■194 MAANDAG 24 APRIL 1922. 8°. Mededeeling van H. de Vries, dat hij de benoeming tot onderwijzer in de lichamelijke oefening aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen 1°. Verzoek van het Leidsch Drankweer Comité om te besluiten tot invoering van een tapverbod van sterken drank van Zaterdagmiddag 12 uur tot Zondag het sluitingsuur en op den 3den October, en adhaesiebetuiging aan dat adres van: 1#. de afdeeling Katwijk der Vereeniging tot Afschaffing van alcoholhoudende dranken 2°. de afdeeling Katwijk der Nationale Christ. Geheelont houders vereeniging 3°. den Kerkeraad der Gereformeerde Kerk te Leiden; 4°. het Medisch Consultatiebureau voor het Alcoholisme; 5°. de afdeeling Leiden der S. D. A.P. tj°. den Kerkeraad der Gereformeerde gemeente; 7°. den Christelijken Besturenbond 8°. de Vereeniging van Vrijzinnige Hervormden te Leiden. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 2°. Verzoek van de woningbouwvereeriiging »de Eendracht" om een commissie te benoemen met opdracht een onderzoek in te stellen naar de juistheid van de door den heer de Lange geuite beschuldigingen met betrekking tot de bij den bouw van plan II en III dier vereeniging gepleegde knoeierijen. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten dit verzoek te behandelen na afloop van de gedrukte agenda. 3°. Verzoek van den Nederlandschen Bond van Werklieden in Overheidsdienst en van den Oentralen Nederlandschen Amb- tenaarsbond, om den 1 Mei-dag te beschouwen als een erkenden feestdag, met adhaesiebetuiging van den Leidschen Bestuur- dersbond. De Voorzitter. Ik stel voor dit verzoek te behandelen na afloop van de gedrukte agenda. De beraadslaging wordt geopend. De heer van Eck. M. d. V. Ik heb tegen uw voorstel op zich zelf geen bezwaar, maar ik zou toch wel willen verzoeken om, indien tijdens de behandeling van de agenda blijkt, dat deze zaak niet meer kan worden behandeld, verandering in de agenda te brengen, omdat deze zaak spoedeischend is. Wij staan als het ware aan den vooravond van de 1 Mei-viering en daarom hoop ik, dat u, als u ziet aankomen, dat niet alles kan worden afgedaan, zult willen voorstellen deze zaak aan andere dingen te doen voorafgaan. De Voorzitter. Mijn voornemen is om, als er zaken op de gedrukte agenda voorkomen, die vandaag niet behoeven te worden afgedaan, eerst die in behandeling te nemen, welke achter de gedrukte agenda zijn geplaatst en waarvan de af doening op heden noodzakelijk is. De heer van Eck. Ik bedoel, als er zaken zijn, die niet spoedeischend kunnen worden geacht. De Voorzitter. Dat zeg ik juist! Ik zou echter den hee- ren in overweging willen geven zich eenigszins te bekorten, opdat wij alles kunnen afdoen. Houden de heeren over alles lange redevoeringen, dan komen wij niet klaar; er staan be lastingverordeningen op de agenda, die absoluut vandaag be handeld moeten worden. De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel van den Voorzitter zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 4#. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de zakelijke belasting op het bedrijf. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 5®. Advies van de Gezondheidscommissie op de ontwerp verordening, tot wijziging van die op het Rijden. Dit advies luidt als volgt: Leiden, den 19en April 1922. De Gezondheidscommissie heeft de eer U mede te deelen, dat zij zich met de voorgestelde wijziging der Verordening op het Rijden kan vereenigen. Namens de Commissie voornoemd, D. A. de Jong, Voorzitter. J. R. F. Rassers, Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders te Leiden. Zal worden behandeld bij punt 13 der agenda. 6°. Verzoek van Dr. D. G. Ubbels om een bedrag uit de Gemeentekas te mogen ontvangen, gelijkstaande met dat wegens te veel betaalde belasting. Dit verzoek luidt als volgt: Leiden, 14 April 1922. