91 op dit punt door verschillende gemeenten genomen, laatstelijk door de gemeente 's-Gravenhage, geschorst, terwijl in Amsterdam juist dezer dagen op aandrang van de Regeering besloten is de basis van den steun van 15.tot 13.50 terug te brengen. Het is duidelijk, dat het feit, dat hier ter stede de steun- norm van liet Burgerlijk Armbestuur tot ƒ15.werd ver hoogd, voor den Minister geen motief kan zijn om voor Leiden een uitzondering te maken. Wij achten het onder deze omstandigheden onnoodig verder op de zaak zelve in te gaan en geven U in over weging afwijzend op het verzoek van adressanten te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 13 Mei 1922. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven beleefd te kennen ondergeteekenden, namens de afdeelingen Leiden van den Ned. Sigarenmakers en Tabaks- bewerkersbond, de Ned. R. K. Tabaksbewerkersbond, de Nederl. Federatie van Sigarenmakers en Tababaksbe- werkers en de Christel. Bond van Sigarenmakers; ten deze domicilie kiezende ten huize van den eersten ondergetee- kende, Molenstraat 8; dat zij indertijd met groote teleurstelling hebben kennis genomen van den mimsterieelen maatregel, om de uitkee- ringen aan uitgetrokken crisis-werkloozen te verminderen, hetgeen voor de uitgetrokken gehuwde werklooze leden van hunne afdeelingen beteekende een verlaging der uitkeering van 15.op 13.50; dat zij daarna met instemming kennis namen van het feit, dat het gemeentebestuur te Amsterdam en later ook dat van Den Haag, besloten hebben om de verlaging in hunne gemeenten niet toe te passen en de uitkeeringen op de oude hoogte te handhaven en het verschil voor rekening der gemeentekas te nemen; dat tot heden het gemeentebestuur van Leiden niet een dergelijk besluit heeft genomen, hoewel dit toch met eenigen grond had mogen worden verwacht; dat het echter hoogst gewensclit is alsnog ten spoedigste daartoe over te gaan, ten eerste omdat het belang van de betrokken personen en gezinnen dit dringend vereischt, maar ook omdat het naar de meening van adressanten niet ver dedigbaar is, dat aan uitgetrokken werklooze sigarenmakers een uitkeering van 13.50 wordt gegeven, terwijl aan andere uitgetrokken werklooze arbeiders vanwege het Burgerlijk Armbestuur een ondersteuning wordt verstrekt van 15. dat het handhaven van een dergelijke uitzondering geheel in strijd is met de billijkheid, temeer waar de sigarenmakers behooren tot die categorie van arbeiders, die wel het aller zwaarst door de werkloosheidscrisis zijn getroffen; Redenen, waarom zij Uw College dringend verzoeken maatregelen te nemen, opdat de uitkeering aan uitgetrokken sigarenmakers wordt gebracht op een gelijk bedrag als aan andere uitgetrokken arbeiders wordt uitgekeerd. 't Welk doende enz., Voor de Afd. Ned. Sigarenm. en Tabaksbewerkersbond, B. Lambooij, Voorz. Yoor de afd. Ned. R. K. Sigarenm. en Tabakbew.bond, J. H. Nijhuis. Yoor de Ned. Federatie van Sigarenm. en Tabakbew. H. v. Welzen, Voorz. Voor de afd. Chr. Bond van Sigarenmakers, W. H. van Heusden, Voorz. N°. 157. Leiden, 22 Mei 1922. Bij haar in de Leeskamer liggend adres verzoekt de R. K. Vereeniging van Kraamverzorging haar een 2 tal subsidiën te verleenen, en wel eene voor eens ad 1000.ter tege moetkoming in hare oprichtingskosten en verder een jaar- lijksche ad 500.in de kosten van exploitatie. Zij ver klaart zich daarbij bereid kraamverzorging aan stadspatienten te verleenen tegen betaling van 20.per geval, met dien verstande evenwel dat de jaarlijksche subsidie en de ver goeding voor verleende hulp niet minder mag bedragen dan 2000.—. Het komt ons voor, dat het verzoek der adresseerende vereeniging behoort te worden behandeld tegelijk met dat gedeelte van het U bekende voorstel van de dames Baart Braggaar en DubbeldemanTrago, ingediend in Uwe ver gadering van 14 December 1920, dat beoogt de inwerking stelling van een gemeentelijke kraamvrouwenverzorging door aanstelling van gediplomeerde kraamvrouwverpleegsters. Indien toch Uwe Vergadering besluit de Kraamverzorging ter hand te nemen, dan zal zij allereerst hebben te beslissen, of die verzorging zal zijn eene gemeentelijke, dan wel of zij die aan het particulier initiatief zal overlaten met fin an - cieelen steun van gemeentewege. En