30
richtingen, doch deze is uiteraard niet bij machte om te
voorkomen, dat een bestuurder van paard en wagen tenge
volge van onhandigheid, snelheid, of andere omstandigheden,
tegen de pui van de naamlooze vennootschap aanrijdt. Het
ligt in de eerste plaats op den weg van de bestuurders van
voertuigen, om in dit, uit een verkeersoogpunt gevaarlijk,
stadsgedeelte de uiterste voorzichtigheid te betrachten en
zoodoende ongelukken, als in het adres bedoeld, te voor
komen.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Verga
dering in overweging op het verzoek van de K.V. Manufac-
turenhandel van Vroom en Dreesmann niet in te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Edel Achtbare Heeren,
Ondergeteekende, als Directeur der K.V. Manufacturen-
handel van Vroom Dreesmann, neemt hierdoor de vrijheid
Uw EdelAchtbaren te wijzen op de bestaande gevaarlijke
verkeersregeling tusschen den Vischbrug en Maarsmanssteeg.
Beeds meerdere malen, zoo ook weer deze gepasseerde Vrijdag,
is het voorgekomen, dat voerlieden, door met te groote
snelheid genoemden brug af te rijden, den inrij tot den
Maarsmanssteeg niet konden halen, met het gevolg dat zij
met paard en wagen onze etalageruit op den hoek van be
doelden steeg verbrijzelden, hetgeen voor passeerende voet
gangers een zéér groot gevaar kan opleveren, getuige de
reeds plaats gehad hebbende ongevallen, waarvan zelfs één
met doodelijken afloop. Daarom verzoekt ondergeteekende
Uw Edelachtbaren beleefd, het verkeer daar ter plaatse zoo
te willen regelen, dat in het vervolg dergelijke ongelukken,
welke voor zijne Firma zéér groote schaden kunnen veroor
zaken, niet meer kunnen voorkomen. Het verkeer van voer
tuigen in den Maarsmanssteeg vanaf den Vischbrug te ver
bieden en in omgekeerde richting, dus vanaf de Breestraat
toe te staan lijkt ondergeteekenden zéér afdoende. Mochten
hieraan echter te groote bezwaren verbonden zijn, dan zou
ondergeteekende Uw EdelAchtbaren beleefd willen verzoeken,
tenminste een vaste verkeersagent-post op den Vischbrug
te willen doen plaatsen, welke post tot nu toe alleen Zater
dags werd betrokken, op welken dag dan ook nog nimmer
eenig ongeval plaats had.
Vertrouwende, dat Uw EdelAchtbaren aan zijn verzoek
zult willen voldoen, teekent met de meeste Hoogachting,
W. A. A. Kerckhoff.
K°. 66. Leiden, 19 Februari 1923.
Tengevolge van vertrek uit de gemeente, bedanken, als
anderszins zijn in eenige stembureaux ter verkiezing van de
leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provin
ciale Staten en den Gemeenteraad een 7-tal vacatures
ontstaan.
Ter vervulling dier vacatures bieden wij U gemakshalve
onderstaande aanbeveling aan, onder mededeeling dat de
benoeming geldt voor het loopende vierjarig tijdvak.
Stemdistrict IX (Gemeentel. Eeinigingsdienst).
Tot lid
in plaats van D. VAK GEUTIKG: CH. L. WALDKöTTEE Sr.
Stemdistrict XVII (De Burg).
Tot plaatsverv. lid:
in plaats van A. VAK UKEKW. BEOUWEB.
Stemdistrict XX (Bewaarschool aan de Groenesteeg).
Tot voorzitter:
in plaats van A. ELKEEBOUT: K. F. KOOISTEA.
Stemdistrict XXXIV (School aan de Medusastraat).
Tot plaatsverv. lid:
in plaats van P. SPAA: B. DE KLEE.
Stemdistrict XXXIX (School aan de Heerenstraat).
Tot plaatsverv. lid:
in plaats van K. DE ZWAET: PH. EAKK.
