40 MAANDAG 26 FEBRUARI 1923. in de practijk zal een deel daarvan worden verwezenlijkt, speciaal wat betreft de menschen, die er ernstig naar streven uit de krotten te gaan, zelfs al hebben zij geen geld om een betere woning te betrekken. Wat betreft de verdeeling van deze 162 woningen heeft het spreker gefrappeerd, dat er daaronder slechts 34 zullen zijn met 3 slaapkamers, wat met het oog op de menschen, voor wie de woningen bestemd zijn, zeer gering is, want daaronder zijn vele menschen met een groot gezin. De heer Dubbeldeman verklaart het voorstel van Burge meester en Wethouders met sympathie ontvangen te hebben. Dit voorstel bedoelt toch in wezen om op den duur te kunnen beginnen met het opruimen van krotten en het is het eerste voorstel waarvan men kan zeggen, dat de gemeente zich direct met deze aangelegenheid gaat bemoeien; totnogtoe hadden het gemeentebestuur en de meerderheid van den Raad zich op het standpunt gesteld, dat dit moest geschieden door ver- eenigingen met hulp van Rijk en gemeente. Spreker hoopt, dat Burgemeester en Wethouders het hierbij niet zullen laten. De mogelijkheid is er nu, dat de gemeente, zonder dat het de gemeenschap geld kost, ieder, die nog geen woning heeft, er een kan bezorgen. Spreker uit de hoop, dat den Raad binnen korten tijd weder dergelijk voorstel zal bereiken, doch dat het dan zal opgediend worden op een andere wijze dan thans geschied is, want het is onaangenaam als men over een voorstel, dat zoo broodnoodig is, zoo'n onaangename discussie moet voeren. De heer van Stralen ziet eenige tegenstrijdigheid tusschen de mededeeling van Burgemeester en Wethouders in destukken, dat zij deze woningen in de eerste plaats willen bestemmen voor degenen, die onvoldoende gehuisvest zijn zij beoogen dus verbetering van de volkshuisvesting en het standpunt van de Regeering, dat zij alleen ten behoeve van voorziening in het woningtekort subsidie geeft. Spreker zou deze woningen in de eerste plaats willen zien toegewezen aan hen, die geen huis hebben of eerstdaags dreigen dakloos te worden. Er zijn bij de Huurcommissie 200 huuropzeggingszaken aanhangig, waarvan 160 betreflende woningen met een huurwaarde be neden de 4per week. Die 160 gezinnen dienen in de eerste plaats te worden geholpen. Daarom verzoekt spreker aan Burgemeester en Wethouders om, alvorens tot verhuring over te gaan, met de Huurcommissie overleg te plegen. Spreker is het oneens met den heer Wilmer, die blijkbaar meent, dat een groot percentage van deze 162 woningen aan krotbewoners zal worden toegewezen. Dat percentage zal zeer gering zijn. Ten slotte vraagt spreker of het in de bedoeling van Burge meester en Wethouders ligt de terreinophooging, de r ioleering en den stratenaanleg, waarvoor/40.000.— wordt aangevraagd, te doen plaats hebben, evenals met de ophooging van het Raamland is geschied, van gemeentewege door arbeiders, bij de Arbeidsbeurs ingeschreven. In elk geval zou hij de toe zegging willen ontvangen, dat het advies van de Commissie voor de Werkverschaffing zal worden gevraagd. De heer Mulder geeft den heer Knuttel in overweging zijn voorstel niet te handhaven. Het ligt geenszins in de bedoeling van Burgemeester en Wethouders om na den bouw van deze 162 woningen den verderen woningbouw stop te zetten, maar het is momenteel moeilijk zich vast te leggen. De premiebouw zal spoedig van de baan zijn, zoodat weldra de tijd zal aan breken, dat het niet ontvangen van premie geen motief kan zijn om niet te bouwen. Aan den heer van Stralen deelt spreker mede, dat de ophooging al in orde is. Opgehoogd behoeft er niet te worden alleen moet er een bestrating gemaakt worden, maar dat kan niet gebeuren door werklooze arbeiders. Voor de opbooging is alvast gezorgd ten einde klaar te zijn voor het geval er mogelijkheid zou bestaan met een plan te komen. Ten slotte verzoekt spreker den heer Sijtsma zijn beschul diging van gekonkel öf terug te nemen of te bewijzen. De heer Sijtsma verklaart niet gezegd te hebben dat er gekonkeld is, maar alleen dat het vermoeden er van bij het publiek is gerezen. En dat is een feit. Hij behoeft dus niets in te trekken. De heer Mulder heeft daaruit afgeleid dat de heer Sijtsma bedoelde te kennen te geven dat het zoo was. De heer Sijtsma. U moet eens hooren wat het publiek zegt! De heer Mulder vraagt alleen, wat de heer Sijtsma in het openbaar zegt. De Voorzitter geelt den heer Knuttel in overweging in te trekken zijn motie, die reeds sinds zoo lang aanhangig is. De heer Knuttel kan te zijner tijd altijd nog met een nieuwe motie komen. Volgens dit voorstel