dan meenen wij dat de keus tusschen deze beide wegen niet moeilijk is en dat vooral uit een financieel oogpunt tot den laatste moet worden besloten. Immers, bij aanneming van het voorstel van de dames BaartBraggaar en Dubbeldeman-Trago moet worden overgegaan tot de aanstelling in verband met de uitge strektheid der gemeente van een 2 a 3 tal gediplomeerde kraamvrouwverpleegsters op een jaarwedde van 2000. voorts tot de aanschaffing van beddegoed, verplegings- artikelen enz. en moet tevens worden gezorgd voor het behoorlijk onderhoud daarvan en voor de geregelde aan vulling van den inventaris. Dat hiermede zeker een bedrag van 7000,'sjaars zal zijn gemoeid, zullen wij niet nader behoeven aan te toonen. Maar behalve deze jaarlijksche uitgave, zou de gemeente worden belast met de zorg voor behoorlijke werkverdeeling en controle en met de zorg voor het aanschaffen, aanvullen en onderhouden van den inventaris en het toezicht daarop. De voordeelen van een eigen Kraamverzorging wegen dan ook niet op tegen de nadeelen daaraan verbonden. Wij kunnen U dus niet adviseeren tot aanneming van het voorstel der beide dames, doch geven U in over weging de Kraamverzorging aan het particulier initiatief over te laten. De vraag aan welke van de beide hier ter stede gevestigde vereenigingen de verzorging moet worden toevertrouwd is niet moeilijk te beantwoorden. De Directeur van den Geneeskundigen Dienst schrijft daaromtrent in zijn rapport dat de vereeniging „Hulp in de Huishouding" op het oogenblik zelfs niet de beschikking heeft over een kraamverzorgster, terwijl de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst mededeelt dat van andere zijde dan van de adresseerende vereeniging geen initiatief is uit gegaan. Bovendien komt het ons voor dat de vereeniging „Hulp in de Huishouding" zich inderdaad meer toelegt op hulp in de huishouding dan op hulp bij het kraambed. De R. K. Vereeniging van Kraamverzorging beschikt daarentegen reeds over een 6-tal kraamverzorgsters, door Prof. van der Hoeven opgeleid; de vereeniging ontwikkelt een krachtig initiatief en het laat zich aanzien, dat zij zich in korten tijd sterk zal ontwikkelen. Dat zij van zuiver Roomsch Katholieke zijde uitgaat is o. i. geen bezwaar, nu in hare statuten en in de door haar verspreide circulaire duidelijk staat vermeld, dat alle hoofden van gezinnen, dus van alle gezindten, kunnen toetreden. Ten allen overvloede en om er voor te zorgen dat de belangen van alle ingeschrevenen, van welke religie ook, worden behartigd, kan worden bepaald dat de Directeur van den Geneeskundigen Dienst, of een door hem aan te wijzen Stads-geneesheer, in het bestuur der vereeniging zitting heeft. Trouwens, de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst zegt in haar rapport zeer terecht, dat de goede naam van het R. K. St. Elisabeths-gesticht wel een waarborg is voor goede hulp, en wij kunnen er bijvoegen voor goede hulp aan iedereen, ongeacht zijne of hare godsdienstige overtuiging. Wij kunnen ons dan ook geheel vereenigen met het voor stel van den Directeur en het advies der Commissie om aan de vereeniging de door haar verlangde subsidies toe te kennen. Ook de aan de vereeniging te betalen vergoeding voor het verleenen van hulp komt ons niet te hoog voor. Het voornemen bestaat om de behandeling der stads patienten te doen plaats hebben als die der 3e klasse leden, met dien verstande dat, indien de toestand van den patiënt het eischt, meer dan 2 bezoeken daags zullen worden ge bracht, en, zoo noodig, ook gedurende langer dan 10 dagen. Als men nu bedenkt dat voor het afleggen van 2 bezoeken per dag gedurende 10 dagen, en, zoo noodig, gedurende langeren termijn, en voor het gebruik van een bed, bedde goed, sluitlaken, zeil, enz. slechts een bedrag van 20, wordt gevraagd, dan kan men gerust zeggen, dat hier 'van een alleszins billijke vergoeding sprake is. Wel is waar vraagt de vereeniging aan subsidie en ver goeding een minimum van ƒ2000,per jaar, doch waar de Hoogleeraar van der Hoeven het getal hulpverleeningen op 80 schat, daar mag men veilig aannemen dat dit minimum altijd zal worden bereikt en dat het stellen dezer voor waarde eigenlijk overbodig is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 19