Stemdistrict XL (Kweekschool voor Zeevaart)
Tot plaatsverv. lid:
in plaats van B. FOEMTJKEF. H. K. BLOEMIKK.
J. C. BACKEE OVEEBEEK: Mej. W. VAK
DEE VELDEK.
Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
K°. 67. Leiden, 19 Februari 1923.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
H. G. Heerma, bestaat noch bij de Commissie voor het
Marktwezen, noch bij ons College bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
den heer H. G. Heerma, op diens verzoek, met ingang van
1 April a.s., eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking
van Adjunct-Directeur van den Markt- en Havendienst.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
Hierbij heb ik de eer U mede te deelen dat ondergetee
kende, H. G. Heerma, Adjunct-Directeur van den Markt
en Havendienst, na een geneeskundig onderzoek, van den
pensioenraad bericht heeft ontvangen, dat hij voor verdere
diensten ongeschikt is.
Eeden waarom hij beleefd verzoekt hem op 1 April a.s.
ontslag te willen verleenen.
De Adjunct-Directeur v. d. markt en havendienst
H. G. Heerma.
K°. 68. Leiden, 19 Februari 1923.
Zooals U bekend is, wordt door ons College bevorderd
dat zoo mogelijk om de twee jaren een nieuwe uitgaaf van
het adresboek der gemeente Leiden verschijnt, waartoe
sedert verscheidene jaren door Uwe Vergadering, ter aan
moediging van de uitgaaf, een post op de gemeentebegrooting
werd uitgetrokken.
Thans is wederom een nieuwe uitgaaf van dit boekwerk
verschenen. De vorige uitgaaf kwam omstreeks het begin
van het jaar 1921 uit.
Dat in het algemeen aan het uitgeven van een adresboek
een groot financieel risico voor den uitgever verbonden is,
behoeft wel geen betoog; dit klemt te meer bij de thans ver:
schenen 13e uitgaaf, die onder veel ongunstiger omstandig
heden dan vorige keeren plaats vond, veroorzaakt door de
hoogere drukloonen en verdere kosten, alsmede door de
bezuiniging allerwege bij de aanschaffing van het boek.
Zoo zijn van de oplaag van 1000 exemplaren thans nog
slechts 500 exemplaren geplaatst. Van andere zijde dan die
van den heer Ed. IJdo blijkt het uitgeven van een adres
boek om het financieele risico dan ook wel niet te verwachten.
De groote behoefte welke aan een zoo uitgebreid mogelijk
adresboek algemeen wordt gevoeld, zal daarom van de ge
meente een grootere subsidie vragen dan voorheen. Ten
gevolge van de combinatie van den drukker en den uitgever
in één persoon, kon de heer IJdo zijne kosten uiteraard
méér beperken, dan wanneer die combinatie niet had bestaan.
Toch bedragen de kosten van voorbereidende werkzaamheden
(adverteeren in de dagbladen, controleeren en bijwerken van
bestaande kopy, wat door ongeschoold personeel niet kan
worden verricht), die van zetten, drukken, correctie, papier
en bindwerk nog rond 7200.bij een oplaag van 1000 exem
plaren. Aannemende dat al deze exemplaren worden verkocht
en rekening houdende met de opbrengst der advertentiën
in het adresboek, zullen de ontvangsten 6000.bedragen,
zoodat de uitgaaf volgens de door den heer IJdo verschafte
en van onzentwege nagegane berekening een verlies van
1200.zal opleveren.
In deze omstandigheden komt het ons billijk voor, dat
dit verlies gelijkelijk door den drukker-uitgever en de
gemeente wordt gedragen, zoodat de subsidie dan 600.
zal beloopen.
Inmiddels is gebleken dat, tengevolge van een misverstand,
de subsidie in de kosten van uitgave van het adresboek
1921, waarvoor een bedrag van 200.in uitzicht was gesteld
I (als bij de uitgaaf 1915), onbetaald is gebleven. Wij achten het