210
vonden hebben in de verordening regelende den rechtstoe
stand van de ambtenaren der gemeente Leiden, komt het
der Commissie alleszins gewenscht voor de bestaande ver
ordening thans in te trekken en door eene nieuwe te ver
vangen.
Voor de toelichting van deze ontwerp-verordening, waar
mede wij ons kunnen vereenigen, mogen wij verwijzen naar
het desbetreffend schrijven der Commissie, dat in de Lees
kamer ter inzage is neergelegd.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging over te
gaan tot vaststelling van de navolgende verordening:
VERORDENING,
betreffende het Personeel verbonden aan het Openbaar Slachthuis
en den keuringsdienst van vee en vleeseh.
Artikel 1.
Onder keuringsdienst van vee en vleeseh wordt verstaan
de keuringsdienst van vee en vleeseh van de gemeente Leiden
en de keuringsdienst van vee en vleeseh van die gemeenten,
welke in zake de uitvoering van de Vleeschkeuringswet 1919
Stb. ito. 524 eene regeling met Leiden hebben getroffen.
Art. 2.
De dagelijksche leiding van den dienst van het Openbaar
Slachthuis en van den keuringsdienst van vee en vleeseh
is opgedragen aan den Directeur.
Art. 3.
Onder den Directeur is werkzaam het volgende personeel
a. een keuringsveearts, tevens adjunct-directeur;
b. een of meer keuringsveeartsen;
c. een kassier-boekhouder
d. een keurmeester-hoofdopzichter
e. een of meer keurmeesters-opzichters;
een of meer hulpkeurmeesters
g. een chef-machinist
h. een tweede machinist;
i. een klerk
j. een hulpklerk
Ic. een portier;
l. werklieden en bedienden in aantal door de Commissie
van Beheer over het Openbaar Slachthuis te bepalen.
Art. 4.
De Directeur, de keurmeester-hoofdopzichter, 3 keurmees
ters-opzichters, de chef-machinist, de tweede machinist en
de portier hebben, zoolang zij als zoodanig in dienst van
de gemeente zijn, het genot van vrij wonen; zij zijn verplicht
de hun aangewezen woningen te bewonen.
De chef-machinist, de tweede machinist en de portier
hebben bovendien het genot van vrij vuur en licht.
Art. 5.
De Directeur en de ambtenaren genoemd in art. 3 sub a
en b worden door den Raad benoemd.
Voor elke benoeming wordt door Burgemeester en Wet
houders na raadpleging der Commissie van Beheer een
voordracht ingediend van zoo mogelijk twee personen.
Art. 6.
De ambtenaren genoemd in art. 3 sub c tot en met k
worden benoemd door de Commissie van Beheer na inge
wonnen advies van den Directeur.
Art. 7.
De werklieden en bedienden worden door den Directeur
benoemd, die ook hunne instructiën vaststelt onder goed
keuring van de Commissie van Beheer.
Art. 8.
Deze verordening treedt in werking op een nader door
Burgemeester en Wethouders te bepalen dag.
Alsdan vervalt de verordening van den 2den December
1915 (Gemeenteblad No. 22), betreffende het Personeel ver
bonden aan het Openbaar Slachthuis.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 320. Leiden, 10 October 1922.
Onder verwijzing naar het hieronder afgedrukt schrijven
van de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis
geven'wij Uwe Vergadering in overweging over te gaan tot
vaststelling van de navolgende verordening:
VERORDENING
houdende instructie voor den Keuringsveearts van het
Openbaar Slachthuis en van den keuringsdienst
van vee en vleeseh.
Artikel 1.
De keuringsveearts wordt benoemd, geschorst en ontslagen
overeenkomstig de bepalingen van de verordening betreffende
het personeel van het Openbaar Slachthuis en den keurings
dienst van veo en vleeseh en van de verordening regelende
den rechtstoestand van de ambtenaren der gemeente Leiden.
Art. 2.
Hij legt den eed of de belofte, bedoeld in art. 15 van de
verordening regelende den rechtstoestand van de ambtenaren
der gemeente Leiden, af in handen van den Burgemeester.
Art. 3.
De keuringsveearts staat onder de bevelen van de Com
missie van Beheer en meer in het bijzonder onder die van
den Directeur van het Openbaar Slachthuis, die te zijnen
aanzien wordt beschouwd als hoofd van den tak van dienst.
Art. 4.
Hij is tijdens de uitoefening van zijn ambt voorzien van
een schriftelijke aanstelling.
Art. 5.
Hij is in het bijzonder belast met de keuringen en
onder verantwoordelijkheid van den Directeur met de
leiding van den dienst in de hem door den Directeur aan
te wijzen gemeenten.
Hij is ook belast met de microscopische, bacteriologische,
serologische en chemische onderzoekingen, welke hem door
den Directeur worden opgedragen of die in het belang van
den dienst noodig zijn.
Yoorzoover hem het veeartsenij kundig markttoezicht wordt
opgedragen, handelt hij overeenkomstig de aanwijzingen hem
door Burgemeester en Wethouders of door den Directeur
te geven.
Zijn overige werkzaamheden worden door den Directeur
geregeld.
Art. 6.
Behoudens hetgeen te dien opzichte in de verordening
regelende den rechtstoestand van de ambtenaren der ge
meente Leiden is bepaald, worden zijn diensttijden en de
wijze van verdeeling daarvan door den Directeur vastgesteld.
Art. 7.
Van al zijn handelingen als keuringsveearts, is hij verant
woording schuldig aan den Directeur.
Art. 8.
Hij regelt, onder goedkeuring van den Directeur, de
diensttijden en werkzaamheden van de hulpkeurmeesters,
voorzoover deze niet in verordeningen, instructiën of regle
menten nader zijn aangegeven en zorgt, dat te allen tijde
behoorlijk in den dienst der gemeenten, waarover hij is
aangesteld, is voorzien.
Hij houdt zooveel mogelijk toezicht op de werkzaamheden,
handelingen en het gedrag van de hulpkeurmeesters, en
zorgt voor de naleving hunner instructiën.
Bij plichtsverzuim geeft hij zoo spoedig mogelijk kennis
aan den Directeur.
Art. 9.
Hij houdt nauwkeurig aaDteekening van de door hem
verrichte keuringen en onderzoekingen, overeenkomstig de
aanwijzingen van den Directeur en levert dezen daarvan
verslag in op de wijze en op de tijdstippen door den
Directeur te bepalen.