209 leiding in de Maria Gondastraat. Op verzoek van de be woners toch hebben wij tot dezen aanleg besloten, hoewel het aanvankelijk in de bedoeling lag, om voorloopig de tegenwoordige bovengrondsche leiding te behouden en deze eerst later, wanneer de Maria Gondastraat daarvoor volgens het werkprogram van de Stedelijke Lichtfabrieken aan de beurt kwam, door een ondergrondsche te vervangen. Nu ten deze evenwel de bovenvermelde regeling met adressanten kon worden getroffen, bestond er geen bezwaar tegen, ook op dit punt aan hunne wenschen tegemoet te komen. De overdracht van de Mar ia Gondastraat aan de gemeente onder de hierboven aangegeven voorwaarden, kan derhalve thans plaats vinden en wij geven U mitsdien, overeen komstig het advies van de Commissie van Fabricage, in overweging a. te besluiten tot kostelooze overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van de Maria Gondastraat, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie O, No. 772, nadat door of vanwege de eigenaren of bewoners van de aan deze straat gelegen perceelen een bedrag van 2750. benevens 100.wegens den vervroegden aanleg eener ondergrondsche lichtleiding, in de gemeentekas is gestort; b. door vaststelling van den hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving ten behoeve van de verbetering van de Maria Gondastraat een bedrag van 5500.te onzer beschikking te stellen. Op den post voor Onvoor ziene Uitgaven, waarvan de helft van dit bedrag ad 2750. moet worden afgeschreven, is nog 48.452.50 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 316. Leiden, 9 October 1922. In Uwe Vergadering van 24 April j.l. werd besloten tot opheffing van de Gemeente-apotheek met ingang van een nader door ons te bepalen tijdstip en werden wij tevens gemachtigd met de hier ter stede gevestigde apothekers een overeenkomst aan te gaan tot levering van geneesmiddelen, verbandstoffen, enz. aan houders van kaarten, recht gevende op kostelooze genees- en heelkundige hulp. De opheffing van de apotheek en de inwerkingtreding van het contract met de apothekers werd bij ons besluit van 14 Juli bepaald op 1 October j.l. In verband hiermede zal nu moeten worden overgegaan tot intrekking van de verordening, regelende het beheer der Gemeente-apotheek en den dienst van den gemeente- apotheker en tot ontbinding van de Commissie voor de Gemeente-apotheek, als bedoeld in art. 3 dier verordening. Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging: a. in te trekken de verordening van den 20en April 1905 (Gemeenteblad No. 14), regelende het beheer der Gemeente apotheek en den dienst van den gemeente-apotheker te Leiden, zooals die verordening is gewijzigd bij die van 25 Augustus 1910 (Gemeenteblad No. 18); b. te ontbinden de Commissie voor de Gemeente-apotheek, als bedoeld in art. 3 der sub a bedoelde verordening; c. aan de heeren Dr. J. G. van der Sluys, Dr. F. A. H. Schreinemakers en G. F. A. ten Bosch dank te betuigen voor de vele en gewichtige diensten in hunne betrekking van leden der Commissie voor de Gemeente-apotheek aan de gemeente bewezen, in het bijzonder aan den heer ten Bosch, die meermalen de functie van Gemeente-apotheker, tijdens diens ontstentenis of afwezigheid, belangeloos heeft waargenomen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 317. Leiden, 9 October 1922. Het Bestuur der R. K. Parochiale Jongensscholen onder R. K. Parochiaal kerkbestuur alhier heeft een drietal aan vragen ingediend om de noodige gelden beschikbaar te stellen voor uitbreiding en/of verandering van de inrich ting van schoolgebouwen. Ter toelichting van deze aanvragen merken wij het vol gende op. 1. De Jongensschool aan de Haarlemmerstraat is al ge- ruimen tijd te klein voor het aantal leerlingen. Ter voor ziening in het tekort aan plaatsruimte ziin indertijd een viertal lokalen in het gebouw aan de van der Werffstraat (naast de Zusterschool) in gebruik genomen. Thans ziet het bestuur zich genoopt nog 2 lokalen van dit gebouw tot schoollokalen in te richten en van het noodige meubilair als banken, borden, kachels en dergelijke te voorzien. Hiervoor wordt een bedrag van 1500.aangevraagd. 