GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
61
INGEKOIfES STUKKEN.
N°. 105. Leiden, 1 April 1922.
Evenals in vorige jaren, is ook de raming van ver,schil
lende posten der gemeentebegrooting voor 1921 te laag ge
bleken. Welke posten dit zijn en tot welk bedrag verhooging
moet plaats hebben, kan uit den aard der zaak eerst bij
het afsluiten van het dienstjaar met nauwkeurigheid worden
opgegeven. Eeeds thans kunnen wij echter mededeelen, dat
de verhooging van de navolgende posten met de daarbij
vermelde bedragen noodig is:
Volgn. 74. Jaarwedden van den conciergede
boden en den bediende ten Raadhuize1592.35
Tengevolge van de langdurige ziekte van een
der gemeenteboden moest tijdelijk een assistent-
bode in dienst worden genomen, hetgeen over
1921 eene uitgaaf van ƒ1297.75 vereischte; de
voor belooning van assistent-boden beschikbaar
gestelde som van ƒ450.werd dientengevolge
met ƒ847.75 overschreden.
Bovendien zijn de kosten van bewaking van het
Raadhuis na de sluiting der bureaux nog niet op
de begrooting voor 1921 geregeld. De uitgaven
te dier zake bedragen 744.60.
Het artikel dient in verband met een en ander
met 847.75 -f- 744.60 1592.35 te worden ver
hoogd.
Volgn. 75. Schrijfloonen3830.88
Teneinde de kosten van drukwerken zooveel
mogelijk te beperken, is ook reeds in het afge-
loopen jaar veel werk, dat vroeger gedrukt werd,
op de type-af deeling der gemeentesecretarie ver
richt. Dientengevolge werd een aanzienlijke be
sparing op den post „drukwerk" verkregen, doch
moest uit den aard der zaak een hooger bedrag
aan „schrijfloonen" worden uitgekeerd. Verder
bleek het noodig, zooals ook in de Memorie van
Antwoord betreffende de begrooting voor 1922
werd vermeld, tijdelijk een extra werkkracht op
het bureau „Bevolking" te werk te stellen, ten
einde aan de Raden van Arbeid en de Rijksverze
keringsbank de noodige inlichtingen te kunnen
verstrekken in verband met de uitvoering van
de Invaliditeitswet en de Ongevallenwet.
Eindelijk moest in verband met het vele werk,
aan de uitvoering der Lageronderwijswet 1920
verbonden, tijdelijk personeel op de afdeeling
„Onderwijs" worden te werk gesteld.
Een en ander maakt aanvulling van de
beschikbaar gestelde som van 4000.met
3830.88 noodig.
Volgn. 82. Kosten van uitgifte van bet Steno
grafisch Verslag der Handelingen van den Gemeen
teraad met de Ingekomen Stukken2810.75
De kosten van het Stenografisch Verslag en
van de Ingekomen Stukken bedragen over 1921
22810.75. De op de begrooting beschikbaar ge
stelde som van 20000.zal dus met ƒ2810.75
moeten worden verhoogd. Zooals U bekend is
wordt met het oog op het eindigen van het
bestaande contract ultimo December a.s, over
wogen, of vervanging van het Stenografisch
Verslag door een analytisch aanbeveling verdient.
Volgn. 88. Kosten van verteringen ten behoeve
van het huishoudelijk bestuur en van commissiën 169.65
Deze kosten hebben over 1921/969.65 bedragen;
zij waren geraamd op ƒ800.
Volgn. 93. Kosten van de kiezerslijsten en van
het uitoefenen der kiesverrichtingen2000.
De kosten van het bijhouden van de kiezerslijst
hebben gedurende het jaar 1921 ƒ1000.
bedragen, die van het drukken van de kiezers
lijsten van de Kamers van Arbeid 992.48. Ten
einde deze uitgaven in de gemeenterekening te
kunnen verantwoorden, wordt aanvulling van den
voor „Memorie" uitgetrokken post met ƒ2000.
voorgesteld.
Volgn. 96. Overige kosten van den Burgerlijken
Stand86.01
De kosten van druk- en bindwerk voor de
de registers van den Burgerlijken Stand bedragen
over 1921 736.01. Aanvulling van de beschik
baar gestelde som van 650.met 86.01 is
dientepgevolge noodig.
