137 den heer N. J. SWIERSTRA, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 7 dén heer J. H. Th. JACOBS, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 7 mej. G. J. WISSENBURG!!, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 7 mej. J. TEN HOLTEN, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 7 mej. D. F. KRANZ, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 7. v. naar de O. L. School aan de Medusastraat A den heer W. F. DE GUNST, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 8; den heer G. W. L. MONNÉ, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 8; den heer C. A. ALLERS, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 8; mej. H. E. SCHMITZ, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 8; mej. J. M. KOORENHOF, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 8. w. naar de O. L. School aan de Medusastraat B: den heer G. BOSSCHA, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 8; den heer J. DE JONG, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 8; den heer J. K. v. d. VALK, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 8; mej. C. A. A. DE JONG, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 8; mej. 0. M. v. ij. HEIJDEN, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 2; den heer I. TEN BRINK, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 2. x. naar de O. L. School aan de Vrouwenkerksteeg A: den heer P. RINCK, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 5; den heer J. VAN LEEUWEN, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 9; den heer A. L. EEKHOFF, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 9; mej. M. PRINS, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 9; mej. A. A. VELLEKÜÜP, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 9. y. naar de O. L. School aan de Vrouwenkerksteeg B: den heer H. '0. VjAN LEEUWEN Jr., thans onderwijzer aan de O. L. School der 3de klasse No. 9; den heer D. G. MAGÉ, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3de klasse No. 9; den heer J. M. KOOLHAAS, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3de klasse No. 2; mej. C. E. VAN PARREEREN, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3de klasse No. 9; mej. J. MEEWIS, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3de klasse No. 2. z. naar de Centrale School voor het 7e leerjaar A: den heer N. v. d. HEUVEL, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3de klasse No. 1; den heer P. A. WISSE, thans onderwijzer aan de O. L. School der 3de klasse No. 1; mej. M. M. J. EPHRAïM, thans onderwijzeres aan de O. L. School der 3de klasse No. 1. II. wegens opheffing van hunne betrekking eervol ontslag te verleenen aan: a. mej. M. DE JONG, onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 3; b. mej. M. TRAGO, onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 1; c. mej. J. J. DE HAAS, onderwijzeres aan de O. L. Jongens school der le klasse; d. mej. G. J. M. SCHRETLEN, onderwijzeres aan de O. L. Meisjesschool der 2e klasse; e. mej. J. J. BOS, onderwijzeres aan de O. L. School der 3e klasse No. 9; den heer J. B. A. v. d. SWAN, onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 9; g. den heer J. M. VOS, onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 1; h. den heer J. M. LABAN, onderwijzer aan de O. L. School der 3e klasse No. 4. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 220. Leiden, 31 Juli 1922. In ons voorstel tot reorganisatie van het lager onderwijs hebben wij er op gewezen, dat splitsing van elk der groote scholen in twee kleine, verandering van de schoolgebouwen ten gevolge moet hebben en deelden wij mede, dat volgens zeer globale raming met de verbouwing een bedrag van 40.500.gemoeid zoude zijn. Bij de behandeling van dat voorstel werd door ons College nog medegedeeld, dat het in onze bedoeling lag, den verbouw der schoolgebouwen op te schorten totdat eenige zekerheid zoude zijn verkregen met betrekking tot de in uitzicht gestelde technische her ziening der Lager-ünderwijswet 1920. In het algemeen zijn wij ook thans nog van meening, dat met de verbouwing der scholen kan worden gewacht. Een uitzondering moet echter worden gemaakt ten aanzien van het schoolgebouw aan de Aalmarkt, waarin de beide tegenwoordige le klasse scholen zullen worden gevestigd. Het gebouw telt thans 12 kleine lokalen cn kan daardoor niet dan zeer oneconomisch als schoolgebouw worden geëxploiteerd. Werd het gebouw niet veranderd dan zouden met 1 September a.s. vermoedelijk 11 a 12 klassen moeten worden gevormd. Ten einde tot inkrimping van dit aantal klassen te komen, hebben wij gemeend, dat het aanbeveling verdiende het gebouw aldus te doen veranderen, dat in plaats van 12, zes groote leer- lokalen worden gevormd. Het is dan mogelijk de geheele schoolbevolking in 9 lokalen onder te brengen, waardoor een aanzienlijke besparing wordt verkregen. Wel zullen dan drie klassen niet in het gebouw ondergebracht kunnen worden, maar aangezien die klassen in het, in de onmiddellijke nabij heid staande, schoolgebouw aan de Breestraat kunnen worden gehuisvest en het niet onwaarschijnlijk is, dat het aantal klassen van de nieuwe school aan de Aalmarkt op den duur nog eenigszins kan worden ingekrompen, meenen wij, dat de door ons aangegeven verandering van het schoolgebouw aan de Aalmarkt alleszins gewensclit is. Het komt ons voor, dat de Directeur van Gemeente werken, wiens advies wij met de bijbehoorende teekeniug, in de Leeskamer ter inzage hebben gelegd, er volkomen iu is geslaagd om een verbouwingsplan te ontwerpen, dat niet al te hooge uitgaven vordert en aan het doel beantwoordt. Immers zal volgens dat plan, het gebouw, in plaats van 12 kleine 6 flinke lokalen verkrijgen en wordt ook de inrichting van het gebouw aanzienlijk verbeterd. Door het maken van een gang langs de leerlokalen zal elk lokaal van uit de gang kunnen worden betreden, zoodat het niet meer noodig is het eene vertrek door het andere te bereiken. De glazen dwarsschotten worden vervangen door wanden van meer geluiddempend materiaal en de gemetselde trek- schoorsteenen en ventilatiekanalen worden verwijderd. De schoorsteenen en ventilatiekanalen kunnen vervallen doordat de school met gaskachels zal worden verwarmd. Verder wordt het gaslicht door electrisch licht vervangen. De Commissie van Fabricage, wier advies wij mede ter inzage hebben gelegdheeft zich met het verbouwings plan vereenigd, maar adviseert tot onderhandsche aanbe steding. Aangezien de verandering van het schoolgebouw tegen begin September gereed moet zijn en met het opmaken van het verbouwingsplan moest worden gewacht totdat omtrent den vermo edelij ken stand der schoolbevolking op 1 Sep tember a.s. eenige zekerheid bestond, was het echter niet mogelijk eene openbare of onderhandsche aanbesteding te houden en was er geene andere oplossing mogelijk dan het werk onderhands op te dragen aan een geschikt persoon. Zelfs een onderhandsche aanbest-ding zou een niet te motiveeren vertraging van 2 weken ten gevolge hebben gehad. Onder opmerking, dat de Inspecteur van het Lager Onderwijs zich met de bovenbedoelde verbouwing, waarvan de bosten door den Directeur van Gemeentewerken worden geranmd op 14000.heeft vereenigd, geven wij U alsnu in overweging door vaststelling van den hierbij over-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 5