398
MAANDAG 25 SEPTEMBER 1922.
als dit voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aan
genomen, andere organisatie's met soortgelijke verzoeken bij
den Raad zullen komen. De vier andere vakcentrale's zullen
dunkt mij ook gratis van de Stads-Gehoorzaal gebruik willen
maken, omdat zij ook wel eens gratis propaganda willen maken,
want Burgemeester en Wethouders zeggen wel, dat zij alle
propaganda zullen weren, maar het spreekt van zelf, dat op
die avonden, al is het alleen maar in het woord van den
voorzitter, dat tevoren niet wordt gecontroleerd, propaganda
voor de S. I). A. P. zal worden gemaakt. De Raadsleden
zullen begrijpen, dat organisatie's van andere richting ook
wel eens gratis de beschikking over een zaal willen hebben.
Maar bovendien wil ik ronduit verklaren, dat ik in deze
Centrale Commissie niet in dergelijke mate vertrouwen kan
stellen, dat ik eenigermate verantwoordelijkheid wil dragen
voor hetgeen die Commissie doet. Het heelt mij gefrappeerd,
dat het eerste wat deze Centrale Commissie voor de werk-
loozen en in het algemeen voor de arbeiders heelt gedaan,
hierin bestond, dat zij een tooneelstuk liet opvoeren, dat in
de Stadsschouwburg door den Burgemeester was verboden. Ik
kan op dien grond mijn vertrouwen aan deze Centrale Com
missie niet scnenken. Al hebben Burgemeester en Wethouders
een net van bepalingen gespannen om te zorgen, dat geen
propaganda woidt gemaakt, ik geloof, dat een Commissie van
een dergelijke mentaliteit wel eenige mazen zal vinden om er
doorheen te kruipen en propaganda te maken. Dat heelt het
verleden bewezen.
Vooreerst dus omdat ik bang ben voor de gevolgen en ten
tweede omdat ik mijn sympathie en vertrouwen niet aan deze
Centrale Commissie kan schenken, zal ik niet meegaan met
het praeadvies van Burgemeester en Wethouders.
De heer Jan de Lange. M. d. V. Ik kan mij geheel aan
sluiten bij hetgeen door den heer Wilmer is gezegd. Ik zou
niet tegen dit praeadvies stemmen, indien ik niet voorzag,
dat bij inwilliging van dit verzoek de Christelijke en andere
vakcentrale's en ook de Roomsch-Katholieke Volksbond met
soortgelijke verzoeken bij den Raad zouden komen, terwijl
dan hetgeen aan den een is toegestaan, aan den ander niet
zal kunnen worden geweigerd.
De heer Sijtsma. M.d. V. Ik zal er niet veel van zeggen.
Ik weet niet hoe in de toekomst deze commissie zal werken,
maar ik ben in de gelegenheid geweest om datgene wat zij
tot dusverre heeft gepraesteerd persoonlijk te aanschouwen en
op grond daarvan durf ik aan den Raad de verzekering te geven,
dat zij zeer angstvallig alle propaganda voor haar partij er
buiten hield.
De heer Wilmer. Met Allerzielen zeker?
De heer Sijtsma. Dat was een voorstelling, welke een
gesloten karakter droeg. Het publiek was er niet bij; de
aanwezigen waren alleen leden van het Volksgebouw. Noch
de heer Wilmer noch ik konden er bij komen. Maar de
vergaderingen, welke zijn gehouden, de concerten, welke zij
voor de werkloozen heeft gegeven, en de andere bijeenkomsten
droegen een bepaald neutraal karakter.
Daarom durf ik met vrijmoedigheid voor dit voorstel te
stemmen. Komen er straks andere vakcentr ale's, die in dien-
zelfderr geest, op strikt neutrale wijze, bijeenkomsten willen
houden, dan kunnen wij altijd nog verder zien. Ik zou zeg
gen daartegen is dan ook geen bezwaar.
Wil men het den werkloozen gemakkelijk en aangenaam
maken het komt dien menschen toch wel toe dan
moet men het voorstel van Burgemeester en Wethouders
aanvaarden en dan moet mén niet beginnen met bij de eerste
de beste gelegenheid den pas daartoe af te snijden.
De Voorzitter. Ik wil er nog op wijzen, dat het naar de
meening van Burgemeester en Wethouders thans iets geheel
anders betreft dan de zaak, welke verleden jaar aanhangig
is geweest.
