MAANDAG '25 SEPTEMBER 1922.
399
bij sneeuwstorm en bij buitengewoon hevige regens, niet eens
overlast zal worden ondervonden, maar dat zijn buitengewone
dingen en zelfs de Directeur van Gemeentewerken moet ver
klaren niet te kunnen verzekeren, dat in die gevallen de voor
gestelde verbetering van afdoenden aard zal zijn. Wilde men
ook voor die dingen een afdoende voorziening treffen, dan zou
er zooveel moeten gebeuren, dat daarmede een kolossaal groot
bedrag gemoeid was. Ik wil er niet op wijzen, dat op die
manier de helft van de pachtsom verloren gaat. Ofschoon dat
wel eens gezegd mag worden, 'geloof ik niet dat daarin een
reden mag gelegen zijn niet een afdoende verbetering aan te
brengen, maar ik ben overtuigd, dat de voorgestelde ver
betering met afdoende zou wezen, ja, dat zelfs de bijzondere
verbetering, welke zeer veel geld zou kosten, niet tot een
afdoende voorziening zou leiden. Ik wil alleen letten op de
uitgaven en daarmede moeten wij zuinig zijn.
De pachter van de Graanbeurs zegt nu eenmaal dat hij een
bijzondere schade heeft gehad, en ik wil daarover den staf
niet breken en het aannemen hij kan, zegt hij, getuigen
oproepen maar moet nu de gemeente op grond van het
geen is gebeurd bij een buitengewonen toestand, door de
natuur aangebracht, 1200.uitgeven voor het aanbrengen
van een verbetering, welke toch niet afdoende zal helpen De
minderheid van het college, gerugsteund door de Commissie
van Fabricage, kan zich daarmede niet vereenigen en zal
tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen.
De heer Splinter. M. d. V. De heer Mulder heeft aange
geven waarom wij tegen dit voorstel waren, maar ik wil er
nog op wijzen, dat voor ons hoofdzaak was, dat volgens het
rapport van den Directeur van Gemeentewerken het slechts
een halve maatregel zou zijn.
Ik heb van morgen eens den toestand ter plaatse nagegaan
en ik moet verklaren, dat, als men' overgaat tot het ver
nieuwen der ruiten, deze, waar ze nu 10 c.M. over elkander
heengaan, dit dan wel 25 c.M. mag zijn, wil men eenige ver
betering verkrijgen.
Daarom zou ik liever zien, dat dit voorstel alsnog terug
genomen werd door Burgemeester en Wethouders, en dat aan
den Directeur van Gemeentewerken gevraagd werd, een betere
oplossing aan de hand te doen. Als de voorziening tot stand
komt, welke Burgemeester en Wethouders voorstellen, dan
zal bij sneeuwjacht de sneeuw er toch onderdoor komen.
De Voorzitter. Als de heer Splinter dat wenscht, dan moet
hij komen met een motie tot uitstel.
De heer Groeneveld. M. d. V. Het heeft mij getroffen, dat
een verbetering alleen verkregen zou kunnen worden door
langere ruiten te gebruiken, maar ik wil vragen, of het niet
mogelijk zou zijn de aanwezige ruiten op te schuiven. Het
hangt af van de constructie van het dak en die heb ik niet
gezien, maar zouden de ruiten niet verder over elkaar ge
schoven kunnen worden
De heer Splinter. De heer Groeneveld vraagt, of de ge-
wenschte verbetering niet verkregen zou kunnen worden door
de ruiten verder over elkander te schuiven. Dat kan niet,
omdat de sponningen der roeden verdeeld zijn over delengte
van de ruiten.
De heer Huurman. M. d. V. Ik zou het beter achten hier
niet in kleinigheden te onderzoeken op welke wijze het voor
gestelde plan uitvoerbaar is.
Ik meen, dat het onmogelijk is het dak van de Graanbeurs
in orde te maken voor het luttele bedrag, dat Burgemeester
en Wethouders aanvragen; ik geloof, dat het geld weggooien
zou zijn. Daarom moeten wij dit voorstel niet aanhouden
maar afstemmen.
De heer van der Lip. M. d. V. De meerderheid van het
college van Burgemeester en Wethouders heeft gemeend dit
voorstel aan den Raad te moeten doen. De heer Mulder heeft
het bestreden en ik wil nu nog met eenige woorden het
advies van de meerderheid verdedigen.
Ik zal kort zijn. Ik ben geen deskundige op dit gebied, ik
kan niet oordeelen over de quaestie van het ruiten leggen,
maar ons standpunt is dit.
Het is gebleken en wel op zeer afdoende wijze, dat er aan
dit gebouw iets hapert, dat daardoor aan den pachter schade
is toegebracht er zijn door het inregenen costumes be
dorven en dat de kans bestaat, dat, als het zoo blijft, hij
bij het verhure.n van de zaal moeilijkheden zal krijgen, zooals
hij die nu reeds gehad heeft.
Wij zijn nu verplicht te zorgen, wanneer onzerzijds een
gebouw verhuurd wordt waar partijen en andere bijeenkomsten
gehouden worden, dat alles goed in orde is en dat niet meer
zal kunnen voorkomen wat nu helaas voorgekomen is.
