GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
191
IK0EK09IEN ITÜKKEI.
N°. 270. Leiden, 4 September 1922.
De door Burgemeester en Wethouders voorgestelde ver
hooging van de Marktgelden (Ingek. Stukken no. 264) ont
moet bij de Commissie van Financiën geen bezwaar.
Zij adviseert U, conform de voordracht tot wijziging van
de desbetreffende verordening te besluiten.
Evenmin heeft de Commissie bezwaar tegen de begrootings-
regeling, gevoegd bij de voordracht, opgenomen onder no. 265
der Ingek. Stukken, indien de Baad, overeenkomstig die
voordracht, besluit tot verwijdering van de Werfbrug en
de doortrekking van de sloot tusschen den Heerensingel en
de Binnenvestgracht, met beschikbaarstelling van de daar
voor aangevraagde gelden.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 277. Leiden, 4 September 1922.
Wij hebben de eer U aan te bevelen, ter herbenoeming
voor den tijd van één jaar, tot leeraar in de Natuurkunde
aan het Gymnasium alhier, Dr. T. van Lohuyzen te 's-Gra-
venhage. Het desbetreffend advies van den Heer Inspecteur
der Gymnasia gaat hierbij.
Curatoren van het Gymnasium,
D. C. HESSELING, Voorzitter.
M. B. VOS, Secretaris.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
N°. 278. Leiden, 9 September 1922.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Ter voorziening in de vacature bij ons College, ontstaan
door het aan Mevrouw S. Hoogeveen geb. Boelstra verleend
eervol ontslag, hebben wij de eer U hieronder, ter benoeming
van een lid van ons College een tweetal voor te dragen n.l.
1. Mevrouw C. WASSEN A A B geb. Jesse.
2. Mevrouw C. J. W. WISSEVerbergt.
Namens het Bestuur v.h. College van Vrouwen
Kraammoeders te Leiden,
C. A. BoemBock,
loco Voorzitster.
M. H. G. KrtjytHendriks,
loco Secretaresse.
N°. 279. Leiden, 12 September 1922.
Voor de benoeming van een Directeur der Kweekschool
voor onderwijzers en onderwijzeressen, ter vervanging van
den heer M. B. Hoogeveen, aan wien met ingang van 16
September a.s. eervol ontslag is verleend, hebben wij de eer
U, ingevolge artikel 3 der betrekkelijke verordening, de
volgende voordracht aan te bieden:
1°. H. VAN SLOOTEN Jr, hoofd eener school voorU.L.O.
te Utrecht;
2°. P. VAN BEBGEN, hoofd eener school voor U.L.O. te
Botterdam.
Onder mededeeling, dat de stukken, waaronder het advies
van den heer Hoofdinspecteur van het Lager Onderwijs in
de 2de hoofdinspectie, waarmede wij ons volkomen vereeni
gen, in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, geven wij
Uwe Vergadering alsnu in overweging tot eene benoeming
over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 280. Leiden, 12 September 1922.
De opheffing van de scholen voor lager onderwijs en de
vervanging dier scholen door nieuwe, maakt het noodig, dat
de aanstellingen der onderwijzeressen in de nuttige hand
werken, in vasten dienst der gemeente, worden gewijzigd.
Die onderwijzeressen toch zijn in tegenstelling met de
gymnastiekonderwijzers, die „bij het openbaar lager onder
wijs" zijn benoemd alle aangesteld aan met name ge
noemde scholen. Nu de aanstellingen als gevolg van de reor
ganisatie van het lager onderwijs moeten worden gewijzigd,
schijnt het ons gewenscht, dat de onderwijzeressen in de
nuttige handwerken niet opnieuw door Uwe Vergadering
voor bepaalde scholen worden aangewezen, maar dat worde
bepaald, dat zij, evenals de onderwijzers in de gymnastiek
„bij het openbaar lager onderwijs" werkzaam zullen zijn.
Deze wijze van aanstelling verdient o. i. de voorkeur boven
het benoemen aan met name genoemde scholen.
