199
water, gelegen aan de Rijn- en Schiekade alhier, kadastraal
bekend als gedeelte van de perceelen Sectie M nis 3328 en
2528, ter grootte van 55 M2., zonder eenige kosten voor
de gemeente in eigendom en onderhoud bij de gemeente
over te nemen, nadat de demping van de sloot, ook voor
zoover die reeds aan de gemeente toebehoort, door en voor
rekening van de heer en van Weerlee en Tromp heeft plaats
gehad.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 292. Leiden, 19 September 1922.
Met het hieronder afgedrukte voorstel van Commissarissen
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in zake
de electrifieatie van de buurtschap de Kaag onder Alkemade,
kunnen wij ons vereenigen. Onder verwijzing naar de missive
van Commissarissen, geven wij U mitsdien in overweging,
goed te vinden, dat door de gemeente Alkemade, in afwijking
van het bepaalde in artikel 2 van de overeenkomst betreffende
de levering van electriciteit in die gemeente door de Stedelijke
Electriciteitsfabriek te Leiden, aan de gemeente Haarlem
mermeer vergunning wordt verleend tot het leveren van
electrischen stroom aan de gemeente Alkemade, voor zoover
betreft de buurtschap de Kaag, en aan particulieren en
publiekrechtelijke lichamen in genoemde buurtschap, mits
en zoolang als die stroomlevering geschiedt volgens de
bepalingen van de hierbij in concept overgelegde overeen
komst, te dien einde tusschen de gemeenten Alkemade en
Haarlemmermeer aan te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 7 September 1922.
De gemeente Alkemade heeft van de gemeente Haar
lemmermeer een aanbod ontvangen tot het leveren van
electriciteit ten behoeve van de tot Alkemade behoorende
buurtschap de Kaag en van particulieren en publiekrechte
lijke lichamen in genoemde buurtschap. De overeenkomst,
tusschen Leiden en Alkemade gesloten in zake de levering
van electriciteit in laatstgenoemde gemeente door de Stede
lijke Electriciteitsfabriek alhier, vormt evenwel voor Alkemade
een beletsel tot het aanvaarden van dit aanbod. Artikel 2
toch van bedoelde overeenkomst luidt als volgt:
„Alkemade verbindt zich gedurende den duur dezer over
eenkomst aan derden geen concessie te verleenen tot het
„leveren van electriciteit, noch zelf gedurende dien tijd
„electriciteit aan particulieren of publiekrechtelijke lichamen
„te zullen leveren, of electriciteit te produceeren ten behoeve
„van hare eigendommen of van de straatverlichting.
„Eveneens verbindt Alkemade zich gedurende denzelfden
„tijd aan derden geen concessie te verleenen tot het leveren
„van gas of van eenigen anderen energievorm, welke in hoofd
taak wordt aangewend tot het voortbrengen van licht,
„kracht of warmte en ook zich zelf van dergelijke levering
„ten behoeve van de straatverlichting, hare eigendommen,
„publiekrechtelijke lichamen of particulieren te onthouden."
Het Gemeentebestuur van Alkemade heeft thans toestem
ming gevraagd om, in afwijking van deze bepaling, aan
Haarlemmermeer concessie te mogen verleenen voor de
electrifieatie van de Kaag.
Na nauwkeurige overweging meenen wij, dat het verzoek
van Alkemade voor inwilliging vatbaar is. Tegen stroom
voorziening van de Kaag door de Leidsche Electriciteits
fabriek bestaan toch, wegens de zeer hooge kosten, welke
daaraan verbonden zouden zijn, overwegende bezwaren. Het
komt ons voor, dat er daarom voor Leiden wel aanleiding
is, in dezen hare medewerking te verleenen, te meer, waar
anders de buurtschap de Kaag van electriciteit verstoken
zou zijn.
Er dient echter te worden voorkomen, dat in deze buurt
schap een lager tarief zal kunnen gelden dan dat, hetwelk
de bewoners van het overige gedeelte van Alkemade voor
de aldaar door Leiden geleverde electriciteit moeten betalen.
Met het oog hierop is in het tusschen de gemeenten Alkemade
en Haarlemmermeer te sluiten contract op ons verzoek eene
desbetreffende bepaling opgenomen (zie art. 7 lid 2).
