GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 205 IITGEEOHE9 STUKKEN. N°. 297. Leiden, 25 September 1922. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de door Burg. en Weth. voorgestelde overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een strookje grond en aangeplempte sloot aan de Bijn- en Schiekade (Ingek. St. No. 291), geen bezwaar heeft. Evenmin heeft de Commissie bedenking tegen de begroo- tingsregelingen, gevoegd bij de voordrachten van Burg. en Weth. tot verbetering der glasbedekking van de Graan- beurs (Ingek. St. No. 287) en tot aanvulling van het uit breidingskapitaal der Electriciteitsfabriek (Ingek. St. No. 286), indien de Baad conform die voordrachten besluit. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 298. Leiden, 26 September 1922. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het 2 Suppletoir-kohier der schoolgelden voor Middelbaar en Hooger Onderwijs, schooljaar 1921/22, opgemaakt tot een bedrag van ƒ110. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 299. Leiden, 26 September 1922. De Commissie, belast met het onderzoek der bezwaar schriften enz. inzake de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, heeft de eer U voor te stellen op de ter visie liggende bezwaarschriften,, belastingjaren 1918/19, 1919/20 en 1920/21 te beschikken, overeenkomstig haar mede ter visie liggend advies. De Commissie voornoemd: Th. J. B. Wilmer, Voorzitter. J. Splinter Gzn., T T. Groeneveld, 5 Leden- Aan den Gemeenteraad. N°. 300. Leiden, 27 September 1922. Onder overlegging van nevensgaand adres van A. J. Oost veen, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant vergunning te verleenen om het te bouwen schuurtje in den tuin van het perceel Decimastraat No. 6, kad. sectie K, No. 1909, van hout te doen maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 7 Sept. 1922. Wel. edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Geeft met verschiddigde eerbied te kennen, onderge- teekende A. J. Oostveen, Decimastr. 6, dat hij voornemens is om een schuurtje te maken, groot 425 c/m lang 190 c/m breed 200 c/m hoog in zijn tuintje achter perceel Decimastr. 6. Eedenen waarom hij verzoekt het bedoelde schuurtje van hout te mogen maken, bedekt met asfalt. Hopende dat Uedele goedgunstig over het verzoek zult oordeelen. Bij voorbaat dank. Uw dw dnr A. J. Oostveen. Decimastraat 6, Leiden. N°. 301. Leiden, 28 September 1922. Eenigen tijd geleden wendde de Leidsche Duinwater- Maatschappij zich tot ons College met het verzoek eene wijziging van het in 1892 ingevoerde „groot watertarief" wel te willen goedkeuren. Tengevolge van de stijging der productiekosten toch moest volgens dat tarief het water aan enkelen, die duinwater bij groote hoeveelheden over den Meter betrekken, de z.g. grootwatergebruikers, beneden kostprijs geleverd worden. Eene herziening kwam ons met het oog hierop niet on billijk voor en wij verklaarden ons daarom na mondelinge en schriftelijke gedachten wisseling bereid een gewijzigd „groot watertarief" ingevolge artikel 11 der concessie goed te keuren, onder de voorwaarden, in de ter visie liggende concept-overeenkomst vervat. Een dier voorwaarden, opgenomen in artikel 2 der con cept-overeenkomst, houdt feitelijk eene afwijking van de concessie in, zij het ook ten voordeele van de gemeente, en het komt ons daarom gewenscht voor, dat Uwe Ver gadering hieraan hare goedkeuring hecht. De afwijking dient om te voorkomen, dat de gemeente bij eventueele overname van het bedrijf op 1 Januari 1927 (einde der geldende concessie) eene hoogere overnemingssom moet betalen, dan bij niet herziening van het tarief het geval zou zijn. Onder verwijzing naar de ter visie liggende concept-over eenkomst geven wij U mitsdien in overweging aan de in artikel 2 dier overeenkomst vervatte afwijking van de aan de Leidsche Duinwater-Maatschappij verleende concessie tot het maken, aanleggen en exploiteeren van eene water leiding van de duinen nabij Katwijk tot en in de gemeente Leiden, Uwe goedkeuring te hechten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 302. Leiden, 30 September 1922. Ter vervulling van de vacature in de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen van Middelbaar Onderwijs, alhier, ontstaan door het ontslag nemen van Prof. Dr. W. de Sitter, hebben wij de eer U als lid dier commissie aan te bevelen: 1°. Mr. H. A. SYPKENS, Bentmeester van het Hoogheem raadschap van Bijnland, alhier; 2°. Mr. E. A. COSMAN, advocaat en procureur, alhier. Wij wenschen er Uwe aandacht op te vestigen, dat de Heer Sypkens sinds 1914 onze Secretaris is en hij door deze betrekking, welke door hem met groote toewijding wordt waargenomen, bij uitnemendheid bekend is met de zaken, welke aan ons toezicht zijn onderworpen. De Commissie van toezicht op de Scholen voor M. O. J. Huizinga, Voorzitter. H. M. A. Coebergh, L° Secretaris. Aan den Baad der gemeente Leiden. N°. 303. Leiden, 2 October 1922. Wij hebben de eer U aan te bevelen ter benoeming tot leeraar in het Teekenen aan het Gymnasium alhier: 1°. de heer H. VAN BATENBUBG, thans tijdelijk leeraar aan het Gynasium alhier, 2°. de heer L. OTTO, Leeraar Middelbaar Onderwijs te Leiden, zulks, dat de benoeming geacht wordt ingegaan te zijn op 1 September j.l. Het desbetreffend advies van den Heer Inspecteur gaat hierbij. Curatoren van het Gymnasium, D. C. Hesseling, Voorzitter. M. B. Vos, Secretaris. Aan den Baad der Gemeente Leiden. N°. 304. Leiden, 5 October 1922. Den 31en December a.s. eindigt de huur van de perceelen weiland met bouwmanswoning c.a. aan en nabij den War- monderweg, Sectie P. nis. 78, 79, 102, 100, 98, 70, 72, 73, 74, 101 ged., 69, 48, 47, 46, 63, 103 ged. en 71, ingevolge Uw besluit van 31 Juli 1919 (Ingek. Stukken No. 198) ver huurd aan J. J. Nijssen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 24