda.
7°. Amendementen van den heer Oostdam op artikel 8 der
Ontwerp-Verordening, regelende het openbaar gewoon lager-
en uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Leiden.
Zullen worden behandeld bij punt 19 der agenda.
8°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in het schoolgeld
Middelbaar en Lager Onderwijs.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wet
houders om praeadvies.
9°. Verzoek van den heer Groeneveld, om Burgemeester en
Wethouders vragen te mogen stellen met betrekking tot de
afwerking van het nieuwe Ziekenhuis en bijbehoorende ge
bouwen.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor den heer Groeneveld het gevraagde verlof te verleenen
en hem aan het einde van deze vergadering in de gelegen
heid te stellen zijn vragen tot het College te richten.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
10°. Bez waai schriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting.
Worden gesteld in handen van de Reclame-Commissie.
11°. Missive van den heer de Lange, houdende rectificatie
van het door hem gesprokene in de Raadszitting van 16
Juli j.l., in zake het verzoek-de Rooij, vrijstelling van betaling
van pensioensbijdrage.
Deze missive luidt als volgt:
Leiden, 30 Juli 1923.
In de Raadsvergadering van 16 Juli j.l. heb ik, bij de
behandeling van punt 12 (verzoek W. de Rooy) beweerd dat
de ambtenaren gepensioneerd tusschen October 1913 en
Juli 1922 allen nog 5% premie voor het weduwe-en weezen-
pensioen moeten betalenik deed dat op grond van het feit
dat de Pensioenraad op mijn pensioen, toegekend in 1917,
nog geregeld die korting toepaste.
Na deze Raadsvergadering kreeg ik echter kennis van den
inhoud eener circulaire van den Pensioenraad gedateerd 13
Juli 1923, waarin wordt medegedeeld dat van 1 Juli 1922 af
de gepensionneerde ambtenaren geen bijdragen meer ver
schuldigd zijn voor weduwe- en weezenpensioen en waarin
verzocht wordt opzending, ter wijziging, der in omloop zijnde
pensioenboekjes waarop gemelde bijdragen nog zijn uitgetrokken.
Door die circulaire is mij gebleken dat mijne bewering
onjuist was.
J. de Lange.
Aan den Gemeenteraad.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is alsnu:
I. Praeadvies op het verzoek van Mejuffrouw C. Korsse,
om ontslag als lid der Commissie voor de Bewaarscholen.
(Zie Ing. St. No. 227.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
II. Benoeming van een lid der Commissie voor de Bewaar
scholen.
(Zie Ing. St. No. 227.)
De Voorzitter verzoekt den heeren Oostdam, Dubbelde-
man, Splinter en Schoneveld het stembureau uit te maken.
Wordt benoemd met 15 stemmen Mevrouw R. Cosman—l-
Mendes da Costa; Mevrouw C. HoogenboomThomas verkreeg
6 stemmen, terwijl 3 biljetten in blanco waren.
III. Benoeming van een Directeur van den Markt- en Ha
vendienst.
(Zie Ingek. St. No. 226).
Wordt benoemd met 19 stemmen de heer L. A. Mennes;
de heer S. Th. Buys verkreeg 3 stemmen, de heer Colin
1 stem, terwijl 1 biljet in blanco was.
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
IV. Rekening, dienst 1922, van de Plaatselijke Schoolcom
missie.
(Zie Ing. St. No. 228.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
(De heeren Meijnen en Oostdam hadden gedurende de be
handeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten).
V. Rekening, dienst 1922, van de Gemeentelijke Bank van
Leening.
(Zie Ing. St. No. 228.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
(De heer Wilmer had gedurende de behandeling van dit
punt de vergadering tijdelijk verlaten, terwijl de heer Knuttel
inmiddels ter vergadering was gekomen.)
VI. Rekening, dienst 1922, van het Distributiebedrijf van
vleesch en visch.
(Zie Ing. St. No. 228.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
VII. Rekening, dienst 1922, van den Armenraad.
(Zie Ing. St. no. 228.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
(De heer Bots had gedurende de behandeling van dit punt
de vergadering tijdelijk verlaten.)
VIII. Voorstel:
a. tot. verhuring van een strook grond van het Schutters
veld aan de Maatschappij tot exploitatie van Tram
wegen