82
Leiden, 8 Mei 1923.
Beleefd neemt ondergeteekende de vrijheid, U, Edelacht-
baren, te verzoeken, hem aan den Gemeenteraad voor te
dragen
voor eervol ontslag, ingaande 1 September dezes jaars,
wegens het bereiken van den 65 jarigen leeftijd op 7 Augus
tus 1923.
1\ als onderwijzer, plaatsvervangend hoofd bij het Lager
Onderwijs te Leiden.
2°. als onderwijzer bij het Vervolgonderwijs (Afd. Jongens)
te Leiden.
Met de aan TJ verschuldigden eerbied heeft hij de eer
te zijn
Uw dienstw. dienaar
A. B. van der Voorden,
Jan van Houtkade 16.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden.
N°. 162. Leiden, 28 Mei 1923.
Krachtens het tweede lid van artikel 109 der Gemeente
wet moet vóór de benoeming van den gemeente-ontvanger
het bedrag, waarvoor hij zekerheid moet stellen, door den
Baad worden bepaald. Voor den overleden ontvanger werd
het bedrag der zekerheid bij raadsbesluit van 25 Mei 1892
bepaald op ƒ37.000.
In verband met de binnenkort bij Uwe Vergadering in te
dienen aanbeveling ter benoeming van een gemeente-ont
vanger komt het ons gewenscht voor reeds thans over te
gaan tot vaststelling van het bedrag der zekerheid.
Ingevolge artikel 110, derde lid, der wet kan de zekerheid,
door den gemeente-ontvanger te stellen, onder goedkeuring
van Gedeputeerde Staten op minder dan Vio van den ont
vang worden gesteld, ingeval aan den ontvanger de ver
plichting is opgelegd om zijn kas voor zoover zij het bedrag
der zekerheid overtreft telkens te storten in een bewaarplaats
waaruit hij, zonder medewerking van Burgemeester en
Wethouders of een door hen aangewezen lid van hun College,
geen gelden kan lichten.
Op grond van het bepaalde in artikel 13 van de instuctie
van den ontvanger (Gem. blad N°. 13 van 1866) is de ont
vanger verplicht het bedrag, dat zijn kas de som van/25.000.
te boven gaat, in de z.g. ijzeren kist te storten, waaruit hij
zonder medewerking van Burgemeester en Wethouders geen
gelden kan opnemen.
In verband met een en ander kan de zekerheid dus worden
gesteld op 25.000.Wij brengen U in herinnering, dat de
kosten voor het stellen van de zekerheid ingevolge raads
besluit van 25 September 1919 voor rekening van de
gemeente komen.
Wij geven U mitsdien in overweging te bepalen, dat voor
den nieuw te benoemen gemeente-ontvanger het bedrag der
te stellen zekerheid ƒ25.000.zal bedragen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 163. Leiden, 28 Mei 1923.
In haar hierachter afgedrukt adres verzoekt de afdeeling
Zoeterwoude van den Bed. E. K. Volksbond verlaging van
de meterhuur, welke aan de electriciteitsverbruikers te
Zoeterwoude in rekening wordt gebracht. Adressante voert
tot staving van haar verzoek aan, dat „de Stedelijke Licht
fabrieken met de verbruikers contracteerden voor een meter-
huur a 25 cent per maand en per meter", doch dat zij
thans door de verbruikers een meterhuur doen betalen van
40 cent per maand en per meter.
Zooals Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas
en Blectriciteit in hun te Uwer inzage liggend schrijven
opmerken, is krachtens de met Zoeterwoude gesloten stroom-
leveringsovereenkomst de meterhuur voor de aansluitingen
van particulieren in Zoeterwoude gelijk aan die, welke
ingevolge de verordening betreffende de levering van elec-
triciteit, aan de Leidsche ingezetenen in rekening wordt
gebracht. De huur nu van een enkeltariefmeter bedroeg
vóór de wijziging dd. 3 Juli 1919 van de genoemde verordening
zoowel voor Leiden als voor Zoeterwoude inderdaad 0.25
per maand; zij werd echter sindsdien verhoogd tot 0.50
en onlangs, bij Uw besluit van 22 Januari j.l., teruggebracht
tot 0.40 per maand. Waar derhalve de berekening van
de meterhuur in de gemeente Zoeterwoude geheel over
eenkomstig het bestaande stroomleveringscontract geschiedt,
is adressantes verzoek niet voor inwilliging vatbaar.
