298 MAANDAG 26 JUNI 1922. misschien aan toegevoegd zullen worden. Verleden week heb ik gezegd, dat ik de mogelijkheid wensch open te houden voor leerlingen van aanleg en ambitie, die naar zulk een school zouden kunnen worden overgeplaatst. Voor dergelijke leerlingen met aanleg en ambitie acht ik het amendement ook minder noodig, omdat die, met wat vriendelijke hulp van den kant van de onderwijzers, wel den achterstand zullen inhalen, welken zij misschien in de vorige jaren hebben gekregen. Om al deze redenen zal ik niet voor het amendement stemmen maar wel voor het voorstel van Burgemeester en "Wethouders. Ik neem nota van eenige dingen, die Burgemeester en Wethouders in dit Ingekomen Stuk mededeelen. Vooreerst, dat de meisjes, die nu op de school aan de Boommarkt gaan en blijven, en de leerlingen van de school op de Aalmarkt, die zullen overblijven na den uittocht naai de school van de Eerste Leidsche Schoolvereeniging, wel in de 13 lokalen van de school aan de Aalmarkt onder te brengen zullen zijn. Verder deelen Burgemeester en Wethouders mede, dat het hun niet onmogelijk voorkomt om die school, wat de localiteit betreft, wat te verbeteren. Ik heb wel eenS gehoord, dat de localiteit niet heelemaal geschikt zou wezen. Ik zou echter een vraag willen doen. Burgemeester en Wethouders zeggen: »Deze nieuwe school zouden wij uitsluitend wenschen te be stemmen voor die kinderen, die in een 6-jarigen leertijd worden opgeleid voor Gymnasium of Hoogere Burgerschool." Ik zou willen vragen, of Burgemeester en Wethouders niet te absoluut willen vasthouden aan dat woordje »uitsluitend". Ik stel de mogelijkheid, dat er op die school zullen zijn leerlingen, van wie blijkt dat zij voor Gymnasium of Hoogere Burgerschool niet geschikt zullen zijn en voor zulke leerlingen zou ik gaarne de mogelijkheid willen open houden dat zij op een van de andere soorten van scholen werden overgebrachtdat niet uitsluitend werd vastgehouden aan het idee: deze is bestemd voor het Gymnasium en die voor de Hoogere Burger school. Het kon zijn, dat er een leerling was, die niet ge schikt is voor het onderwijs op Gymnasium of Hoogere Burger school, doch wel geschikt voor een school, die voor uitgebreid lager onderwijs of desnoods voor de Ambachtsschool opleidt. Derhalve ook voor de leerlingen, die geplaatst zullen worden op deze school, welke uitsluitend opleidt voor Gymnasium en Hoogere Burgerschool, wil ik de mogelijkheid open laten dat ze verplaatst worden naar een school, welke beter beantwoordt aan het doel en aan hun aanleg en ambititie. Verder acht ik de mogelijkheid niet buitengesloten, dat die eene school op de Aalmarkt misschien geen plaats zal bieden aan al degenen, die voor Gymnasium of Hoogere Burgerschool zouden moeten bestemd worden; de gelegenheid moet er dan zijn, dat er ook op de andere opleidingsscholen, de scholen, die hoofdzakelijk zullen opleiden voor uitgebreid lager onder wijs, leerlingen kunnen zijn, die naar Gymnasium of Hoogere Burgerschool zullen gaan. Mijn verzoek is dus, dat men niet al te zeer zal willen vasthouden aan dat beperkende woord Duitsluiteud". De heer Eerdmans. M. d. V. Ik zou onder de aandacht van Burgemeester en Wethouders willen brengen, dat de band, die hier gelegd wordt tusschen het schoolgebouw aan de Aalmarkt en deze opleidingsschool misschien wat losser zou gemaakt moeten worden. Wij weten niet, hoe groot het aantal leerlingen zal zijn en ik wilde liever, dat Burgemeester en Wethouders eenigermate vrij bleven om naar gelang van de omstandigheden te handelen dan dat hier het besluit werd genomen de opleidingsschool daar te vestigen. Het kan zijn, dat de school aan de Aalmarkt voldoende ruimte biedt; het kan ook zijn, dat de reparatie van het gebouw niet medevalt en de ruimte onvoldoende blijkt te zijn. Als er nu een Raadsbesluit is, dat de opleidingsschool daar zal worden gevestigd, dan wordt de situatie moeilijker dan wanneer machtiging verleend is aan Burgemeester en Wethouders om, wat betrelt de vestiging van de opleidingsschool, nader een beslisssing te nemen. Ik zou dus eenige meerdere vrijheid willen geven aan Burgemeester en Wethouders om ten opzichte van deze school naar omstandigheden te handelen. De heer van Hamel. M. d. V. Ik zou het denkbeeld van den heer Meijnen kunnen steunen, indien het woord Duit- sluitend" werd vervangen door Dvoornamelijk", terwijl ik het volkomen eens ben met het denkbeeld van den heer Eerdmans om de laatste woorden: Den deze school te vestigen in het schoolgebouw Aalmarkt" te schrappen. Waarom is het noodig dat bepaalde schoo\gebouw aan te wijzen? Wellicht is er een ander en beter schoolgebouw te vinden, waar die school ware onder te brengen. Ik zou de keuze aan Burgemeester en Wethouders willen overlaten. Wij krijgen dan het begrip Dschool", wat de onderwijsinrichting betreft, maar afgescheiden van het gebouwwaarin de school zal gevestigd worden. Ik acht het veiliger de aanwijzing van het gebouw aan Burge meester en Wethouders over te laten, die dan naar gelang van de omstandigheden kunnen handelen. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zal niet op de bestrijding, welke de heer Meijnen van mijn amendement heeft gegeven, ingaan, maar ik zou een vraag willen stellen naar aanleiding van het adres, dat bij Burgemeester en Wethouders is inge komen van een aantal ouders van leerlingen dier scholen, die de vrees koesteren een vrees, die ik eenigszins kan deelen dat die eene school niet voldoende zal zijn. Gij zult zien, dat, als men den weg wil opgaan, welken Burgemeester en Wet houders zijn ingeslagen en waarop men in het vervolg wel zal voortgaan, zeer vele jonge kinderen naar de opleidings school zullen gaan, en dan heeft men aan die ééne school niet genoeg. Indien vastgelegd wordt, dat die beide scholen bij elkander komen, zal men het met die ééne school moeten doen. Ik zou gaarne willen weten of Burgemeester en Wet houders dat adres onder de oogen hebben gehad en over wogen en zoo ja, hoe zij er over denken. Wij zijn bezig te reorganiseeren en, als dat gebeurd is en men moet dan op de aangenomen plannen terugkomen, dan is dat moeilijk. Het staat voor mij vast, te meer omdat de school van de Eerste Leidsche Schoolvereeniging naar verluid niet zoo heel veel leerlingen trekt, dat de opleidingsschool zal worden op gepropt met leerlingen van de school aan de Aalmarkt. De heer de Lange. M. d. V. Ik geloof, dat de heer Meijnen een bezwaar beeft genoemd, dat meer theoretisch dan practisch is, want ouders, die zien, dat hun kinderen op een school zijn, die voor hen niet geschikt is, zullen wel maatregelen nemen om die kinderen overgeplaatst te krijgen naar een school, welke voor hen wel geschikt is. Geen enkele vader of moeder zal in zulk een geval zeggen: zij zijn nu eenmaal op een school, welke opleidt voor Gymnasium en Hoogere Burgerschool, zij moeten er nu maar blijven! Tegen het voorstel van den heer van Hamel om het woord Duitsluitend" te vervangen door Dvoornamelijk" heb ik geen bezwaar, als dat kan dienen om bezwaren weg te nemen. Hetgeen de heer van Hamel in de tweede plaats wil, is in strijd met de bepaling van artikel 23 der wet op het lager onderwijs, dat zegt, dat de Raad moet vaststellen waar een school moet worden gevestigd. De heer Wilbrink. M. d. V. Ik wensch een enkele vraag te stellen. Ik heb altijd gemeend, dat er van de 2e klasse-scholen, die de opleidingsschool zullen worden, leerlingen naar de Hoogere Burgerschool en het Gymnasium zijn overgegaan, waaruit zou volgen, dat alleen de school aan de Aalmarkt niet genoeg leerlingen aan de Hoogere Burgerschool en het Gymnasium zal kunnen afleveren en de tegenwoordige 2e klasse- scholen eveneens leerlingen aan die beide inrichtingen zal moeten leveren. Ik zou willen vragen of het noodzakelijk is, dat men één school houdt, welke bestemd is om leerlingen op te leiden voor Gymnasium en Hoogere Burgerschool, en verder alleen opleidingsscholen voor het zoogenaamde uitgebreid lager onderwijs, waarvan dan het practische gevolg is, dat ook leerlingen van laatstgenoemde scholen naar de Hoogere Burgerschool en Gymnasium gaan. Is het niet gewenscht het verschil weg te nemen? De Voorzitter. Ik moet het amendement sterk ontraden. Het lijkt mij niet doenlijk de eerste vier leerjaren gelijk te maken met die van andere scholen en alleen in de twee laatste leerjaren op te leiden voor Gymnasium en Hoogere Burgerschool. De leerlingen zouden dan achterkomen bij het tegenwoordige leerplan der school en het gevolg zal zijn, dat in de twee laatste jaren heftig gestoomd zal moeten worden. Het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool stellen nu eenmaal hunne eischen: wij kunnen die eischen niet ver anderen: en ik zie aankomen, dat die kinderen dan in de laatste 2 jaren heftig gedrild zouden moeten worden om klaar te komen voor de toelating tot Gymnasium en Hoogere Burgerschool, wat misschien niet eens zal lukken. Daartegen zouden de ouders waarschijnlijk bezwaar maken, en terecht: en zij zouden dan voor hun kinderen een andere school gaan kiezen dan de onze. Er is nog een ander argument op grond waarvan ik den Raad moet ontraden met het amendement mede te gaau. Wanneer men het zoo maakt, dat de eerste 4 klassen gelijk zijn aan die op andere scholen en dat alleen de 5de en 6de klassen opleiden voor Gymnasium en Hoogere Burgerschool, dan zal men bij het 5de leerjaar krijgen een heele verschuiving van leerlingen. Er zullen leerlingen afgaan naar andere scholen en er zullen leerlingen van andere scholen bij komen. Wanneer ik mij niet vergis, dan heeft in DÜe Tribune" de heer K. ik weet niet, wie dat is terecht gesproken van een volks verhuizing, die men dan zal krijgen en zulk een verhuizing

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 10