MAANDAG 25 SEPTEMBER 1922. 397 XII. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onder houd bij de gemeente van een strookje grond en water aan de Rijn- en Schiekade, Sectie M Nis. 3328 en 2528 ged. (Zie Ing. St. No. 291). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIII. Praeadvies op het verzoek van de Centrale Commissie voor Arbeidersontwikkeling om het kosteloos gebruik van eenige localiteiten der Stads-Gehoorzaal, voor het houden van ont- wikkelings- en ontspanningsavonden voor werkloozen. (Zie Ing. St. No. 294.) De beraadslaging wordt 'geopend. De heer Bisschop. M. d. V. Toen de Leidsche Bestuurders- bond verleden jaar 500.vroeg om die te verdeelen over de vakcentralen, welke daarmede een ontspannings- en ontwikkelingsgelegenheid zouden daarstellen voor de werk loozen, zeiden Burgemeester en Wethouders onder andere in hun afwijzend praeadvies, dat de vakcentralen zelve be hoorden te zorgen voor de ontwikkeling en de ontspanning van de werkloozen, en de meerderheid van den Raad heeft zich toen op datzelfde standpunt gesteld. Bij die gelegenheid heb ik medegedeeld, dat de Roomsch-Katholieke Volksbond geheel werkzaam was in de richting, welke Burgemeester en Wethouders wenschten, zonder daartoe een beroep te doen op de openbare kas. De Roomsch-Katholieke Volksbond is op dien weg voortgegaan en heeft voor het aanstaande seizoen weer een lokaal en alle benoodigdheden, daaraan verbonden, beschikbaar gesteld, terwijl hij een serie voordrachtenavonden heeft georganiseerd, waarop sprekers van erkende kwaliteit zullen optreden en waarop de werkloozen gratis toegang zullen hebben. Indien de andere vakcentralen zich het lot der werk loozen evenzeer aantrokken 'als de Roomsch-Katholieke Volks bond dat doet, dan zouden wij verzoeken als dit hier niet te behandelen hebben. Waar Burgemeester en Wethouders ten vorigen jare op een verzoek om 500.subsidie afwijzend praeadviseerden en de Raad ook in dien geest besloot, heeft het mij eenigs- zins getroffen, dat Burgemeester en Wethouders op dit ver zoek van de Centrale Commissie voor Arbeidersontwikkeling, dat van veel verdere strekking is, goedgunstig adviseeren, zij het dan onder enkele voorwaarden. Ik zeg, dat dit verzoek van veel verdere strekking is, omdat het hier een verzoek geldt van één vakcentrale, en, als de vier andere vakcentralen hetzelfde voorbeeld volgden, daarvan het gevolg zou wezen, dat de Gemeenteraad ten opzichte van die vier vakcentralen de billijkheid in acht zou moeten nemen, zoodat de groote Stads-Gehoorzaal 10 avonden en de kleine Stads-Gehoorzaal 30 avonden ten behoeve van de vakcentralen gereserveerd zou moeten worden. Dat het er voor de gemeente financieel te veel zou inhakken is, naast het standpunt dat de vakcentralen voor haar eigen werkloozen moeten zorgen, voor mij een tweede argument om tegen dit praeadvies van Burgemeester en Wet houders te stemmen. De heer F. Elkerbout. M. d. V. Ik zal mijn stem niet tegen dit praeadvies van Burgemeester en Wethouders uit brengen, maar ik wil toch op één ding wijzen. Waar hier een en ander ten behoeve van de werkloozen wordt gedaan, acht ik het wenschelijk, dat dit overdag, en niet 's avonds, geschiedt met het oog op het feit, dat zeer vele werkloozen overdag rondloopen door wie die tijd nuttig gebruikt zou kunnen worden. Het zou kunnen zijn, dat degenen, van wie dit plan uitgaat, dat inzagen en het voorstel deden om in plaats van respectievelijk 6 en 2 avonden over de kleine en de groote zaal te kunnen beschikken, daarvan overdag gebruik te mogen maken. Indien er een verzoek in dien zin kwam, zou ik tegen inwilliging daarvan geen bezwaar hebben. De heer van Stralen. M. d. V. De heer Bisschop, die zijn bezwaren heeft kenbaar gemaakt tegen inwilliging van het verzoek, dat voor ons ligt, heeft er aan herinnerd, dat Burge meester en Wethouders verleden jaar naar aanleiding van een soortgelijk verzoek hebben gezegd, dat de vakcentrale's zelve moesten zorgen voor ontwikkeling en ontspanning van werkloozen. Dit is op zich zelf wel juist, maar dat de heer Bisschop mededeelt alleen op dien grond tegen het praeadvies van Burgemeester en Wethouders te zuilen stemmen, is voor mij minder juist en minder verklaarbaar. ïk kan werkelijk dat verzet van den heer Bisschop niet begrijpen. Wanneer van de zijde van Burgemeester en Wet houders, dus geheel uit vrijen wil, een voorstel komt om iets voor de werkloozen te doen in den vorm van het gratis be schikbaar stellen van de Stadszalen, dan moet toch elk Raadslid zoo iets toejuichen, zeker in de allereerste plaats een arbeider- Raadslid, die toch ook wel kan begrijpen, dat het van groot be'ang is dat de werkloozen, die maanden en maanden zonder werk zijn en juist daardoor en door de ellende, welke zij door maken, in een zeer eigenaardige stemming zijn, op tijd en wijle eenige ontspanning krijgen. Ik kan mij niet voorstellen, dat een arbeider er