52 MAANDAG 12 MAART 1923. acht een dienstwoning volkomen overbodig, maar zijn grootste bezwaar is, dat in plan B terwille van de dienstwoning het politiebureau veel minder is geworden dan in plan A. Plan A is verre te verkiezen boven plan B. De hal, een gewichtige factor in een openbaar gebouw, is volgens plan A veel grooter en veel beter verlicht; in plan A heeft de hoofd gang langs de plaats een overvloed van licht, terwijl de hoofdgang in plan B geheel donker is; de agentenwacht in plan A bekomt van 2 kanten licht; in plan B zal het zijn een zeer somber lokaal; plan A bevat een ruime openplaats, plan B in het geheel geenvolgens plan A liggen de bijge bouwen als: lijkenhuis, brancard, bewaarplaats voor in beslag genomen goederen, veel gunstiger. Wat de dienstwoning betreft kan men spreken van een pijpenla; de keuken zal 20 M. verwijderd komen te liggen van de voordeur; verder zal het achtergedeelte der woning steeds verstoken zijn van zon. Verder bevat plan A een forschen, monumentalen gevel van 22 M. breedte, die beter tot zijn recht zal komen dan de gevel van plan B ter breedte van 15,50 M. Spreker doet dan ook met den heer Sanders het voorstel om zich uit te spreken voor plan A, waarmede men zal krijgen een politiebureau, waarop Leiden trotsch kan zijn. De Voorzitter deelt mede van de heeren Splinter en Sanders het volgende voorstel ontvangen te hebben: »Ondergeteekenden hebben de eer den Raad voor te stellen te besluiten tot het bouwen van een politiebureau volgens plan A en daarvoor aan Burgemeester en Wethouders een bedrag van 250.000.ter beschikking te stellen." Het voorstel van de heeren Splinter en Sanders wordt vol doende ondersteund en maakt mitsdien een onderwerp van beraadslaging uit. De heer Knuttel had eerst den indruk dat hij zich over dit voorstel niet had druk te maken, want wel is hij prin cipieel er tegen om eenige uitgaaf te doen ten behoeve van de politie, maar daartegenover staat dat de arbeiders van de politie niet meer last zullen krijgen als er een nieuw politie bureau is, dat in dit plan zekere werkverschaffing zit en dat de arrestantenlokalen en de lokalen voor nachtverblijf daar door verbetering zullen ondergaan. Echter hebben de toelich ting en de kennisneming van de ontwerpen spreker aanlei ding gegeven daartegenover een andere houding aan te nemen en zich nu volstrekt uit allerlei oogpunt tegen dit plan te verklaren. In .het voorbijgaan wil spreker opmerken, dat de kosten berekening, welke Burgemeester en Wethouders maken en volgens welke dit plan aan de gemeente eigenlijk niets zou kosten, een eigenaardige manier is om cijfers te groepeeren en voor hem geen waarde heeft. Er wordt in de stukken gezegd, dat de gemeente voortaan aan huren van de in de Zonneveldstraat en omgeving staande perceelen jaarlijks een bedrag van 2417.zal derven, maar daarbij is geen reke ning gehouden met het feit, dat de gemeente met sommige bewoners overeenkomsten heeft aangegaan, volgens welke die menschen geen huur of zeer weinig huur betalen. Men zal dus als bedrag, dat de gemeente zal derven, moeten nemen de rente van het geld, dat die woningen hebben gekost. Verder wordt een on verbreek lijk verband gelegd tusschen dezen bouw en een vermindering van het aantal politie agenten met 10; maar spreker betoogt aan de hand van ver schillende voorbeelden, onder andere, dat in vergaderingen, waar geen enkele politieagent noodig is, er 8 of 10 staan, en dat men altijd 2 agenten op rijwielen tegelijk tegenkomt, terwijl één voldoende zou zijn, dat in alle opzichten, ook afgezien van elk politiek standpunt, die vermindering met 10 agenten toch wel kon doorgaan, al werd dit nieuwe politie bureau niet gebouwd. Van niet minder beteekenis is het bezwaar, dat door de uitvoering van dit plan niet minder dan 10 perceelen aan de woonruimte zullen worden onttrokken. Zoolang het niet mogelijk is krotten af te breken en de termijn van ontruiming der onbewoonbaar verklaarde woningen op deze agenda komt nog een dergelijk voorstel voor telkens met 6 maanden moet worden verlengd, gaat het niet aan 10 huizen af te breken. Een volgend punt van zeer ernstigen aard is, dat blijkens dit voorstel de cultuurbelangen bij Burgemeester en Wet houders absoluut niet in veilige handen zijn. Het ontwerpen van den gevel van dit bureau en de geheele indeeling ervan zijn opgedragen aan een ondergeschikt amb tenaar, die voor dergelijk soort werk absoluut niet berekend is, een bewijs, dat men in het geheel niet begrijpt, dat de bouwkunst tot de schoone kunsten behoort en dat men een architect van naam in den arm had moeten nemen. Spreker vraagt welk slecht voorbeeld aan particulieren wordt gegeven, als de gemeente voor een van de enkele groote gebouwen, welke zij zet, dergelijk prutswerk laat verrichten. Spreker neemt