184 3100.zoodat de plannen alleen reeds uit dien hoofde niet in behandeling kunnen worden genomen, zou van hunne uitvoering, ook al waren deze bezwaren niet aanwezig, voorloopig toch geen sprake kunnen zijn, daar de Begeering zeer zeker zou weigeren de noodige voorschotten daartoe beschikbaar te stellen. Dat zulks aan geen twijfel onderhevig isblijkt wel hieruit, dat, naar hiervoor werd vermeld, slechts met de grootste moeite voor een gering aantal wo ningen van het Eijk voorschotten konden worden verkregen Wij zien ons daarom genoodzaakt Uwe Vergadering te ad- viseeren op de adressen van „Ons Doel en „Eensgezindheid" voorloopig niet in te gaan. Wij geven Uwe Vergadering, onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, mitsdien in over weging: A. voorloopig niet in te gaan op: 1°. het verzoek van de woningbouwvereeniging „Ons Doel" d.d. 24 October 1921, om haar een voorschot en eene bijdrage ingevolge de woningwet te verleenen, voor den bouw van 75 woningen op een terrein in de Waard achter den Zijlsingel; 2°. de verzoeken van de woningbouwvereeniging „Eens gezindheid", dd. 10 en 6 Februari 1922 om haar voorschot ten en bijdragen ingevolge de woningwet te verleenen resp. voor den bouw van 86 woningen op een terrein nabij den Zijlsingel en voor den bouw van 21 woningen op een terrein benoorden den Lagen Bijndijk; B. in te trekken: 1°. Uw besluit van 11 Juli 1921 tot verkoop van de per- ceelen bouwterrein ten noorden van den Lagen Eijndijk, ter grootte van 12700 M2., deel uitmakende van de kad. perceelen der gemeente Leiden Sectie K nis 3421 (oud 589), 590, 591, en Sectie N nis 203, 209, 213, 214, 215, 216, 218 en 219, aan de woningbouwvereeniging „de Eendracht", en het aanvragen van voorschotten en bijdrage uit 's Eijks kas en het verleenen van deze voorschotten en bijdrage aan genoemde vereeniging voor den bouw van 117 woningen op gemeld terrein; 2°. Uw besluit van 11 Juli 1921 tot verkoop van de per ceelen bouwterrein ten Zuiden van den Haagweg, ter grootte van 20200 M2., deel uitmakende van de kad. perceelen der gemeente Leiden Sectie O nis. 842, 845, 846, 847, 914, 915 en 916 aan de woningbouwvereeniging „Ons Belang" en het aanvragen van voorschotten en bijdrage uit 's Eijks kas en het verleenen van deze voorschotten en bijdrage aan genoemde vereeniging voor den bouw van 235 woningen op gemeld terrein; C. I. te besluiten aan de woningbouwvereeniging „de Eendracht" voor het sub II genoèmde doel te verkoopen een op de situatie in rood aangegeven terrein ter opper vlakte van 2300 M2., deel uitmakende van de kadastrale perceelen der gemeente Leiden, Sectie K nis. 590, 591 en 3617, gelegen ten noorden van den Lagen Eijndijk, tegen den prijs van 3.76 per M2. II. Ons College te machtigen aan te vragen en te aan vaarden uit 's Eijks kas een voorschot groot 158.598.of zooveel minder als in verband met de kosten van het door de te Leiden gevestigde woningbouwvereeniging „de Een dracht" toegelaten als vereeniging, uitsluitend werkzaam in het belang van de volkshuisvesting bij Koninklijk besluit van 6 October 1913, No. 70 uit te voeren, hieronder nader omschreven, bouwplan en den aankoop van den daar voor benoodigden grond zal noodig blijken, ten behoeve van de verstrekking aan deze vereeniging van een evengroot voorschot, een en ander tegen eene overeenkomstig art. 17 van het Woningbesluit te bepalen rente en aflossing in 75 gelijke annuïteiten, voorzooveel betreft een bedrag van ten hoogste 28398.bestemd voor den aankoop van den grond en den straataauleg c.a., en in 55 gelijke annuïteiten, voorzooveel betreft een bedrag van ten hoogste 130200.bestemd voor den woningbouw; III. ons College te machtigen bij de sub II bedoelde aan vrage tevens het verzoek te richten, dat in de tengevolge van de verstrekking van het voorschot door de gemeente aan het Eijk te betalen annuïteiten een bijdrage worde verleend op den van Eijkswege vastgestelden voet; IV. na ontvangst uit 's Eijks kas van het onder II ver melde voorschot en onder voorbehoud, dat het Eijk zich bereid verklaart de sub III bedoelde bijdrage te verleenen, dit voor schot te verstrekken aan voornoemde vereeniging, onder de navolgende voorwaarden en bepalingen: a. het voorschot wordt verstrekt tegen dezelfde rente en aflossing in evenveel gelijke annuïteiten als de gemeente aan het Eijk moet betalen. In de door de vereeniging aan de gemeente te betalen annuïteiten wordt door de gemeente een bijdrage verleend tot zoodanig bedrag als door het Eijk zal worden bepaald, terwijl alle voorwaarden, die het Eijk aan de verstrekking van het voorschot en het verleenen der bij drage verbindt, ook tegenover de vereeniging zullen gelden; b. het voorschot moet uitsluitend worden aangewend ten behoeve van den bouw van 21 beneden-, en 21 boven woningen