38 nomen, niet alleen omdat het wenschelijk is bij het over nemen van particuliere straten eenzelfde gedragslijn te volgen, maar ook omdat de gemeente bij het bezit van deze open bare wegen inderdaad belang heeft. De Leidsche Exploitatie- Maatschappij van Onroerende Goederen heeft zich, blijkens haar bij de stukken gevoegd schrijven, bereid verklaard de meergenoemde straten kosteloos aan de gemeente af te staan en een bedrag van 1260.in de gemeentekas te storten als haar aandeel in de kosten van verbetering dier straten. Overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabri cage geven wij U mitsdien in overweging: a. te besluiten tot kostelooze overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van de Bloemstraat, de Vink- straat, de Gisettestraat c. a. en een gedeelte van de Nannie- straat, een en ander kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K, No. 1472 en Sectie O, Nis 841 ged. en 784 ged. en op de overgelegde teekeningen met gele kleur aangeduid, nadat door of vanwege de eigenaresse dier straten een bedrag van 1260.in de gemeentekas zal zijn gestort; b. door vaststelling van den hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving ten behoeve van de verbetering van de Bloemstraat en de Gisettestraat c. a. een bedrag van ƒ2520.te onzer beschikking te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan de helft van dit bedrag, ad 1260.—, moet worden afgeschre ven, is nog 98.900.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. g2. Leiden, 5 Maart 1923. Onder verwijzing naar het hieronder afgedrukt schrijven van de Commissie van Beheer over de gestichten „Ende- gee-t", „Voorgeest" en „Rhijngeest" geven wij Uwe Verga dering in overweging, ons College te machtigen tot H. M. de Koningin het verzoek te richten, het maximum aantal patiënten, dat in de beide paviljoens voor vrouwelijke en mannelijke jeugdige idioten van het krankzinnigengesticht „Endegeest" mag worden verpleegd, tijdelijk te vermeerderen met 10 (5 meisjes en 5 jongens). Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 1 Maart 1923. Bij schrijven van 21 Januari 1922 B. No. 74, deelde de Inspecteur van het Staatstoezicht op Krankzinnigen den Geneesheer-Directeur mede, dat het maximum aantal patiënten in de afdeeling voor jeugdige idioten „Voorgeest", thans 144 (72 meisjes en 72 jongens) bedragende, ingevolge machtiging van den Minister van Binnenlandsche Zaken voorloopig met 10 mocht worden overschreden. Deze ver gunning, oorspronkelijk bedoeld tot 1 Januari 1923, kan volgens mededeeling van genoemden Inspecteur op aanvrage alsnog worden verlengd voorloopig tot 1 Januari 1925. Wij meenen, dat er aanleiding bestaat een verzoek van deze strekking tot H. M. de Kouingin te richten. Terwijl toch deze vermeerdering van het aantal patiënten aan het peil der verpleging geen afbreuk zal doen, is het bovendien in de praktijk wenschelijk gebleken, ten einde aan aanvragen tot opneming te kunnen voldoen, tijdelijk over eeuige meerdere plaatsruimte de beschikking te hebben. Het ligt overigens niet in het voornemen van den Geneesheer-Directeur om over de eventueele meerdere plaatsruimte geheel en voort durend te beschikken, doch dit van de omstandigheden te doen afhangen. Op grond van het bovenstaande geven wij U m over weging den Baad voor te stellen Uw College te machtigen tot H. M. de Koningin het verzoek te richten, het maximum aantal patiënten, dat in de beide paviljoens voor vrouwelijke en mannelijke jeugdige idioten van het krankzinnigengesticht „Endegeest" mag worden verpleegd, tijdelijk te vermeerderen met 10 (5 meisjes en 5 jongens). De Commissie van Beheer over de Gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", W. Pera, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 83. Leiden, 5 Maart 1923. In Uwe Vergadering van 20 Februari 1922 (Ingek. Stukken No. 51), werd besloten de perceelen Wernershof Nis 1,2,3, 46. 