MAANDAG 3 APRIL 1922. 181 De heer Mulder. M. d. Y. Ik gevoel veel voor de gedachte van den heer de Lange. Is deze geheele zaak niet een bespotting? Als men langs 's heeren straten loopt, dan ziet men kinderen naar hartelust sigaretten rooken. Dat zou dan niet meer mogen! Wat zou er tegen gedaan kunnen worden? Als een politieagent het zou zien en hij ging naar zoo'n jongen toe, dan verdwijnt de sigaret in zijn zak of hij gooit haar op straat. De Voorzitter. Ik doe den heer Mulder opmerken, dat dit artikel 1 reeds in de oude verordening staat, behoudens dat thans voorgesteld wordt den 14-jarigen leeftijd te veranderen in den zestienjarigen leeftijd; overigens is het precies het zelfde gebleven. Wat de heer Mulder nu zegt, was meer op zijn plaats geweest bij de algemeene beschouwingen, maar niemand wenschte toen het woord te voeren. Als deze verordening verworpen wordt, dan blijft hetzelfde artikel 1 van kracht, behoudens dan den leeftijd. De heer Mulder. M. d. V. Wees mij dan in deze goed willig. Ik gevoel er veel voor om den veertienjarigen leeftijd niet te veranderen in den zestienjarigen leeftijd. En dan kan ik eigenlijk mijn eerste redeneering houden, welke ik reeds ge houden heb. Het wordt erger; het aantal kinderen, dat straf baar is, wordt grooter, maar in de practijk geeft het toch absoluut niets. Ik gevoel daarom veel voor de gedachte van den heer de Lange. De heer Eerdmans. M. d. Y. Ik weet niet of het weten schappelijk vaststaat op welken leeftijd het gevaarlijk is voor de gezondheid om te gaan rooken, maar wanneer wij een bepaalden leeftijd gaan stellen, die de toch al onafhankelijk wordende jonge menschheid raakt, wekt dat den indruk, dat het rooken boven de 16 jaren geen kwaad meer kan. Ik waar deer zeer de belangstelling, welke de Bond van Nederlandsche Onderwijzers voor het kind heeft, maar het was beter het bij de schoolkinderen te laten. De leeftijd tot 16 jaar is op dit oogenblik nog niet een leerplichtige leeftijd en zal dat den eersten tijd ook wel niet worden. Wel zal, als het zevende leerjaar er bij komt, de verordening de kinderen van school- plichtigen leeftijd kunnen treffen. Nu mogen wij over het nut van deze verordening min of meer sceptisch denken, zij is er nu eenmaal en wij zullen haar wel niet kunnen doen ver dwijnen, maar ik ben het geheel met den heer de Lange eens, dat, als men de kinderen, die van school af zijn, onder een zekere controle wil stellen, dit toch niets geeft. Dat zal een voudig tengevolge hebben, dat de overtredingen uit het gezicht worden begaan, en dan zullen wij een geest kweeken, die absoluut verkeerd is en die reeds veel te veel bij ons volk bestaat. Wij gaan in den tegenwoordigen tijd te veel allerlei dingen verbieden. Dit Duitsche voorbeeld moeten wij echter niet volgen. Ik kan niet inzien, dat dit goed zou zijn. Wij hebben misschien een mooi ding op papier, maar in do werke lijkheid geeft het niets. Wij hebben in ons land geen vereeni- ging tegen het rooken; wij zijn hier niet in Amerika, waar het rooken in sommige kringen verkeerd wordt geacht, ja als zedeloos wordt uitgekreten. Nederland is, wat de manlijke bevolking betreft en voor een deel ook wat de vrouwlijke bevolking betreft, een rookend land. Misschien zal dat met de tabaksbelasting veranderen, want de centrale Regeering doet pogingen het rooken te doen verminderen, maar tot, nog toe behoort het tot de algemeene zeden en geldt niet voor verkeerd. Als de kinderen van de school af zijn, moeten wij er niet aan denken hen van overheidswege onder een bepaalde controle te stellen, vooral ten aanzien van iets, dat de oudere menschen aan de kinderen telkens en telkens voordoen. Ik ben blij, dat de heer de Lange dat voorstel heeft gedaan, en daarom heb ik het ook direct willen steunen. De heer de Lange. M. d. V. Ik moet wel mijn excuses maken, dat ik bij de eerste verdediging van mijn amendement het doel een weinig voorbijgestreefd heb. Ik zat nog midden in de Mauritsstraat en kon moeilijk in den tabakswinkel terecht komen, maar ik hoop er nu wat beter in thuis te zijn geraakt. Artikel 1 ontzegt aan de ouders het recht om een jongen van 14 of 15 jaar voor vader wat sigaren of wat tabak te laten halen bij eentabakshandelaar. Dat vind ik een zoo groote absurditeit, dat ik niet kan begrijpen, dat de Commissie voor de Strafverordeningen dat heeft kunnen voorstellen. De Voorzitter. Dat bestaat reeds! De heer de Lange. Het bestaat voor kinderen tot den 14- jarigen leeftijd en nu wil de Commissie voor de Strafveror deningen het uitbreiden tot den leeftijd van 16 jaar. Ik vind dat zoo verkeerd, dat ik niet kan begrijpen, hoe