bezwaar tegen maakt dat men aldus een klein lichtpunt brengt in het donker bestaan van die menschen. De heer Bisschop deelt mede, dat de Roomsch-Katholieke Volksbond, in aansluiting aan het standpunt, dat verleden jaar door Burgemeester en Wethouders is ingenomen, begonnen is met zelf voor eigen rekening en voor zijn eigen menschen dergelijke ontwikkelings- en ontspanningsavonden te organi- seeren. Het kan zijn dat het zoo is, maar dat is dan toch zeer waarschijnlijk in hoogst bescheiden mate het geval en heeft in geenen deele de strekking, die het voorstel van Burgemeester en Wethouders heeft, namelijk om in het bijzonder aan de werkloozen en hun gezinsleden ontspanning te ver schaffen op de komende winteravonden. Het is mij bekend, dat de Roomsch-Katholieke Volksbond op het gebie van maatschappelijke ontwikkeling het een en ander doet en zich heeft voorgenomen om in den aanstaanden winter verschillende dingen op dat gebied ter hand te nemen. Dat doet hij natuurlijk voor al zijn leden en heeft bepaald, dat dergelijke bijeenkomsten ook gratis toegankelijk zullen zijn voor de werkloozen. Dat is dus wat anders dan hier beoogd wordt. Hier wordt beoogd ontspanning en ontwikkeling alleen voor werkloozen. De heer Bisschop zal begrijpen, dat wat hier voorgesteld wordt iets anders is dan hetgeen de Roomsch-Katholieke Volksbond zich voorgenomen heeft te doen. Hij heeft ook gezegd, dat, als dit verzoek werd ingewilligd, dan ook de andere vakcentralen met een verzoek van gelijke strekking zouden komen, hetwelk tot gevolg zou hebben dat de groote zaal der Stads-Gehoorzaal in den komenden winter op zijn minst op 10 avonden en de kleine zaal op veel meer avonden ter beschikking van de werkloozen gesteld zouden worden. Dat kan ik niet zoo inzien. Ik heb het mij zoo ingedacht. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders gaat in deze richting en de gestelde voorwaarden wijzen daarop zeer duidelijk dat de ontwikkelings-en ontspannings avonden, welke de Centrale Commissie voor Arbeidersont wikkeling zich voorstelt te organiseeren, toegankelijk zullen zijn voor alle werkloozen, in deze gemeente woonachtig, zoomede voor hunne gezinsleden. Als op deze wijze door middel van dit voorstel van Burgemeester en Wethouders verkregen kan worden dat in den komenden winter een aantal ontwikkelings- en ontspanningsavonden kunnen gegeven worden voor alle werkloozen, zonder onderscheid van richting, dan kan ik mij niet voorstellen, dat iemand daartegen bezwaar kan maken. Er zou slechts één bezwaar tegen kunnen aangevoerd worden, maar dat noemt, zeer eigenaardig, de heer Bisschop niet. Laat hij daarmede ruiterlijk voor' den dag komen en laat hij zeggen dat hij er bezwaar tegen heeft dat de leden van zijn Roomsch-Katholieke vakorganisatie in één zaal aan wezig zijn met andere georganiseerden. Maar dat is natuurlijk geen argument, want dergelijk standpunt zou er, consequent toegepast, alleen toe kunnen leiden dat de leden van de Roomsch-Katholieke organisatie niet alleen de hierbedoelde ontspannings- en ontwikkelings-avondeu niet zouden kunnen bijwonen, maar dat zij alle gelegenheden tot ontwikkeling of ontspanning als de pest zouden moeten mijden, ook openbare vermakelijkheden, waar natuurlijk menschen van verschillende richting en kleur samen in één zaal zitten om hetzelfde programma te volgen. Dus zou dat er consequent uit moeten volgen. Ik kan mij niet indenken, dat de heer Bisschop nu werkelijk meent, dat dit praeadvies van Burgemeester en Wethouders, dat zeer zou zijn in het belang van de groote groep van werkloozen, in deze gemeente aanwezig, niet zou moeten worden aangenomen. De heer F. Eikerbout zou die ontspannings- en ontwikkelings gelegenheid liefst op den dag zien plaats hebben, waarschijnlijk hierom, omdat de werkloozen overdag volop gelegenheid hebben die zaken mede te makenmaar tegen de uitvoering van dat denkbeeld bestaan wel enkele bezwaren, o. a. dit: de pro gramma's, welke aan de werkloozen zullen worden aangeboden, zijn belangeloos aangeboden door verschillende personen en vereenigingen en nu is het absoluut niet mogelijk om de ontspanning, welke de Centrale Commissie zich voorstelt in den aanstaanden winter aan de werkloozen te geven, overdag te doen plaats hebben, omdat de personen, die er aan willen medewerken, de gelegenheid daartoe overdag missen. Al is het dus wenschelijk en al zal het misschien een enkele maal kunnen gebeuren, het zal niet mogelijk zijn uitsluitend en alleen overdag aan de werkloozen die ontspanniug te bezorgen. Het idee van den heer Eikerbout zal in zijn algemeenheid niet kunnen worden gevolgd. De heer Wilmer. M. d. V. Ik wil even motiveeren waarom ik niet met het praeadvies van Burgemeester en Wethouders zal meegaan. Ik kan mij geheel vereenigen met het gesprokene door den heer Bisschop. Ik kan mij levendig voorstellen, dat,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 7