Volgn. 97. Kosten van de bevolkingsregisters en
van de huisnummering
b. Overige kosten2758.
Ter voldoening aan het bepaalde bij artikel 8
van het Koninklijk Besluit van 17 Augustus 1920
(S. 698) zijn de bevolkingsregisters in overeen
stemming gebracht met de uitkomsten van de
gehouden algemeene volkstelling. Deze zeer
omvangrijke en tijdroovende werkzaamheden,
waarvoor tijdelijk personeel in dienst moest
worden genomen, hebben eene uitgaaf van
2758.tengevolge gehad, welke ten laste van
dit artikel behoort te worden gebracht.
Volgn. 98. Kosten van de 10e algemeene volks
telling 8100.
De kosten van de gedurende 1921 gehouden
algemeene volkstelling hebben voor deze gemeente
8100.bedragen. Aanvulling van den voor
„Memorie" uitgetrokken post met 8100.is
derhalve noodig. De kosten van de gehouden
volkstelling worden evenwel van het Rijk terug
ontvangen. (Zie de verhooging van volgn. 50
der ontvangsten met 8100.
Volgn. 119. Kosten van de bouwpolitie en het
woningonder zoek.
a. Jaarwedden van den directeur en de opzichters
der bouwpolitie199.34
De bevordering, bij raadsbesluit van 20 Juni
1921, van den opzichter bij het Bouw- en Woning
toezicht J. Koelma tot technisch ambtenaar 2e
klasse maakt eene aanvulling van dit artikel
met 199.34 noodzakelijk.
Volgn. 131. Jdarwedden van het personeel ten
dienste van het beheer der openbare werkenvoor
zoover niet onder de volgende artikelen begrepen 4478.275
In verband met de aanstelling in vasten dienst,
met ingang van 1 Januari 1921, van de tijdelijk
technische ambtenaren C. A. P. Minderhoud en
W. van der Plas, respectievelijk als technisch
ambtenaar 2e en 3e klasse, is, een overschot uit
anderen hoofde op dit artikel in aanmerking
nemende, aanvulling van dezen post met 4478.275
noodzakelijk.
Op de begrooting voor 1922 zijn de jaarwedden
voor deze ambtenaren reeds door IJwe Vergadering
beschikbaar gesteld.
Bovengenoemde ambtenaren werden te voren
deels uit onderhoudsposten, deels uit den post
voor „teekenwerk" en de posten voor buitengewone
werken betaald.
Volgn. 132. Onderhoud van huizentorens, poorten
en dergelijke gebouwenvoor den openbaren dienst
bestemd, niet in andere hoofdstukken begrepen9000.
De uitgaven op dit artikel zullen i 9000.
meer bedragen dan de beschikbaar gestelde som
van 25810.
Deze overschrijding is een gevolg van:
1°. de stormschade in October en November j.l.
2°. de aanschaffing van een nieuw torenuur
werk met slagwerk aan de Zijlpoort voor 1390.
3°. de verbetering van eenige bovenvertrekken
van perceel Breestraat 119 in verband met de
vestiging aldaar van de afdeeling „Werkloosheids
verzekering", welke verbetering een uitgaaf van
1542.medebracht;
4°. de hoogere abonnementskosten van de
telefoon 715.
5°. de buitengewone herstellingen in de oude
Lakenhal, noodig gebleken bij het aanbrengen
der centrale verwarming, ingevolge raadsbesluit
van 28 Februari 1921 (Ingek. Stukken Ko. 69.)
Bij het verrichten der daarvoor noodige breek-
en metselwerken, kwamen ernstige gebreken aan
den dag wat betreft den toestand van de zware
eikenhouten moerbinten boven de groote midden
zaal, alsmede van de kapspanten over de z.g.
van der Werfzaal. Onverwijlde herstelling en
vernieuwing bleek noodzakelijk, waarvan uit den
aard der zaak vooraf geen kostencijfer kon worden
opgegeven, aangezien de gebreken geleidelijk aan
den dag kwamen en onmiddellijk moesten worden
verholpen.
Tengevolge van de getroffen maatregelen,
welke een uitgaaf van 10500.hebben ver-
eischt, is de soliditeit en deugdelijkheid van het
oude gebouw thans weder voor een reeks van
jaren verzekerd.
Tegenover deze hoogere uitgaven staat een
besparing op de gewone onderhoudskosten, zoo-