zullen 162 woningen gebouwd worden; daarbij zullen nog komen 120 woningen, door »de Eendracht" met steun van de gemeente en premie van het Rijk te bouwen, en 52 woningen, door »de Eendracht" en »Ons Belang", te bouwen met Rijks voorschot; totaal 334 woningen, terwijl het woningtekort hier te stellen is op 600. Voor die 282 woningen is nog premie te krijgen, terwijl men geen premie kan krijgen voor woning bouw, waarbij de bedoeling voorzit om krotten op te ruimen. Het is dus financieel voor de gemeente voordeeliger om eerst die 282 woningen te bouwen. Daarenboven krijgt men vanzelf een opschuiving. Men zoeke het niet in die reserve-woningen, waarvan de Gezondheidscommissie een zeer onduidelijke omschrijving geeft: het zijn geen noodwoningen, geen tijdelijke woningen maar zij moeten toch tijdelijk dienen voor de menschen, wier woningen verbouwd worden. Het ligt veel meer voor de hand om te zorgen, dat het woninggebrek ophoudt en daartoe kan het betrekkelijk spoedig komen. Het is niet bekend hoe het plan, ingediend door den heer van Zijp, er uit ziet; dat moet nog bekeken worden. Er zal goed en goedkoop worden gebouwd en meer dan de helft van het woningtekort zal kunnen worden weggenomen, zoodra ook »de Eendracht" met haar plan komt. Spreker wil in dit opzicht zijn medewerking verleenen. Maar waar er al 120 woningen worden gebouwd, acht spreker het ongewenscht een plan van 100 woningen er tusschenin te werpen en daarom geeft hij den heer Knuttel in overweging diens motie in te trekken. Hij kan die later wel iveer indienen, maar thans is handhaving inopportuun. De Raad moet eens van die oude motie's afkomen Wat de prijzen der woningen betreft, er worden wel kleine woningen gebouwd, maar men moet niet vergeten, dat de thans voorgestelde 52 woningen met 1 slaapkamer en een keuken en de 76 woningen met 2 slaapkamers en een keuken niet een kop vormen op de eveneens nu voorgestelde 34 woningen met 3 slaapkamers en een keuken, maar een kop op hetgeen de bouwvereenigingen lot dusverre hebben ge bouwd. De bouwvereenigingen hebben dergelijke woningen niet gebouwd. Men kan de onderlinge verdeeling maken, zooals men wil. Stelt men de huur van de huizen met drie slaapkamers op 4.75 overal betaalt men voor zulke woningen meer die van de huizen met twee slaapkamers op 4.10 en die van de huizen met een slaapkamer op f3. dan komt men aan een gemiddelden huurprijs van 3.87, maar wellicht is er ook een plan te maken, waarbij de huur van die 52 woningen met één slaapkamer op 2.50 kan worden gesteld. In elk geval kan men bevorderen, dat de krotbewoners, die beter willen wonen, naar deze woningen verhuizen, maar men kan niet systematisch de krotten af breken. Spreker wil gaarne medewerken tot den bouw van nieuwe woningen, maar in den bouw van reservewoningen ziet hij geen heil. De heer Knuttel geeft toe, dat de stemming over zijn motie practisch weinig zal uitwerken, maar hij wenscbt toch een principe uitgedrukt te zien. De Voorzitter heeft allerlei plannen, die aanhangig zijn en waardoor voor de helft in den woningnood zou worden voorzien, opgesomd, doch die plannen beoogen iets anders dan spreker wil. Die plannen hebben ten doel nieuwe woningen te bouwen, maar spreker wenschtspeciaal woningbouw, waarbij het idee voorop staat, dat de huren zullen worden gebracht binnen het bereik van de krotbewoners. Daarvan is men bij deze woningen zeer ver af. De Voorzitter herhaalt, dat het zeer goed mogelijk is de verdeeling anders te maken, waardoor wel degelijk de krot bewoners een deel der woningen zullen kunnen betrekken. Verder bestaat nog de mogelijkheid van het geven van een bijdrage van gemeentewege in de huur, zoodat men dan die reservewoningen niet noodig heeft. De heer Knuttel zegt het idee betreffende de reserve woningen van de Gezondheidscommissie overgenomen te hebben omdat hij dacht dat het meer kans van slagen zou hebben dan iets wat hij zelf bedacht had, maar hij heeft daarmede niet willen te kennen geven, dat hij hecht aan dat idee van opschuiving en verschuiving. Wel hecht spreker hieraan, dat woningen gebouwd worden, snel, van zoodanige huurprijzen, 2.en daarbeneden, dat ook de slechtst ge situeerden daarin kunnen trekken en de krotten kunnen verlaten. Dat zal niet verkregen worden met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Overigens ziet spreker in, dat de zaak niet heel veel verder zal komen bij aanneming of verwerping van zijn voorstel, maar met het oog op de principe-quaestie meent spreker het toch te moeten handhaven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 10