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Dr. D. G. Ubbels, wonende Witte Singel 84 f: dat hem het request betreffende teruggave te veel betaalde inkomstenbelasting in Uwe vergadering van 20 Feb. j.l. niet ontvankelijk werd verklaard als zijnde 7 dagen te laat inge zonden dat inderdaad moet worden toegegeven dat de termijn was verstreken, doch dat tijdens de salarisverhoogingen van Rijks ambtenaren het. moeilijk was op een gegeven oogenblik het juiste salaris te weten te komen aangezien dit onder ver schillende posten werd uitbetaald. Dit blijkt wel duidelijk dat de Gemeente een jaar te voren het salaris van ondergeteekende, in afwijking van de aangifte met 550 abusievelijk had ver hoogd nadat vermoedelijk eerst bij het Rijk inlichtingen waren ingewonnen dat de te veel betaalde belasting voor dat bedrag zijnde f 80, wel werd teruggegeven doch eerst 15 maanden nadat daarom werd gevraagd; dat uit deze «zoodra mogelijke" termijn van 15 maanden en uit de late uitreiking der aanslagbiljetten wel te concludeeren valt dat in de laatste jaren aan alle mogelijke bestaande ter mijnen niet altijd de hand wordt gehouden; dat het daarom onbillijk zou wezen administratieve fouten op belastinggebied steeds ten nadeele van den belastingbetaler uit te leggen en dat het van de Gemeente Leiden waar de belastingdruk toch al zoo hoog is, nooit de bedoeling kan zijn ƒ712.38 als belasting te willen behouden terwijl maar Hh 420 is verschuldigd, alleen omdat men de aangifte te hoog heeft gedaan en dit niet eerder heeft geweten dan nadat men hierop door het Rijksbelastingkantoor werd gewezen. Redenen waarom hij eerbiedig verzoekt alsnog een bedrag uit de Gemeentekas te mogen ontvangen overeenkomende met dat van de te veel betaalde belasting. 't Welk doende enz. D. G. Ubbels. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De Voorzitter. Ik kan mededeelen, dat Dr. Ubbels aange slagen is volgens zijn eigen aangifte. Hij heeft naderhand bemerkt, dat hij zijn inkomen te hoog had aangegeven en heeft gereclameerd, echter eerst nadat de tijd daarvoor ver streken was. Er bestaat voor het indienen van dergelijke reclame's een fatale termijn, evenals bijvoorbeeld het geval is voor het in hooger beroep gaan bij procedure's, en daar van kan niet worden afgeweken. De reclame van Dr. Ubbels is dus niet ontvankelijk verklaard. Nu wenscht Dr. Ubbels zijn teveel betaalde belasting als gift uit de gemeentekas terug te krijgen. Dat gaat natuurlijk niet. ik stel dan ook namens Burgemeester en Wethouders voor om op dit verzoek afwijzend te beschikken. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van. Burgemeester en Wethouders besloten. 7°. Voorstel van den heer van Eck om dén prijs van het gas over den Meter en van het muntgas te verlagen met 2 ct. per M8. Dit voorstel luidt als volgt: Ondergeteekende stelt voor den prijs van het gas berekend over den Meter en van het muntgas, te beginnen met de opneming over Mei, te verlagen met 2 cent per Ms. D. A. van Eck. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 8°. Amendement van den heer van Eck op art. 3 van de ontwerp-verordening, regelende het verleenen van wachtgeld aan niet vast-aangestelde ambtenaren en werklieden der Stedelijke Lichtfabrieken. 9°. Amendement van den heer van Eek op art. 4 dier ontwerp-verordening. Zullen worden behandeld bij punt 23 der agenda. 10*. Amendement van den heer van Eck op art. 1 der ontwerp verordening, tot wijziging van die betreffende de levering van electriciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec- triciteit. Zal worden behandeld bij punt 22 der agenda.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 2