232
MAANDAG 15 MEI 1922.
De Voorzitter. Ja, de rekening wordt op de Rekenkamer
nagekeken. Bovendien heeft de gemeente een gedelegeerde
in het bestuur van het genootschap in den vorm van den
heer Sijtsma, zoodat er op die manier ook controle plaats
heeft.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik mag wel zeggen, dat ik in
den regel in het bestuur dezer vereeniging er op aandring
het zoo zuinig mogelijk te doen en dat er misschien nog zuiniger
zou worden geregeerd, indien de salarissen der leeraren niet
zoo hoog moesten zijn, indien wij niet van het Rijk de opdracht
kregen: wilt gij aanspraak kunnen maken op subsidie van
het Rijk, dan moet gij zooveel salaris aan uw leeraren betalen
Indien de kosten meer bedragen dan de heer Eerdmans en
ik en zeker meerderen met ons wel wenschelijk achten, dan
is dat niet de schuld van het bestuur van »Kennis is Macht",
maar dan komt dat door de Regeering zelf, aangezien wij van
bovenaf gedwongen worden hooge salarissen uit te keeren.
De Voorzitter. Die opmerking heb ik al eens meer gemaakt.
De heer Sijtsma. Ik zou echter deze inrichting niet gaarne
prijs willen geven door minder subsidie toe te kennen en
daardoor gevaar te loopen het Rijkssubsidie te derven, want
ik kan den Raad de verzekering geven, dat deze onderwijs
inrichting voor Leiden van groot nut is. Als de vereeniging
haar liet varen, zou de gemeente zeil de zaak ter hand moeten
nemen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
IX. Voorstel tot verhooging van de subsidie voor 1922 aan
de vereeniging tot verzorging van kleine kinderen en tot
vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat.
(Zie Ing. St. No. 138.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
X. Voorstel tot toekenning van eene subsidie aan de St.
Gerardus Majellastichting, ten behoeve van hare kinderbe
waarplaats en tot vaststelling van den desbetreffenclen be
grootingsstaat.
(Zie Ing. St. no. 139.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XI. Voorstel:
a. tot vaststelling van de bijdrage voor eens aan de ver
eeniging «Herstellingsoord de Leidsche Buitenschool",
in de kosten van op- en inrichting van een herstellingsoord;
b. tot vaststelling van de subsidie in de kosten van exploitatie
dier inrichting over 1922;
c. tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat.
(Zie Ing. St. No. 140.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Meijnen. M. d. V. Ik wensch slechts twee vragen
testellen: vooreerst dezeof voor de inrichting en de exploitatie
ook nog te rekenen valt op hulp van de gemeente Katwijk,
waar de school gevestigd zal worden en in de tweede plaats
de vraag, of het u ook bekend is, of er, sedert wij het subsidie
voor deze school hebben goedgekeurd, groei is gekomen in
de particuliere bijdragen hiervoor.
De Voorzitter. Op de eerste vraag van den heer Meijnen
kan ik antwoorden, dat het mij niet bekend is, dat in deze
ook door de gemeente Katwijk hulp wordt verleend. Ik zou
dat zoo willen verklaren, dat met die gemeente juist onder
handeld wordt over de vraag of zij de kosten zal moeten
betalen van het gedeelte van de inrichting, dat als school
wordt ingericht. Dat is, meen ik, een lastige kwestie en nu
begrijp ik, dat de gemeente Katwijk, waar zij kans loopt de
kosten van die school te moeten betalen, geen subsidie geeft
voor het herstellingsoord.
Op de tweede vraag van den heer Meijnen moet ik antwoorden,
dat ik niet weet of in dien tijd de particuliere bijdragen zijn
toegenomen. Wel heb ik voldaan aan het verzoek van den
heer Meijnen en heb ik er bij het bestuur op aangedrongen
te trachten zooveel mogelijk particuliere bijdragen te krijgen
en in die richting werkzaam te blijven.
De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke
stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.
XII. Voorstel tot opnieuw toetreding als lid der vereeni
ging tot verbetering van den Ouden Rijn.
(Zie Ing. St. No. 141).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIII. Verordening, houdende wijziging van het Reglement
van Orde voor de vergaderingen van den Raad der gemeénte
Leiden, van 21 Januari 1904 (Gemeenteblad No. 1).
(Zie Ing. St. No. 142.)
De algemeene beschouwingen worden geopend.