zij er toe komt. Een jongen van 15 jaar wordt gebruikt voor allerlei dingen, soms dingen, die veel gevaarlijker zijn dan het halen van eenige sigaren of wat tabak voor zijn vader. Hij kan gestuurd worden naar de apotheek om vergift te halen of naar den drogist om zwavelzuur of carbol te halen, maar hij mag geen sigaren halen voor zijn vader, want anders wei ken zijn ouders strafbare handelingen in de hand. Wij zullen het toch aan de ouders ter beoordeeling moeten laten of zij voor zich door hun jongen wat sigaren willen laten halen! Dat zullen wij toch niet gaan verbieden, wij zouden daar door de politie volkomen in discrediet brengen, want men zou aan de politie iets opdragen, wat absoluut niet tot haar taak behoort. Ik heb straks reeds gezegd, ik vind het al erg genoeg, dat men zich indertijd er al in mengde en het verbod instelde voor kinderen tot hun 14de jaar, maar ik vind het een groote verslechtering dat nu te gaan uitbreiden met 2 jaren. Wij moeten de ouders niet nog op ruimer schaal gaan be letten de kinderen een boodschap te laten doen in een tabakswinkel. Daarop komt het hier neer. De Voorzitter. De heer de Lange gaat op een verkeerd pad. Ik zie nergens gesproken van ouders, die strafbaar zijn. Hier wordt alleen strafbaar gesteld degeen, die tabak ver koopt en niemand andersprecies zooals het ook in het tegen woordig artikel staat. De vergelijking met het kind, dat uitgestuurd wordt om in een apotheek vergif te koopen of in een drogisterij carbol, gaat ook absoluut niet op. Als een vader zijn kind sigaretten laat halen, dan komt zoo'n kind in de verleiding om er een op te steken, dat kan ik mij levendig voorstellen; maar een kind, dat door zijn vader gestuurd wordt naar den apotheker of drogist, zal heusch niet in de verleiding komen om van dat vergif of van die carbol te snoepen. Dus de bedoeling is alleen om de verkoopers van tabaks artikelen strafbaar te stellen; de ouders zijn niet genoemd. Laten wij nu ons niet op allerlei zijpaden begeven. Dezelfde bepaling bestaat nu reeds, alleen met dit onderscheid, dat nu voorgesteld wordt den leeftijd te verhoogen tot 16 jaar. De heer de Lange. M. d. V. De ouders zijn er terdege in gemengd, want die sturen hun kinderen naar den tabaks winkel om rookartikelen te koopen en dat wordt hun nu belet. De Voorzitter. Zooals in dit Ingekomen Stuk vermeld is, heeft de Commissie voor de Strafverordeningen natuurlijk een bepaalden leeftijd moeten nemen. Wij hebben ook gedubieerd, of de 15-jarige leeftijd beter zou zijn, maar aangezien in de meeste plaatsen de 16-jarige leeftijd als grens genomen is, hebben wij ook eenstemmig gemeend dien leeftijd te moeten voorstellen. Het standpunt van de commissie is dit. Het betreft hier niet alleen de vraag, of rooken schadelijk voor de gezondheid is dat is misschien heel problematiek maar in de laatste jaren is ook meer op den voorgrond getreden het gruwelijk misbruik maken van sigaretten, ook door kinderen, hetwelk tot allerlei verkeerde dingen leidt. Wanneer er geen sigaretten op de wereld waren, dan zou ik er sterk voor zijn, dat een dergelijke verordening er nooit kwam, want men ziet zelden kinderen met een sigaar. In het algemeen zijn al die gesausde sigaretten slecht voor de gezondheid, ook voor volwassenen, maar daarenboven maken die sigaretten voor kinderen de verleiding veel sterker om allerlei slechte en afkeurenswaardige dingen te doen. Als men de politierapporten nagaat betreffende kinderen, die iets misdreven hebben of iets ondeugends gedaan hebben, dan blijkt, dat nagenoeg altijd de reden was, dat zij sigaretten wilden koopen. Zelden is het voor snoepgoed. Moet de leeftijd nu 16, 15 of 14 jaar zijn? Ik kan het ook niet weten, dat moet de Raad zelf maar uitmaken. Het spijt mij, dat er geen amendement is gekomen om «zestien" te veranderen in «vijftien", dan kon de Raad zich ook daarover uitspreken. De heer Bots, U legt zoo den nadruk op de sigaretten had de commissie dan niet kunnen weglaten de woorden «tabak" en «sigaren" en alleen kunnen spreken van «sigaretten" De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer de Lange wordt in stemming gebracht en met 15 tegen 12 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Wilbrink, Groeneveld, van Hamel, Oostdam, Splinter, Huurman, Stijnman, F. Eikerbout, Bisschop, Sanders, Eerdmans, Mulder, de Lange, Bots en Kuivenhoven. Tegen stemmen: de heeren Heemskerk, Piekaar, van Stralen, Knuttel, Meijnen, van Eek, Dubbeldeman, de dames van Itallievan Embden en DubbeldemanTrago, de heeren Pera, van der Lip en Sijtsma.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 5