MAANDAG 17 JULI 1922. 339 De Voorzitter. Aangezien de stemmen staken, zal in de volgende vergadering de herstemming over het praeadvies van Burgemeester en Wethouders plaats hebben. Ik heb geen bezwaar om thans nog het voorstel van den heer van Eek in stemming te brengen. De heer van Eck. M. d. V. liet is beter dat ook aan te houden. De verdere behandeling van het voorstel van den heer van Eck wordt vervolgens eveneens tot de volgende verga dering aangehouden. Mevrouw van Itallievan Embden. M. d. V. Ik zou u nog dit willen vragen, naar aanleiding van wat u omtrent de Amersfoortsche regeling hebt medegedeeld. Dat leek mij bijzonder mooi en daarvoor gevoelde u blijkbaar ook.... De Voorzitter. Ik verlang er volstrekt niet naar, dat mij die bevoegdheid wordt gegeven. Mevrouw van Itallievan Embden. Wanneer het voorstel mocht worden aangenomen en u zoudt zoo'n verordening willen maken De Voorzitter. Ik doe mevrouw van Itallievan Embden opmerken, dat ik geen verordening kan maken. De Commissie voor de Strafverordeningen zou dan dergelijke verordening moeten ontwerpen. Ik kan mij er niet verder over uitlaten. Heeft thans iemand nog iets in het belang van de gemeente in het midden te brengen? De heer Heemskerk. M. d. V. Wij hebben onlangs maatregelen getroffen om een zwemplaats te maken aan de Haarlemmer trekvaart en nu wordt er een zeer pover gebruik van gemaakt. Kan het niet door de autoriteiten onder de aandacht van het publiek worden gebracht, of kan de pers er nog niet eensde aandacht op vestigen? De heer Bots. Het zit ook veel in de temperatuur. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 17