Wij geven U mitsdien in overweging niet op het verzoek
van de afdeeling Zoeterwoude van den Ned. B. K. Volks
bond in te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Baad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
de „Ned. B. K. Volksbond", Afdeeling Zoeterwoude,
domicilie kiezende ten huize van zijn Secretaris:
W. J. Onderwater, Weipoort B 34 Zoeterwoude;
dat volgens Art. 10 van het reglement de Stedelijke Licht
fabrieken met de verbruikers contracteerde voor een meter
huur h 25 cent per maand en per meter;
dat de S. L. F. echter door de verbruikers een meterhuur
doet betalen van 40 cent per maand en per meter;
dat de inkomsten van bijna alle verbruikers door de
tijdsomstandigheden op een lager niveau zijn komen te
staan, waardoor deze tot bezuiniging hunner uitgaven ge
noodzaakt zijn.
Bedenen waarom adressant met gepaste vrijmoedigheid bij
Uw EdelAchtbaar College er op aandringt, de meterhuur
wel te willen verlagen.
't Welk doende
Namens den Bond voornoemd:
J. G. Berk Voorzitter.
W. J. Onderwater Secretaris.
Zoeterwoude, 12 April 1923.
N°. 164. Leiden, 28 Mei 1923.
Bij zijn in de Leeskamer liggend schrijven van 27 April j.l.
brengt de Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen
Dienst verslag uit van de verrichtingen van den Eerste-
Hulpdienst over het tijdvak 1 Mei 19221 Mei 1923.
Aan het slot van dat verslag geeft hij tevens in over
weging het bedrag, uitgetrokken voor het verleenen van
geneeskundige hulp ad ƒ1000.te verhoogen tot ƒ2000.
Evenals de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst
kunnen wij ons met dit voorstel geheel vereenigen.
Als men bedenkt dat zoowel bij nacht als bij dag steeds
een geneeskundige in het Academisch Ziekenhuis aanwezig
moet zijn om zoo noodig bij ongevallen onverwijld genees
kundige hulp te verleenen en men in aanmerking neemt het
getal aldaar beschikbare assistenten, dan moet een bedrag
van 1000.inderdaad te gering worden geacht.
De bedoelde assistenten hebben dan ook verklaard de hun
verstrekte opdracht, die in niet onaanzienlijke mate beslag
legt op hun beschikbaren tijd, niet langer voor dit honorarium
te kunnen uitvoeren. Zij zijn echter bereid hunne mede
werking aan den Eerste-Hulpdienst te blijven verleenen
indien het bedrag der vergoeding op 2000.wordt gesteld.
Wij geven Uwe Vergadering dan ook in overweging het
bedrag der vergoeding voor het verleenen van geneeskundige
hulp ten dienste van den Eerste-Hulpdienst, nader te bepalen
op 2000.'s jaars en zulks gerekend te zijn ingegaan op
1 Mei 1923.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 165. Leiden, 29 Mei 1923.
Ter tijdelijke voorziening in de vacature van leeraar in
de wiskunde aan de Hoogere Burgerschool met vijfjarigen
cursus, welke vacature den len Maart j.l. is ontstaan door
het aanvaarden van het directoraat door den heer Dr. J. C.
Schalkwijk, werd door ons College met ingang van genoemden
datum de heer J. D. A. Boks, phil. nat. docts. te Leiden,
benoemd tot tijdelijk leeraar.
Aangezien deze tijdelijke opdracht langer dan drie maanden
zal moeten duren, verzoeken wij Uwe Vergadering, overeen
komstig het bepaalde in de betrekkelijke verordening, deze
tijdelijke opdracht tot wederopzeggens te willen verlengen,
doch uiterlijk voor den verderen duur van den loopenden
cursus, derhalve tot 1 September 1923.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.