Toen betrof het de beschikbaarstelling van een lokaal om
te dienen als verblijfplaats waar alle werkloozen zich dagelijks
zouden kunnen ontspannen en vermaken, maar thans hebben wij
te doen met een Commissie, welke er naar streelt den werk
loozen arbeiders ontwikkeling en ontspanning te geven, zooals
zij reeds gedaan heeft door het geven van uitvoeringen, die
vele werkloozen trokken. Daarvoor is echter noodig een groote
localiteit, welke hier alleen te vinden is in de Stads-Gehoor
zaal. De onkosten van het huren van die localiteit zouden
echter door die Commissie niet te betalen zijn.
Nu is de vrees uitgesproken, dat deze bijeenkomsten, waar
toe alle werkloozen met hunne gezinsleden toegang hebben,
niet neutraal zouden zijn. Wij hebben onder meer als voor
waarde gesteld dat de bijeenkomsten ook toegankelijk zullen
zijn voor de leden van den Gemeenteraad, en die zullen
dus kunnen contróleeren ot de neutraliteit daar in acht ge
nomen wordt.
Natuurlijk, als men propaganda wil maken, dan is er geen
reden om de zalen kosteloos in gebruik te geven. Iedereen
kan de zalen huren en dan kan men propaganda maken
zooveel-meri wil, behoudens de bepalingen van wetten of
verordeningen; maar als ze om niet afgestaan worden, dan
gaat het niet aan om daar propaganda te maken voor een of
andere richting. Dan moeten de bijeenkomsten een neutraal
karakter dragen, zoodat alle werkloozen ze kunnen bijwonen.
Als men werkelijk van hetgeen in die bijeenkomsten ge
boden wordt geniet en het neutrale karakter der bijeen
komsten strikt bewaard blijft, dan kan het onverschillig zijn
van wie de bijeenkomsten uitgaan. Dit is dan betrekkelijk bijzaak.
Burgemeester en Wethouders hebben dan ook gemeend
onder deze omstandigheden, dat dit een voorstel zou zijn
acceptabel voor alle Raadsleden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met
19 tegen 8 stemmen aangenomen.
Vóór stemmende heeren F. Eikerbout, Jan de Lange,
Meijnen, Sijtsma, Pera, Mulder, mevrouw van Itallievan
Embden, de heeren van der Lip, van Hamel, van Stralen,
Kuivenhoven, mevrouw Dubbeldeman—Trago, de heeren
A. Eikerbout, Splinter, van Eek, Schoneveld, Eerdmans, Dub
beldeman en Groeneveld.
Tegen stemmen: de heeren Sanders, Oostdam, Wilmer,
Wilbrink, Stijnman, Huurman, Bisschop en Heemskerk.
XIV. Voorstel in zake de levering van electrischen stroom
aan de gemeente Alkemade, voor zoover betreft de buurt
schap de Kaag, en van particulieren en publiekrechtelijke
lichamen in die buurtschap.
(Zie Ing. St. No. 292.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XV. Voorstel:
a. tot vaststelling van de bedragen over het jaar 1921
besteed voor normale uitbreidingen der Gasfabriek en
der Electriciteitsfabriek;
b. tot aanvulling van het uitbreidingskapitaal der Elec
triciteitsfabriek
c. tot vaststelling van den desbetreffenden begrootings-
staat.
(Zie Ing. St. No. 286.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVI. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering
tegen de N.V. R. H. W. Fabrieken te Leiden, tot vergoeding
van schade wegens het aanrijden van de Kerkbrug.
(Zie Ing. St. No. 293.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Heemskerk. M. d. V. Ik zou een vraag willen
stellen, maar ik weet niet of het raadzaam is dat in het
openbaar te doen.
De Voorzitter. Ik wil straks toch de deuren laten sluiten
en daarom is het 't beste dit punt voorloopig aan te houden.
Ik doe daartoe het voorstel.
Daartoe wordt besloten.
XVII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten be
hoeve van de kosten van verbetering van de glazen dakbe
dekking van de Graanbeurs.
(Zie Ing. St. No. 287).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Mulder. M. d. V. Ik wensch over deze zaak een
enkel woord te zeggen, omdat ik behoor tot de minderheid
in het college, die met de Commissie van Fabricage meegaat,
waar deze adviseert die verandering of zoogenaamde verbete
ring van de glazen dakbedekking van de Graanbeurs niet te
doen uitvoeren. De argumenten, welke zijn aangevoerd om
dat wel te doen, kunnen mij niet alleen niet bekoren, maar
ik vind ze ook niet vari afdoenden aard. De meerderheid van
het co'lege zegt, dat, waar wij de Graanbeurs verpachten, wij
ook goede waar moeten leveren en dienen te zorgen, dat de
zaak in orde is. Ik meen, dat de zaak werkelijk in orde is.
Ik wil niet zeggen, dat zij zoo in orde is, dat in noodgevallen,