het den persoon, die met deze opdracht is belast, niet kwalijk, maar iedereen, die eenigszins met de werkelijkheid bekend is, weet dat iemand, die een monumentaal gebouw kan stichten, niet voor een salaris van 4000.op een bureau gaat zitten, tenzij het een jongmaatje is, die zijn carrière nog moet maken, maar dat is hier het geval niet. Spreker sluit zich aan bij den heer Splinter, waar deze den gevel van plan B beter vindt dan dien van plan A, maar hij acht ook laatstgenoemde niet van architectonische waarde en daar niet op zijn plaats. Het ontwerp A is een slappe imitatie van de richting van den Amerikaanschen architect Wight, die in horizontale lijnen zijn kracht zoekt en tegenwoordig veel wordt nagevolgd, en plan B is een kruising van de denkbeelden van Wight met de Amsterdamsche school, bij voorbeeld van van der Mey en dergelijken. Voor op zichzelf staande gebouwen en bouwblokken kan men de richting-Wight wel volgen, maar die horizontale lijnen tusschen het verticale type van de stadshuizen staan bespottelijk en als men een gebouw zet, half verticaal en half horizontaal van lijnen, dan wordt het geheel een warboel. Spreker meent hier min of meer te mogen spreken van een schandaal. De gemeente heeft in die dingen vóór te gaan en heeft te zorgen, dat een geweldige stadsontsiering, als die door het prutsen van alle mogelijke winkeliers en anderen aan de hoofdstraten plaats heeft, niet ook van de gemeente uitgaat; de gemeente dient zich voor het ontwerpen van dergelijk gebouw te wenden tot een van de weinige alleszins bevoegde personen op dit gebied in ons land." Ook uit dit oogpunt zal spreker zich tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders moeten verklaren. De heer Wilmer acht den bouw van een nieuw politie bureau zeer gewenscht, maar verschilt met Burgemeester en Wethouders omtrent de vraag, of die bouw al dan niet financieele offers van de gemeente zal vragen. Burgemeester en Wethouders becijferen, dat deze bouw eerder een finan cieel voordeel dan een financieel nadeel voor de gemeente zal opleveren, maar voor spreker staat het vast, dat aan aan neming van het voorstel van Burgemeester en Wethouders verbonden is een jaarlijksche uitgaaf voor de eerste jaren van ongeveer f 25090.—. Medegedeeld wordt, dat de rijwielbrigade kan uitgebreid worden, doch dat men daarvoor een nieuw bureau noodig heeft; in het oude gebouw gaat het niet. Spreker is overtuigd, dat op het oogenblik ook al het aantal agenten beperkt zou kunnen worden, ten gevolge waarvan de uitgaven met f 20000 zouden kunnen worden verminderd, zonder dat men een ander gebouw gaat stichten. Dat zou kunnen, wan neer in het tegenwoordig bureau een tiental fietsen meer ondergebracht werden, en dat is mogelijk, al zou men mis schien aan 10 agenten, die nu hun eigen rijwiel daar stallen, die gelegenheid moeten ontnemen. Men zou dan 10 dienst- fietsen meer kunnen stallen en men zou met 10 agenten minder kunnen volstaan. Men zou daarnaast aan de agenten een gelegenheid elders kunnen geven om hun eigen fietsen te stallen, maar dat zou veel minder kosten dan 20000.die men uit andere hoofde zou besparen. De Raad moet dus weten wat hij doet. Als men het voor stel van Burgemeester en Wethouders aanneemt, dan stelt men de gemeente voor een zeer zware jaarlij ksche uitgaaf. Dat bedrag van 20000.kan op dit oogenblik even goed worden uitgespaard en spreker drukt er zijn bevreemding over uit, dat dat jaren lang niet is geschied, dat men nooit aan een tiental politieagenten heeft gevraagd hun particuliere fietsen niet mede te brengen of ze ergens anders te stallen, desnoods met een vergoeding van gemeentewege, omdat het opbergen van die tien fietsen aan de gemeente 20000. kostte. Spreker heeft dit naar voren gebracht om te laten uitko men welke uitgaven uit dit plan zullen voortvloeien. Burgemeester en Wethouders zeggen verder, dat deze ver bouwing een niet onbelangrijke verbetering in de huisvesting en daarmede in den dienst van de Bank van Leening zal medebrengen. Wanneer die verbetering kan plaats hebben zonder groote financieele uitgaven, dan zal het bestuur der Bank, waartoe spreker behoort, dat zeer op prijs stellen, maar, zoo niet, dan kan spreker wel verklaren, dat het bestuur die verbetering niet noodig acht en zich, vooral in dezen tijd, met een zeer primitieve inrichting tevreden stelt. De heer Dubbeldeman deelt het bezwaar van den beer Knuttel, dat tien woningen aan de woonruimte zullen worden ont trokken. Dit plan was spreker sympathieker geweest, als het vergezeld was gegaan van een plan om van gemeentewege tien woningen te bouwen, te meer omdat hedenmiddag de Raad woningen, die maanden geleden zijn afgekeurd, weer voor 6 maanden bewoonbaar heeft moeten verklaren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 4