113
N°. 179. Leider, 12 Juni 1922.
Zooals wij aan Uwe Vergadering bij ons voorstel tot ver-
liooging van de voorschotten voor het 2e en 3e bouwplan
van ,de woningbouwvereeniging „de Eendracht" (Ingek.
Stukken ÏTo. Ill van 1922) reeds mededeelden, waren door
den aannemer van deze bouwplannen bij de vereeniging
verschillende vorderingen ingediend, ten aanzien van welke
arbitrage was aangevraagd.Aangezien toen de arbitrale
uitspraak nog niet was gevallen, moesten deze vorderingen
bij de verhooging van de voorschotten buiten beschouwing
worden gelaten.
Inmiddels heeft de Laad van Arbitrage in het geschil
uitspraak gedaan en kan thans worden bepaald, hoeveel de
definitieve verhooging der voorschotten moet bedragen.
Volgens de in de Leeskamer ter visie liggende staten is, na
de verhooging ingevolge Uw besluit van 24 April j.L, voor
het 2e plan nog noodig 2492.en voor het 3e plan
9489.In deze bedragen zijn thans ook begrepen de door
de vereeniging betaalde administratie- en andere kleine
kosten, welke uitgaven in de laatste verhooging van de
voorschotten mede niet konden worden opgenomen, aan
gezien de vereeniging toen nog niet de gevraagde nadere
specificatie had overgelegd.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging ons
College te machtigen tot de Ministers van Arbeid en van
Financiën het verzoek te richten:
I. het bij Koninklijk besluit van 2 September 1919, Ko.
120, toegekende öowwvoorschot van 665.687.voor den
aankoop van den grond en den bouw van 124 woningen
op een terrein benoorden den Lagen Kijndijk (bouwplan II),
boven de ingevolge Raadsbesluit van 24 April 1922 aan
gevraagde verhooging ad 21866.nog te verhoogen met
2492.zoodat dit voorschot wordt gebracht op 690.045.
II. het bij Koninklijk besluit van 9 October 1920, K°. 49,
toegekende ècwwvoorschot van 356.950.voor den aankoop
van den grond en den bouw van 65 woningen en 1 pakhuis
op een terrein benoorden den Lagen Rijndijk (bouwplan III),
boven de ingevolge Raadsbesluit van 24 April 1922 aange
vraagde verhooging ad. 2005.nog te verhoogen met
9489.—, zoodat dit voorschot wordt gebracht op 368.444.
een en ander ten einde de gemeente in staat te stellen voor
schotten van gelijke bedragen aan de vereeniging „de Een
dracht" te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.