Wij hebben aan den Directeur van Gemeentewerken nog
een nader advies gevraagd en deze heeft gezegdals men de
kwaal op absoluut afdoende wijze wil wegnemen, dan zal het
een zeer groote uitgaat vorderen, maar wanneer gedaan wordt
wat nu de meerderheid van het college voorstelt, dan is dat
niet een halve maatregel, gelijk de heer Splinter zegt, maar
dan zal voor 7/a aan de kwaal tegemoetgekomen worden.
Er zal dan wellicht nog wel last worden ondervonden bij
een felle sneeuwjacht, maar zoo iets behoort tot de zeldzaam
heden. Als men echter te doen heeft met regenbuien gepaard
met wind, wat hier te lande niet tot de .zeldzaamheden be
hoort, dan zal er geen hinder meer zijn. En dat zal al veel
gewonnen zijn.
Men zegtwij zien op tegen die groote uitgaaf. Dat begrijp
ik, maar de meerderheid van het college wil in elk geval
wat doen, namelijk de voorgestelde verbetering uitvoeren,
waardoor voor het grootste gedeelte, zooals de Directeur van
Gemeentewerken heeft gerapporteerd, aan het bezwaar zal
worden tegemoet gekomen. Wij meenen, dat de gemeente als
een goede verhuurster verplicht is door het aanbrengen van
een dergelijke reparatie al is het een tegenvaller en al
zouden wij die uitgave gaarne besparen te zorgen, dat in
het vervolg dergelijke dingen als gebeurd zijn niet meer
voorkomen. Volgens den Directeur van Gemeentewerken zou
door^ dezen maatregel een verbetering worden aangebracht,
welke zoo niet geheel dan toch voor de meeste gevallen af
doende zal zijn.
Dit is de reden waarom de meerderheid van Burgemeester
en Wethouders dit voorstel heeft gedaan. Aanhouding is niet
noodig, want de zaak is bij ons van alle kanten bekeken.
Ik zou niet weten wat wij in deze nog meer zouden moeten
onderzoeken.
De heer Huurman. M. d. V. De opmerking van den heer
van der Lip begrijp ik niet. Hoe kan men genoegen nemen
dat een gebrek aan een dak voor 7/s verbeterd wordt. Als
iets gebrekkig is, moet men het niet voor 7/s, maar geheel
in orde maken. Men gaat aan een gemeentegebouw toch niet
prutsen. Kan deze herstelling niet worden uitgesteld en de
uitgaven daarvoor op de volgende begrooting worden gebracht?
Zoolang kunnen wij het wel laten rustende schade, waarvan
sprake is, is in Februari toegebracht en nu komt men pas
met dit voorstel.
De heer Sijtsma. M. d. V. De heer Huurman sprak van
»prutsen", maar die uitdrukking is op de voorgestelde reparatie
m. i. niet toepasselijk. Ik stel het mij zoo voor, dat alleen
voor het geval er sneeuwjacht komt de verbetering, welke
Burgemeester en Wethouders voorstellen, geen effect kan
sorteeren. In een enkel geval kan die verbetering dus niet
helpen, maar in andere gevallen wel. Wij krijgen niet een
prutsmaatregel, maar een maatregel, die de Graanbeurs maakt
tot een zaal, die in de meeste gevallen kan verhuurd worden.
Ook ik zou die 1200.wel willen bezuinigen, maar ik ben
het met den Wethouder van der Lip eens, dat, als wij de
Graanbeurs verpachten, wij haar in zoodanigen toestand beschik
baar moeten stellen, dat zij verhuurd kan worden. En waar
de pachter met deze verbetering tevreden is, moeten wij naar
mijn meening dit voorstel aannemen, andeis vervallen wij
straks in nog grootere kosten.
De heer van Hamel. M. d. V. Ik zie niet tegen die uitgave
van 1200.op. Ik vrees, dat, als deze verbetering niet
wordt aangebracht, dit een volgenden keer, als de zaal weer
moet worden verpacht, zich zal wreken. Dat dit niet een
ideaal van voorziening is, kan wel wezen, maar, als men niet
het beste kan kiijgen, moet men zich contenteeren met de
voorgestelde verbetering, welke vrij afdoende kan genoemd
worden. Ik zal dus mijn stem aan dit voorstel van Burge
meester en Wethouders geven.
De Voorzitter. Ik sta aan de zijde van den heer Mulder.
Ik geloof, dat dit weer een geval is, zooals er vele zijn. Als
de verpachtster van de Graanbeurs niet de gemeente was,
zou men, dunkt mij, over deze zaak niets hebben gehoord.
Het is niets bijzonders. De heer van Hamel vreest, dat, als deze
verbetering niet wordt aangebracht, het den volgenden keer
moeilijker zal gaan om de Graanbeurs te verpachten, maar er is
aan die glazen zoldering niets gebeurd; die is altijd zoo ge
weest. De heer Backer is. nagenoeg zoolang ik al Burgemeester
ben, pachter van de Graanbeurs geweest en nooit is een
klacht van hem ingekomen, maar nu is het eens een avond
noodweer geweest en toen heeft die glazen dakbedekking
gelekt. Ik weet niet of de heeren glazen lantaarns in hun huis
hebben, maar, als dat het geval is, weten zij dat die dingen bij
noodweer bijna altijd lekken. Men behoeft trouwens niet eens
zoover te gaanals men, zooals met mij het geval is, in een
eenigszins oud huis woont, dan weet men dat het daar bij
zware regens altijd eenigszins lekt. Gaat men dat alles prachtig
in orde maken, dan bouwt men zich arm. De heer Backer