2. De inrichting der privaten in de Jongensschool aan de Haarlemmerstraat laat te wenschen over. Teneinde een be hoorlijke verbetering te kunnen verkrijgen is het gewenscht, dat de tegenwoordige kamer van het hoofd der school wordt bestemd voor de inrichting van privaten en dat een over compleet lokaal, dat als leslokaal niet aan de wettelijke eischen voldoet, wordt verbouwd tot magazijn en kamer van het hoofd der school. Het gedeelte van het gebouw, waar thans de privaten zijn, zal worden bestemd voor garderobe. De kosten van deze veranderingen worden ge raamd op 8040. 3. Ook in de Jongensschool op het Rapenburg is de in richting van de privaten onvoldoende. Voor de voorgenomen verbetering en uitbreiding van privaten en urinoirs wordt een bedrag van 3670.aangevraagd. Aangezien het bestuur aan de wettelijke eischen heeft voldaan, geven wij U in overweging: a. medewerking te verleenen aan het bestuur der R. K. Parochiale Jongensscholen onder R. K. Parochiaal Kerkbe stuur alhier, tot de uitbreiding en/of verandering van de inrichting van hare schoolgebouwen aan de Haarlemmer straat 240 en Rapenburg 48, een en ander overeenkomstig de aanvragen b. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overge legden suppletoiren begrootingsstaat, groot 13210.ten einde ons College in staat te stellen de voor de uitbreiding en/of verandering van de inrichting van de sub a bedoelde schoolgebouwen benoodigde gelden te zijner tijd ter beschik king van het schoolbestuur te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. H°. 318. Leiden, 10 October 1922. Bij het in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven ver zoekt het bestuur der Yereeniging tot opleiding van bewaar- schoolhouderessen ons te bevorderen, dat de voorwaarden, onder welke subsidie uit de gemeentekas kan worden ver leend ten behoeve van bijzondere bewaarscholen, aldus worden gewijzigd, dat een maximum-schoolgeld van 30. in plaats van 20.mag worden geheven. Met de Commissie voor de bewaarscholen, wier advies wij over dit verzoek hebben ingewonnen, zijn wij van oordeel, dat het met het oog op de waardedaling van het geld sinds 10 Februari 1910 (den datum van vaststelling der veror dening) en de stijging van de exploitatiekosten der bewaar scholen alleszins gewettigd is door wijziging van de be trekkelijke verordening voor de gesubsidieerde bijzondere bewaarscholen de gelegenheid te openen desgewenscht het schoolgeld tot 30.per jaar op te voeren. Wij geven U mitsdien in overweging over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 10 Februari 1910 (Gemeenteblad No. 3), regelende de voorwaardenwaaronder ten behoeve van bijzondere bewaarscholen subsidie uit de Gemeentekas kan worden verleend, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 21 Augustus 1919 (Gemeenteblad no. 28). Eenig Artikel. In het eerste lid van artikel 2 van bovengenoemde ver ordening wordt voor 20.gelezen 30. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 319. Leiden, 10 October 1922. In verband met de aanstaande uitbreiding van den ge meentelijken keuringsdienst van vee en vleesch over eenige omliggende gemeenten, acht de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis herziening van de thans geldende verordening betreffende het personeel verbonden aan het Openbaar Slachthuis noodig. Aangezien deze verordening bovendien verschillende bepalingen bevat, welke sedert de tot standkoming van de algemeene salarisverordening moeten worden geacht te zijn vervallen, terwijl de verordening mede eenige onderwerpen regelt, welke reeds eene regeling ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 28