GEMEENTERAAD VAN LEDEN. raeEKoaxK stukken. 173 N°. 252. Leiden, 26 Augustus 1922. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde rekening van het Burgerlijk Armbestuur over 1921 geene bedenkingen heeft. Zij stelt derhalve voor tot goedkeuring van die rekening te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 253. Leiden, 25 Augustus 1922. In nevensgaand adres verzoekt het bestuur van de Leidsche Zwemclub evenals in vorige jaren in het genot te worden gesteld van eene bijdrage ad 150.in de kosten van een op Zondag 10 September a.s. te houden volks zwemfeest in de tijdelijke Zweminrichting bij het Warmon derhek. De minderheid van ons College heeft tegen het verleenen van eene bijdrage bezwaar, aangezien het feest op Zondag wordt gehouden de meerderheid daarentegen meent U te moeten adviseeren, evenals in vorige jaren, toen het feest in de openbare Zweminrichting aan de Oude Heerengracht plaats had, eene bijdrage toe te kennen. Die bijdrage ware dan echter te bepalen op 100.nu de prijzen van de meeste voorwerpen in vergelijking met die in 1920 (in 1921 was de Zweminrichting gesloten en bleef zoodoende ook het volksfeest achterwege) zijn gedaald. Als College geven wij U mitsdien in overweging eene bijdrage van 100.toe te kennen in de aan het op 10 September te houden volkszwemfeest verbonden kosten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 21 Augustus 1922. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren. Namens het bestuur der Leidsche Zwemclub, verzoeken wij U aan genoemde vereeniging, evenals vorige jaren, een subsidie toe te kennen, groot honderd en vijftig gulden 150,00) ter bestrijding van de kosten van een te houden volkszwemfeest op Zondag 10 September a.s. in de voor- loopige zweminrichting aan de Haarlemmertrekvaart. Met verschuldigde hoogachting voor het bestuur voornoemd De Voorzitter W. v. Deventer. De Secretaris N°. 254. Leiden, 26 Augustus 1922. Tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde overbrenging van over het jaar 1921 onbetaald gebleven vorderingen ten laste van de begrooting voor 1922, (Ingek. Stukken No. 251), heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar. Evenmin tegen de bij Ingek. Stukken No. 237 voorgestelde verhooging van de posten betreffende de tijde lijke belegging van kasgeld op den dienst 1922. Zij geeft U mitsdien in overweging, de hierop betrekking hebbende begrootingsregelingen vast te stellen. Verder ontmoet de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde kostelooze overneming van de De la Reystraat en de Pretoriusstraat (Ingek. Stukken No. 242), en die van eenige gedeelten der Schelpenkade (Ingek. Stukken No. 241) bij de Commissie bedenking, noch ook de daarbij gevoegde begrootingsregelingen, indien de Raad de gevraagde gelden voor het in orde maken van deze straten beschikbaar stelt. Ten slotte adviseert de Commissie, indien de Raad besluit tot verhooging van de kosten der Commissie tot wering van Schoolverzuim, overeenkomstig het voorstel sub IV van de voordracht opgenomen onder No. 240 der Ingekomen Stukken, tot vaststelling van de daarop betrekking hebbende begrootingsregeling, dienst 1922, over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 255. Leiden, 31 Juli 1922. Bij dezen hebben wij de eer Uw College de volgende aan beveling te doen toekomen ter voorziening in de vacature, welke op Dinsdag 5 September 1922 in onze Commissie zal ontstaan, ten gevolge van de periodieke aftreding als lid van den heer P. Hoogenboom. 1. Ir. P. HOOGENBOOM c. i. 2. A. M. TOUW ingr. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs J. Huizinga, Voorzitter. H. A. Sypkens, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 256. Leiden, 15 Augustus 1922. Naar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer hebben Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting alhier de eer het volgende dubbeltal voor te dragen, voor een lid van het bestuur buiten den Gemeenteraad, dat jaarlijksch op den eersten Dinsdag van September aftreedt, ditmaal zijnde de Heer Dr. J. G. van der Sluijs, die opnieuw benoembaar is. 1°. Dr. J. G. VAN DER SLUIJS. 2°. Dr. MURK JANSEN. Bestuurderen voornoemd, Verhey van Wijk, loco-Voorzitter. Aug. L. Reimeringer, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 257. Leiden, 26 Augustus 1922. Ter voldoening aan het bepaalde bij de artt. 5 en 6 der verordening van 19 Januari 1911, houdende reglement op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht „Endegeest", de afdeeling voor jeugdige idioten „Voorgeest" en het Sanatorium voor Zenuwlijders „Rhijngeest" (Gem. Blad N°. 1), gewijzigd bij verordening van 25 September 1919 (Gem. Blad N°. 42), hebben wij de eer U ter vervul ling van de vacature, die in de Commissie van Beheer over die inrichtingen zal ontstaan, tengevolge van de periodieke aftreding van den Heer A. J. Oostdam, na raadpleging der Commissie, de volgende aanbeveling aan te bieden 1°. de Heer A. J. OOSTDAM. 2°. de Heer Th. C. F. STIJNMAN. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 258. Leiden, 26 Augustus 1922. Onder overlegging van nevensgaand adres van de woning- bouwvereeniging „Eensgezindheid", geven wij Uwe Ver gadering in overweging aan adressante vergunning te verleenen om de te maken bestuurskamer, naast perceel Verlengde Oosterstraat No. 2, kad. Sectie K No. 3200, van hout te doen maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 12 Juni 1922. Aan den Raad der Gemeente Leiden. 4 Ondergeteekenden resp. Voorzitter en Secretaris der wo ningbouw-vereeniging „Eensgezindheid" hebben de eer Uw B. PlANJER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 1