Met het ontwerp van de hierbedoelde, bij de stukken
gevoegde, overeenkomst kunnen wij ons, na overleg met den
rechtsgeleerden raadsman der gemeente, wel vereenigen, zoodat
indien de stroomlevering aan de Kaag door Haarlemmermeer
volgens die regeling zal plaats vinden, tegen afwijking van
art. 2 van het tusschen Leiden en Alkemade gesloten contract
geenerlei bezwaren bestaan.
Wij geven U mitsdien in overweging den Raad voor te
stellen goed te vinden, dat door de gemeente Alkemade, in
afwijking van het bepaalde in artikel 2 van de overeenkomst
betreffende de levering van electriciteit in die gemeente door
de Stedelijke Electriciteitsfabriek te Leiden, aan de ge
meente Haarlemmermeer vergunning wordt verleend tot het
leveren van electrischen stroom aan de gemeente Alkemade,
voor zoover betreft de buurtschap de Kaagen aan particulieren
en publiekrechtelijke lichamen in genoemde buurtschap,
mits en zoolang als die stroomlevering geschiedt volgens de
bepalingen van eene overeenkomst van den inhoud van
bijgaand ontwerp, te dien einde tusschen de gemeenten
Alkemade en Haarlemmermeer aan te gaan.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
A. Müldëb, lo-Voorzitter.
E. Schotman, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
N°. 293. Leiden, 19 September 1922.
Op 9 Mei j.l. is de Kerkbrug aangereden door een vracht
automobiel, toebehoorende aan de Naamlooze Yennootschap
R. H. W. Fabrieken alhier, met het gevolg, dat een steun-
ijzer van die brug, aan den kant van den Ouden Rijn, werd
stukgereden. De kosten, welke de gemeente wegens het
herstellen van de hierdoor veroorzaakte schade heeft moeten
maken, beloopen 37.22. Aangezien de genoemde naamlooze
vennootschap voor deze schade aansprakelijk is, hebben wij
ons om betaling van gemeld bedrag tot haar gewend. De
vennootschap, die beweert dat het dezerzijds opgegeven
schadebedrag te hoog is, is echter niet tot betaling daarvan
bereid. Wel heeft zij aangeboden aan de gemeente een bedrag
van 17.te betalen, doch hiermede kan, nu de aange
richte schade, zooals gezegd, 37.22 bedraagt, uit den aard
der zaak geen genoegen worden genomen. Derhalve zal thans
meergenoemd bedrag in een kantongerechtsprocedure van
de naamlooze vennootschap moeten worden ingevorderd.
Onder overlegging van het ter zake uitgebrachte advies
van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente, Mr. E. A.
Cosman, geven wij U mitsdien in overweging te besluiten
tot het instellen van een rechtsvordering tegen de Naamlooze
Yennootschap R. H. W. Fabrieken te Leiden, tot vergoeding
van de schade, door de bovenvermelde aanrijding van de
Kerkbrug veroorzaakt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 294. Leiden, 19 September 1922.
In Uwe Vergadering van 5 September j.l. werd ten fine
van praeadvies in onze handen gesteld het hierbijgaand
verzoek van de Centrale Commissie voor Arbeidersontwikke
ling, gevormd uit de afd. Leiden van de S. D. A. P. en den
Leidschen Bestuurdersbond.
Wij meenen dat hier wel aanleiding bestaat om het streven
der Commissie naar ontwikkeling en ontspanning van werk-
looze arbeiders te steunen, door de kostelooze beschikbaar
stelling van de benoodigde localiteiten der Stads-Gehoorzaal.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging ons
College te machtigen, in het tijdvak van 1 October 19221
April 1923, de groote zaal der Stads-Gehoorzaal op 2 avonden
en de kleine zaal op ten hoogste 6 avonden kosteloos ter
beschikking van de bovengenoemde commissie te stellen,
voor het houden van ontwikkelings- en ontspanningsavonden
voor werkloozen.
Het is dan ons voornemen aan de in gebruikgeving o.m.
de volgende voorwaarden te verbinden:
1". dat de kosten van verlichting komen ten laste van de
Centrale Commissie;
2°. dat de bijeenkomsten toegankelijk zijn:
a. voor alle werkloozen met hunne gezinsleden, op vertoon
van de door de Directie van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs
afgestempelde kaart;
b. voor alle politie-ambtenaren en de pers;
e. voor de leden van de Centrale Commissie en voor de
leden van den Gemeenteraad;
3°. dat geen toegang tot de bijeenkomsten wordt verleend
op uitnoodigingskaarten, vrijbiljetten of dergelijke, evenwel
met dien verstande, dat aan gezelschappen of personen, die
v<%f: