123
A. VERORDENING,
houdende wijziging ran de verordening van 18 Januari 1917
(Gemeenteblad No. 5) op Vergunnings- en Verlofslocaliteiten
en Logementen, laatstelijk gewijzigd bij verordening
van 25 September 1922 (Gemeenteblad No. 55).
Eenig artikel.
In het eerste lid van artikel 2 van bovengenoemde ver
ordening wordt in plaats van „muziek te maken of toe te
laten dat aldaar muziek gemaakt wordt" gelezen „muziek
ten gehoore te brengen of toe te laten, dat aldaar muziek
ten geboore gebracht wordt".
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 28 April 1898
(Gemeenteblad No. 9) op openbare vermakelijkheden en
bijeenkomsten, laatstelijk gewijzigd bij verordening
van 24 October 1918 (Gemeenteblad No. 40).
Eenig artikel.
Aan artikel 1 van bovengenoemde verordening wordt toe
gevoegd een nieuw lid, luidende:
„Onder bet geven of doen plaats hebben van muziek- of
zanguitvoeringen, als bedoeld in het eerste lid sub b), wordt
begrepen het ten gehoore brengen of doen brengen van
muziek of zang door middel van z.g. radiotoestellen."
De Commissie voor de Strafverordeningen,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
E. Schotman, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 234. Leiden, 24 Juli 1923.
In verband met de op 1 Augustus a. s. in werking tredende
wet van 2 Juni 1923 (S. 235), tot wijziging van de Huur-
commissiewet en de Huuropzeggingswet, heeft de Minister
van Arbeid. Handel en Nijverheid bij nevensgaande circu
laire de medewerking van de Gemeentebesturen ingeroepen,
teneinde door onbewoonbaarverklaring van de daarvoor in
aanmerking komende woningen, te voorkomen, dat eigenaren
van volstrekt slechte woningen profiteeren van de huurver-
hooging, mede door genoemde wet mogelijk gemaakt.
Eeu en ander gaf ons aanleiding den Directeur van het
Bouw- en Woningtoezicht op te dragen ten spoedigste een
nauwkeurig onderzoek in te stellen naar den toestand van
de door de Gezondheidscommissie in de bijlage van haar
schrijven d.d. 11 Februari 1922 betreffende woningtoestanden
als zeer slecht en als slecht gekwalificeerde woningen, voor
zoover deze woningen niet inmiddels reeds onbewoonbaar
verklaard waren of door het aanbrengen van verbeteringen
weder in bewoonbaren staat gebracht waren.
In het rapport der Gezondheidscommissie werden 119
woningen als zeer slecht en 317 als slecht aangeduid. Yan
deze 436 woningen werden inmiddels reeds 112 woningen
onbewoonbaar verklaard, terwijl 5 woningen door het aan
brengen van verbeteringen weder ter bewoning geschikt
werden gemaakt. Het onderzoek moest zich dus nog uit
strekken over 319 woningen.
Ingevolge onze opdracht werden van deze 319 woningen
allereerst de door de Gezondheidscommissie als zeer slecht
aangeduide woningen aan een speciaal onderzoek onder
worpen. Uit dat onderzoek bleek, dat al deze 28 nog niet
onbewoonbaar verklaarde zeer slechte woningen wegens de
na te noemen gebreken niet ter bewoning geschikt zijn en
ook niet door het aanbrengen van verbeteringen in een be
hoorlijk bewoonbaren staat kunnen worden gebracht. Zij
behooren derhalve onbewoonbaar te worden verklaard. De
termijn tot ontruiming dient echter met het oog op den
nog heerschenden woningnood zoo ruim mogelijk, d.i. op
zes maanden, te worden gesteld en zal na verloop van dien
termijn ongetwijfeld moeten worden.verlengd.
Met betrekking tot de 291 als slecht gekwalificeerde
woningen is het onderzoek nog niet afgeloopen. Met het
resultaat ook van dat onderzoek hopen wij U echter binnen
kort in kennis te stellen.
