85 a. zeevisch, garnalen, schelp- en schaaldieren, gerookte en gedroogde visch, op de Vischmarkt achter de vischbank naast de Fontein en op de Gedempte Voldersgracht, alsmede voor vaartuigen met vorenbedoelde waren aan de Kalver markt nabij de Haven; b. riviervisch en paling, op de Aalmarkt nabij de Waag en het vischschrappershuisje. 4°, een kaasmarkt, des Vrijdags van des voormiddags 8 tot 11 uur op de Vischmarkt en de Botermarkt. 5°. a. een veemarkt, des Vrijdags, van 1 Maart tot 1 April van des voormiddags 6 tot des namiddags 2 uur, van 1 April tot 1 October van des voormiddags 51/2 tot des namiddags 3 uur, van 1 October tot 1 November van des voormiddags 6 tot des namiddags 3 uur, van 1 November tot 1 December van des voormiddags 61/2 tot des namiddags 3 uur, van 1 December tot 1 Maart van des voormiddags 7 tot des namiddags 2 uur, op de Beestenmarkt, de Nieuwe Beestenmarkt, de Lam mermarkt en, zoo noodig, ter beoordeeling van den Directeur van den Markt- en Havendienst of die hem vervangt, ook op de le Binnenvestgracht. In de week vóór Paschen wordt deze markt, alsmede de sub 4°. genoemde markt, des Woensdags gehouden. b. een markt voor vette varkens, des Dinsdags, van 1 Mei tot 1 October van des voormiddags 6 tot des namiddags 2 uur, van 1 October tot 1 Mei van des voormiddags 7 tot des namiddags 2 uur, onder en nabij de overkapping van de Lammermarkt; c. een paardenmarkt, op den eersten Dinsdag van de maanden Juni en September, van des voormiddags 7 tot des namiddags 4 uur op de Lammermarkt. 6°. een botermarkt, des Zaterdags, van des voormiddags 8 tot 12 uur, in het boterhuis in de Waag. 7°. een bloem- en boommarkt, des Zaterdags, van 1 April tot 1 October van des voormiddags 6 tot des namiddags 8 uur, van 1 October tot 1 April, en bovendien gedurende ten hoogste tien achtereenvolgende werkdagen, aan den 25sten December onmiddellijk voorafgaande, van des voormiddags 8 tot des namiddags 6 uur, op den Apothekersdijk. 8°. een markt voor gevogelte, honden en poelierswaren, des Zaterdags, van 1 April tot 1 October van des voormiddags 7 tot des namiddags 2 uur, van 1 October tot 1 April van des' voormiddags 8 tot des namiddags 1 uur, op de Bloemmarkt en de Boommarkt. 9°. een algemeene dagmarkt, des Zaterdags van des voor middags 7 tot des namiddags 4 uur, en een algemeene avond- markt van des namiddags 4 tot 11 uur, voor den verkoop van allerlei waren, op de Botermarkt, Koornbeurs, Visch markt, Vischbrug, Hoogstraat, Aalmarkt en, van des na middags 1 uur af, ook op den Nieuwen Bijn tusschen de Karnemelksbrug en de Vischbrug. 10°. een algemeene markt, dagelijks, uitgezonderd des Zondags, van des voormiddags 8 tot des namiddags 7 uur, doch des Zaterdags tot des namiddags 11 uur, op het ge deelte van de Van der Werffstraat tusschen de Janvossen- steeg en de Paradijssteeg, voor den verkoop van waren, welke op sub 7°, 8°, en 9° genoemde markten ten verkoop worden aangeboden. 11°. een z.g. St. Nicolaasmarkt, voor den verkoop van allerlei waren, van des voormiddags 8 tot des namiddags 11 uur, gedurende ten hoogste tien achtereenvolgende werk dagen, uitgezonderd des Zaterdags, tot -en met den 6den December, of, zoo de 5de of 6de December op een Zondag valt, tot- en met den 8sten December, op de Hoogstraat, Vischmarkt en Botermarkt. Artikel 2. Met den Zondag worden voor de toepassing van deze verordening gelijk gesteld de Christelijke Tweede Paasch- en Pinksterdagen, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag en de Nieuwjaarsdag. Bij het op Dinsdag, Vrijdag of Zaterdag invallen van die dagen worden de markten, welke op Dinsdag bepaald zijn, des Maandags te voren, die welke op Vrijdag bepaald zijn, des Woensdags te voren, en die, welke op Zaterdag bepaald zijn, des Donderdags te voren gehouden. Artikel 3. Deze verordening treedt in werking op een door Burge meester en Wethouders te bepalen dag. Alsdan vervalt de verordening van 20 April 1911 (Ge meenteblad No. 12), houdende aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen voor het houden van verschillende markten en van veilingen van ooft, laatstelijk gewijzigd bij veror dening van 7 Juni 1920 (Gemeenteblad No. 28). Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 144. Leiden, 8 Mei 1922. Nadat verleden jaar de zwemplaats aan de Oude Heeren gracht wegens den minder goeden toestand van het water gesloten moest worden, heeft ons College terstond een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid van stichting eener nieuwe zwemplaats. Aangezien echter de tijd te kort was om over de nieuw te maken inrichting reeds zóó spoedig de beschikking te hebben, dat er nog in den loop van het aanstaande zwemseizoen gebruik van zou kunnen worden gemaakt, hebben wij nagegaan, of en in hoeverre het mogelijk zou zijn om niettemin reeds voor den komenden zomer in het gebrek aan zwemgelegenheid te voorzien. Het is Uwe Vergadering bekend, dat het vorige jaar een noodzwemplaats is ingericht aan het Westelijk gedeelte van de Slaaghsloot, ter plaatse waar toevallig een met die sloot in verbinding staande ondiepe waterkom aanwezig is. Deze gelegenheid kan echter niet meer als openbare zwemplaats worden benut, daar de eigenaresse van den nabijgelegen grond dezen voor dit doel niet langer beschikbaar wenscht te stellen. Wij zijn daarna met de betrokken militaire autoriteit in overleg getreden over het gebruik van de militaire zweminrichting, welke zich bevindt in het Poelmeer, nabij het Leidsche tolhek aan de Haarlemmertrekvaart. Het resultaat van dit overleg is geweest, dat bij den Commandant van het 4de Begiment Infanterie tegen gebruik van deze zwemplaats door de Leidsche bevolking geen bezwaar be staat. Genoemde Begimentscommandant is nl. bereid te bevorderen, dat de militaire zweminrichting in haren tegen- woordigen toestand kosteloos aan de gemeente wordt over gedragen, mits aan de militairen gelegenheid worde gegeven, om op enkele nader vast te stellen uren van die inrichting gebruik te maken. De betrekkelijk groote afstand (ongeveer i uur gaans), waarop deze inrichting van de stad is gelegen, vormt naar onze meening een overwegend bezwaar om haar tot defini tieve zwemplaats voor de Leidsche ingezetenen te bestemmen. Evenwel, als tijdelijke zwemgelegenheid, te gebruiken ge durende den tijd, dat nog geen nieuwe zwemplaats is ge bouwd, komt de inrichting nabij het Leidsche tolhek ons niet ongeschikt voor. Zij beslaat een totale wateroppervlakte van ongeveer 30 X 30 M., verdeeld over 1 diep bassin, groot ongeveer 15 X 30 M., en 2 ondiepe bassins, elk groot 15 X 13 M.. Voorts zijn aanwezig 22 kleedkamertjes, 1 bergplaats, een klein houten vertrekje voor toezichthebbend personeel, alsmede een, zij het primitieve, privaat- en urinoirinrichting. Het geheel is aan de drie waterzijden door een houten afrastering en aan de landzijde door bedoelde kleedkamertjes afgescheiden van de omgeving. De toestand van onderhoud, waarin de inrichting thans verkeert, vereischt voor een behoorlijk gebruik door de Leidsche bevolking verschillende voorzieningendeze behoeven echter geen extra uitgaven voor de gemeente mede te brengen, aangezien de kosten daarvoor gevoegelijk bestreden kunnen worden uit de voor het onderhoud der zwemplaats aan de Oude Heerengracht beschikbare gelden, welke wegens sluiting van die zwemplaats daarvoor niet zullen worden besteed. Het gebruik van de zweminrichting nabij het Leidsche tolhek heeft, voorzoover ons bekend, nimmer tot bezwaren aanleiding gegeven en er is, ook zonder tijdroovend bacterio logisch en chemisch onderzoek, alle reden om het water ter plaatse als geschikt voor zwemmen te beschouwen. Onder mededeeling, dat wij binnenkort een voorstel bij U aanhangig hopen te maken omtrent de stichting van een nieuwe zwemplaats, op welke aangelegenheid het voorstel van Uw medelid, den heer Piekaar, in Uwe Vergadering van den 3den April j.l. om praeadvies in onze handen gesteld, mede betrekking heeft, geven wij U alsnu, overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage, in overweging ons College te machtigen het door de militaire autoriteit gedane aanbod in zake het gebruik van de zweminrichting nabij het Leidsche tolhek te aanvaarden, met dien ver stande, dat die inrichting voorloopig slechts voor het aan staande zwemseizoen door de gemeente in beheer zal worden genomen en ons voorts te machtigen in deze verder het noodige te verrichten. Aan den Gemeenteraad. Burg; en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 36