Het is U bekend, dat het in ons voornemen ligt het
onderwijs in de nuttige handwerken, dat krachtens Uwe
beslissing binnen den gewonen schooltijd zal worden gegeven,
in te krimpen. Aan dat voornemen kan uit den aard der
zaak eerst dan uitvoering worden gegeven als de nieuwe
leerplans zijn vastgesteld. Wij vertrouwen, dat die leerplans
zoo tijdicr gereed zullen zijn, dat 1 Januari a.s. ook dit gedeelte
der reorganisatie in werking kan treden. Intusschen was het
noodig eene beslissing te nemen aangaande de plaatsing van
de onderwijzeressen in de handwerken, die tot 1 September
werkzaam waren aan de voormalige 3de klasse school No. 2
aan de van der Werffstraat, welke school op dat tijdstip is
opgeheven. In afwachting van Uwe beslissing omtrent het
aanbrengen van de in dit praeadvies door ons voorgestane
verandering in de aanstellingen der handwerkonderwijze-
ressen, hebben wij de onderwijzeressen der van der Werff-
straatschool als volgt werkzaam gesteld: Mej. A. E. Driesens
aan de Centrale School voor het 7e leerjaar en tevens aan
de Opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S., Mej. A.
Th. van Wijngaarden aan de in het schoolgebouw aan den
Zuidsingel gevestigde scholen en Mej. C. C. Verbiest aan
de Opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. Verder
zijn door ons 2 tijdelijke onderwijzeressen, tot 1 September
verbonden aan de school aan de van der Werffstraat en aan
den Zuidsingel, van hare taak ontheven.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik U mede te
deelen, dat alsnog eene beslissing moet worden genomen
omtrent de plaatsing van Mej. G. J. N. Hocks, die tot 1
September j.l. als vakonderwijzeres was belast met het
onderwijs in het teekenen in het 2e en de hoogere leerjaren
der voormalige meisjesschool der 2e klasse aan de Breestraat.
Nu voortaan uitsluitend op de scholen voor u. 1. o. het
teekenonderwijs door vakonderwijzers zal worden gegeven,
zal Mej. Hocks, in verband met de splitsing der meisjes
school in eene school voor gewoon lager onderwijs en eene
school voor u. 1. o., in het vervolg alleen aan de school voor
u. 1. o. werkzaam kunnen worden gesteld.
Besumeerende geven wij U, in overeenstemming met het
gevoelen van den heer Schoolopziener in deze inspectie, wiens
advies wij in de Leeskamer ter inzage hebben gelegd, in
overweging
1°. te bepalen, dat de onderwijzeressen in de nuttige
handwerken voor meisjes, die op 1 September j.l. in vasten
dienst der gemeente werkzaam waren aan de o. 1. scholen,
te rekenen met ingang van denzelfden datum, worden geacht
als zoodanig te zijn aangesteld bij het openbaar lager onder-'
wijs in deze gemeente;
2°. te rekenen met ingang van 1 September 1922, Mej.
G. J. N. Hoeks te benoemen tot onderwijzeres in het teeke
nen aan de meisjesschool voor uitgebreid lager onderwijs in
deze gemeente, met gelijktijdige toekenning van eervol ont
slag uit hare betrekking van onderwijzeres in het teekenen
aan de voormalige o. 1. meisjesschool 2e klasse.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 281 Leiden, 12 September 1922.
Onder overlegging van nevensgaand adres van de firma
van Wcerlee en Co. geven wij Uwe Vergadering in over
weging aan adressante vergunning te verleenen om de te
bouwen bergplaats op een terrein aan de Bijn- en Scbie-
kade kad sectie M. No. 3328, van hout te doen maken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Edel Achtbare Heeren B. en W. van Leiden.
Ondergeteekende verzoekt U beleefd Uw Gemeenteraad
voor te dragen een bergplaats van hout te mogen bouwen
volgens bijgaande teekeningen.