De heer van Eck. M. d. V. Ik behoor tot de minderheid
van de commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen, die
tegen deze wijziging van het Reglement van Orde bezwaar heeft.
Nu is het advies van de commissie per telefoon ingewonnen
en waarschijnlijk dientengevolge is minder juist weergegeven
wat mijne bedoeling is.
Ik ben het volkomen eens met de opmerking van Burge
meester en Wethouders, dat de door hen voorgestelde wijzi
ging niet ten gevolge zal hebben, dat de Raadsleden de voor
drachten twee dagen later zullen krijgpn dan totnogtoe het
geval is, omdat op dit oogenblik feitelijk met wat in de ver
ordening staat, geen rekening wordt gehouden. In het alge
meen zou dat wel zoo zijn, wanneer de hand gehouden werd
aan het voorschrift, dat 6 dagen te voren de voordrachten
den Raad moeten bereikt hebbenwerd de termijn dan ver
anderd in 4 dagen, zoo zou zulks ten gevolge hebben, dat de
Raadsleden in het algemeen de stukken twee dagen later
zouden krijgen, omdat daardoor de tijd van indiening werd
verlaat.
Onze tractie heeft bezwaar tegen dit voorstel. Wij zouden
liever zien, dat de stukken reeds des Maandags, dus 8 dagen
te voren, ter beschikking van de leden waren, en wel omdat
wij gewoon zijn de zaken vooraf collegiaal te behandelen.
Wanneer wij Woensdagavond de stukken pas krijgen, dan
beteekent dit, dat wij eerst Donderdagavond fractievergadering
kunnen houden en dan is de tijd te kort om nog het een en
ander te onderzoeken.
Ik weet, dat Burgemeester en Wethouders toegezegd hebben
dat, wanneer het belangrijke onderwerpen betrof, die voor
stellen eerder bekend zouden gemaakt worden, maar dat geeft
in de practijk zeer weinig, want het gaat bij ons, zooals het
waarschijnlijk ook bij Burgemeester en Wethouders gaat,
wanneer men plotseling een vergadering moet bijeenroepen,
dan hebben de menschen geen tijd daarvoor.
Nu begrijp ik heel goed, dat het voor Burgemeester en
Wethouders niet zoo gemakkelijk is om nog eerder de stukken
ter kennis van den Raad te brengen, omdat, vóórdat zij een
voorstel vaststellen, dit waarschijnlijk reeds een reeks van
instantie's heeft doorloopen. Maar aan den anderen kant is
het van belang, dat de Raadsleden de zaken zoo goed mogelijk
onder de oogen zien en den tijd krijgen om de zaken goed
te bestudeeren.
Daarom ben ik tegen deze wijziging, omdat daardoor
gehandhaafd blijft de gewoonte, dat wij eerst Woensdag de
stukken krijgen, terwijl ik er meer voor gevoel, dat wij de
voorstellen eerder krijgen.
De heer Groeneveld. M. d. V. Totnogtoe is in dezen Raad
het Reglement van Orde nog al gemoedelijk toegepast: rdet
alleen artikel 39 maar ook verscheidene andere artikelen
worden herhaaldelijk overtreden. Maar het Reglement van
Orde wordt niet gemoedelijk toegepast, als men een Raadslid
onaangenaam wil zijn: dan vindt men plotseling in hetReglement
van Orde iets om den een of ander te hinderen.
Dat is mij overkomen en naar aanleiding daarvan heb ik er
op gewezen, dat sinds jaar en dag het Reglement van Orde
wordt overtreden. Het gevolg is geweest, dat Burgemeester
en Wethouders zich gehaast hebben een voorstel te doen tot
wijziging van artikel 39.
Maar waarom moet er nu zooveel haast bij zijn'? Men kan
dan wel aan den gang blijven. Herhaaldelijk zal ik nog inde
gelegenheid zijn er op te wijzen, dat het Reglement van Orde
wordt overtreden en wanneer ik daarvan gebruik wensch te
maken kan men nog tal van andere artikelen gaan wijzigen,
want het Reglement van Orde is totaal verouderd.
Hedenmiddag nog heeft de voorzitter van het stembureau
zich absoluut niet gehouden aan de voorschriften van het
Reglement van Orde. Hij zelf heeft het niet opgemerkt en
de voorzitter van den Raad evenmin.
De Voorzitter. Wat heeft de voorzitter van het stembureau
dan misdaan?