Yoorloopig geven wij Uwe Vergadering mitsdien slechts
in overweging:
I. tot onbewoonbaarverklaring van de navolgende woningen
over te gaan:
a. de woningen Bouwenlouwensteeg Nis. 48 en 50; Paradijs
steeg Nis. 10, 15, 17 en 60 en Koenesteeg No. 28, wegens
vocht en vervallen toestand.
b. de woning Paradijssteeg No. 1, wegens vocht en ver
vallen toestand, alsmede onvoldoende gelegenheid tot toe
treding en doorstrooming van lucht.
c. de woningen Schagensteeg Nis. 18 en 20, wegens geringe
oppervlakte, onvoldoende gelegenheid tot toetreding van
daglicht en tot doorstrooming van lucht, alsmede vocht en
vervallen toestand.
d. de woningen Olieslagerspoort (Clarasteeg) Nis. 1, 2, 3
en 4, wegens onvoldoende gelegenheid tot toetreding van
daglicht en onvoldoende gelegenheid tot toetreding en door
strooming van lucht.
e. de woningen Oosterpoort (Oranjegracht) Nis. 1, 2, 3,
4, 5 en 6, wegens onvoldoende gelegenheid tot toetreding
van daglicht en tot doorstrooming van lucht, vocht en
vervallen toestand.
de woningen Rozenpoort (Uiterstegracht) Nis. 2, 4, 6
en 7, wegens onvoldoende gelegenheid tot doorstrooming
van lucht, vocht en vervallen toestand.
g, de woningen Karelshof (v. d. Werffstraat) Nis. 1, 2, 3
en 4, wegens vocht en onvoldoende gelegenheid tot toe
treding van daglicht en doorstrooming van lucht.
II. te gelasten dat genoemde woningen moeten zijn ont
ruimd binnen zes maanden te rekenen van den dag waarop
de tijd tot voorziening is verstreken of het besluit tot
onbewoonbaarverklaring is gehandhaafd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
's-Gravenhage, 11 Juni 1923.
Volgens het nieuwe lid, dat bij de jongste wijziging der
Iluurcommissiewet en der Huuropzeggingswet aan art. 1
van eerstgenoemde wet is toegevoegd, zal het verboden
zijn voor het gebruik van eene krachtens de Woningwet
onbewoonbaar verklaarde woning, tegen welker onbewoon
baarverklaring geen beroep meer open staat, als verhuurder
eéne hoogere vergoeding onder welken naam of in welken
vorm ook te bedingen of aan te nemen, dan de huurprijs,
voor die woning geldende op of laatstelijk vóór 1 Januari
1923. Opdat deze bepaling tot haar recht kome en dus
zooveel mogelijk worde voorkomen, dat c. q. in verband
met de wijziging van het eerste lid onbewoonbare woningen
zij het tijdelijk tegen hooger prijzen worden verhuurd dan
op of laatstelijk vóór 1 Januari, en ook opdat de verhuur
ders weten in hoever zij zonder vrees voor spoedige ge
dwongen verlaging tot huurverhooging kunnen overgaan, is
het van belang, dat spoedig en althans vóór het inwerking
treden van de nieuwe bepalingen vermoedelijk op 1 Augus
tus e. k. de eerste stappen worden gedaan om te geraken
tot onbewoonbaarverklaring van de woningen, die daarvoor
in aanmerking komen. Ik roep daartoe de medewerking in
van de gemeentebesturen. Ter voorkoming van misverstand
wijs ik er op dat deze onbewoonbaarverklaring in hoofdzaak
ten doel heeft te voorkomen dat eigenaren van volstrekt
slechte woningen profiteeren van de mogelijkheid van huur
verhooging. Ten aanzien van de ontruiming, later, kan ge
handeld worden naar gelang de omstandigheden met name
de Woningnood, mogelijk maken of vorderen.
De Minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid,
Aalberse.
Aan de Gemeentebesturen.