en den aankoop van den daarvoor benoodigden grond, gelegen onder de gemeente Leiden ten noorden van den Lagen Eijndijk, op de teekening nader aangegeven, vol gens door Burgemeester en Wethouders vooraf goed te keuren plannen en bestekken, terwijl gunning aan aannemers slechts zal mogen plaats hebben na daarvoor bekomen machtiging van Burgemeester en Wethouders; c. de vereeniging verbindt zich tot terugbetaling van alle kosten, verbonden aan het aanleggen van de straten en de rioleering en aan het ophoogen van het bouwterrein enz., voor zoover zulks van gemeentewege, doch voor rekening van de vereeniging zal geschieden; d. het juiste bedrag van het voorschot, de storting daarvan en de aflossing bij wijze van annuïteiten zullen bij nadere overeenkomst door Burgemeester en Wethouders met de vereeniging worden geregeld, op den voet van hetgeen ten deze door het Eijk tegenover de gemeente zal worden bepaald; e. de vereeniging verbindt zich jegens de gemeente op de met behulp der voorgeschoten gelden verkregen onroerende goederen eerste hypotheek te verleenen tot een aan het onder II bedoelde voorschot gelijk bedrag; de kosten der hypotheekstelling zullen komen ten laste der vereeniging; bij faillissement of bij ontbinding der vereenging, als mede indien één of meer van de voorwaarden, waaronder het voorschot is verleend, niet worden nageleefd, zal het voorschot of het onafgeloste deel daarvan terstond opvorderbaar zijn, terwijl in dat geval ook geen bijdragen van gemeentewege meer verschuldigd zullen zijn; g. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der vereeniging zonder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, of, na weigering van Gedeputeerde Staten zal het bestuur aan de gemeente verbeuren eene som van vijf duizend gulden, waarvoor de leden van het bestuur hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn, onverminderd het recht der gemeente om, zoo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete schadevergoeding te eischen en om de ver vreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen; h. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet geheel is afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of bij weigeriDg met Koninklijke goedkeuring, het recht hebben alle bezittingen der vereeniging, met het voorschot verkregen, met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der vereeniging, voor zoover die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen, tegen betaling van een bedrag, door Gedeputeerde Staten goedge keurd of bij weigering door de Kroon vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de verwerving of de instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen van de vereeniging, slechts eene billijke ver goeding voor noodzakelijke met den eigendomsovergang ver band houdende kosten wordt uitgekeerd; i. bij de uitvoering van het bouwplan mogen bestuursleden der vereeniging niet middellijk of onmiddellijk zijn betrokken of voordeel genieten als aannemer, onderaannemer, uitvoerder, arbeider of architect; j. personen, die hun eigen woning vrijwillig hebben verkocht mogen eerst in de laatste plaats als huurder in aanmerking komen en dan nog alleen tegen een huur, die den kostprijs der woning dekt; 1c. de gemeente heeft het recht, op door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze, in haar dienst zijnd personeel als huurders voor ten hoogste 2 woningen aan te wijzen, met dien verstande, dat deze huurders verplicht zijn zelf de huur aan de vereeniging te betalen en ook overigens de regelen, welke voor de huur en de wijze van bewoning bij den aan vang der bewoning of later gesteld zijn, na te komen; l. het bestuur der vereeniging is verplicht aan Burgemeester ■en Wethouders of aan iemand daartoe door hen gemachtigd, alle gevraagde inlichtingen te verschaffen. Daarenboven zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd om in persoon of door een gemachtigde inzage, afschriften of uittreksels te nemen van de boeken en bescheiden der vereeniging; m. jaarlijks worden de begrootingen vóór 1 October van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dienen, de balansen met winst- en verliesrekening en het jaarverslag vóór 1 April na afloop van dat jaar aan Burgemeester en Wethouders medegedeeld n. wijzigingen, in de statuten der vereeniging aan te brengen, zullen vooraf door Burgemeester en Wethouders moeten worden goedgekeurd; o. aan het in art. 34 der statuten bedoelde reservefonds zal geene bestemming worden gegeven, dan onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders; p. de vereeniging zal bij het verstrijken van den termijn, waarvoor de Koninklijke goedkeuring geldt, verlenging van dien termijn hebben aan te vragen;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 2