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13, Ferdinand Wernerspoort Nis 1, 2, 3 en 4, Willem Frcderikspoort Nis 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7. wegens ingesloten ligging, geringen toevoer van lucht, vocht en vervallen toestand, en het perceel Paradijssteeg No. 58 wegens vocht en vervallen toestand onbewoonbaar te verklaren en te gelasten, dat de genoemde perceelen moesten zijn ontruimd binnen zes maanden, te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening was verstreken of het besluit tot onbewoonbaarverklaring was gehandhaafd. De termijn van ontruiming werd bij Uw besluit van 6 November 1922 met 6 maanden verlengd en vastgesteld op 25 Maart 1923, aangezien het tengevolge van den nog heerschenden woningnood voor de bewoners van de onbe- woonbaarverklaarde woningen niet mogelijk was geweest om eene andere woning te verkrijgen. Ook thans hebben de bewoners van genoemde woningen met uitzondering van die van de woningen Wernershof Nis 8 en 12, Ferdinand Wernerspoort No. 2 en Willem Frederikspoort No. 3, welke zijn ontruimd, nog geen andere woning kunnen verkrijgen, zoodat er alleszins aanleiding is, om den termijn van ontruiming van de nog niet ontruimde woningen wederom met 6 maanden te verlengen. Ook de Gezondheidscommissie ziet zich, blijkens het hierbij overgelegd schrijven, zij het ook slechts noodgedrongen, genoopt hiertoe te adviseeren. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging den termijn van ontruiming van de perceelen Wernershof Nis 1, 2, 3, 46, 7, 9 10, 11 en 13, Ferdinand Wernerspoort Nis 1, 3 en 4, Willem Frederikspoort Nis 1, 2, 4, 5, 6 en 7 en Paradijssteeg No. 58, wederom te verlengen met zes maanden en thans te bepalen, dat die woningen uiterlijk op 25 September 1923 moeten zijn ontruimd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. K°. 84. Leiden, 5 Maart 1923. Het is wenschelijk, dat -het uitbreidingsplan der gemeente ten Oosten van den Rijnsburgerweg en ten Noorden van de Poel wetering eenigszins wordt gewijzigd. Volgens het stratenplan toch van dit gedeelte der gemeente, bij Uw besluit van 28 Februari 1921 (Ingek. Stukken No. 46) vast gesteld als op de overgelegde situatieteekening in gele kleur is aangeduid, loopt de ten Noorden van de Poelwetering ontworpen, 12 M. breede, straat niet door tot aan den Rijnsburgerweg, maar buigt deze straat eerst in Noordelijke richting, om daarna in de volgende evenwijdig aan de Poelwetering loopende straat uit te komen. Zij staat dus alleen door dezen laatsten weg in verbinding met den Rijnsburgerweg. Een blik op de kaart doet zien, dat het aanbeveling verdient, den eerstbedoelden 12 M. breeden weg rechtstreeks naar den Rijnsburgerweg door te trekken; vooral met het oog op eene eventueele bebouwing op den grond ten Noorden van de Poelwetering, is het noodig, dat er daar ter plaatse een onmiddellijke en korte verbinding met den Rijnsburgerweg gemaakt zal kunnen worden. Mitsdien ware de straat, op de teekening in rood aan gegeven, alsnog in het uitbreidingsplan op te nemen. Deze straat is gedacht als een 10 M. breede en, wat het meest Westelijke gedeelte betreft, als een 8 M. breede weg. Tegen het ontwerp tot herziening van het uitbreidings plan, dat gedurende den door de wet voorgeschreven tijd op de secretarie voor een ieder ter inzage heeft gelegen, zijn geen bezwaren ingebracht. Onder mededeeling, dat ook de Gezondheidscommissie zich met ons voorstel kan vereenigen, geven wij U derhalve, overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage, in overweging over te gaan tot vaststelling van het op de overgelegde situatieteekening aangegeven plan tot herziening van het uitbreidingsplan der gemeente beoosten den Rijns burgerweg en benoorden de Poelwetering, alsmede tot vast stelling van de rooilijnen, zooals die op de situatie zijn aangeduid. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 2