35 Alsdan vervalt de verordening van 14 April 1904 (Gem. blad no. 15), regelende de heffing van gelden voor het bezichtigen van het Stedelijk Museum „de Lakenhal" te Leiden, gewijzigd bij verordening van 30 Juli 1914 (Gem. blad no. 27). B. VERORDENING, regelende de invordering van gelden voor het bezichtigen van het Stedelijk Museum „de Lakenhalte Leiden. Artikel 1. Met de invordering van de gelden, verschuldigd voor het bezichtigen van het Stedelijk Museum „de Lakenhal" is belast de daartoe door Burgemeester en Wethouders aan gewezen ambtenaar. De ingevorderde gelden worden maandelijks bij den Gemeente-Ontvanger gestort en verantwoord. Art. 2. Het toegangsrecht is invorderbaar dadelijk nadat het bedrag van het verschuldigde door den met de invordering belasten ambtenaar ter kennis van den bezoeker is gebracht. De in het eerste lid bedoelde ambtenaar geeft van iedere betaling terstond een ontvangbewijs af, vermeldende het bedrag van de betaling en den datum, waarop deze heeft plaats gehad. De dagteekening van het ontvangbewijs wordt aange merkt als de datum, waarop het bedrag van het verschul digde ter kennis van den bezoeker is gebracht. Art. 3. Deze verordening treedt in werking tegelijk met de ver ordening, regelende de heffing van gelden voor het bezich tigen van het Stedelijk Museum „de Lakenhal" te Leiden. Alsdan vervalt de verordening van 14 April 1904 (Gem.blad No. 15), regelende de invordering van gelden voor het bezichtigen van het Stedelijk Museum „de Lakenhal", te Leiden. C. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 14 April 1904 regelende de benoeming en den werkkring van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de LakenhaV, Gemeente blad No. 11), laatstelijk geicijzigd bij verordening van 20 Juni 1921 (Gemeenteblad No. 30). Artikel I. Na artikel 4 van bovengenoemde verordening worden ingevoegd drie nieuwe artikelen, luidende als volgt: „Art. 5. De Commissie is bevoegd het museum tijdelijk geheel of gedeeltelijk voor alle bezoek te sluiten. Zij geeft van het voornemen daartoe tijdig kennis aan Burgemeester en Wethouders. Voor het sluiten van het museum of van een gedeelte daarvan voor langer dan een week is voorafgaande toe stemming van Burgemeester en Wethouders vereischt. Gelijke toestemming is vereischt, wanneer de Commissie voornemens is een gedeelte van het museum voor het algemeene bezoek te sluiten, ten einde dat gedeelte te bestemmen voor een bijzondere tentoonstelling, daarin door de Commissie of, met hare toestemming, door derden te houden. Art. 6. In geval overeenkomstig het laatste lid van het vorige artikel derden in het museum een tentoonstelling houden, is de Commissie bevoegd aan die derden een vergoeding voor te maken onkosten, alsmede voor het gebruik van de noodige ruimte in rekening te brengen. Art. 7. De Commissie is bevoegd voor het bezoeken van de in het laatste lid van artikel 5 bedoelde tentoonstellingen ten bate van het museum boven het gewone toegangsrecht betaling van een afzonderlijk, door haar vast te stellen, toegangsgeld te vorderen, of toe te staan, dat door derden te hunnen bate een door haar goed te keuren toegangsgeld wordt gevorderd." Art. II. De artikelen 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 worden onderscheidenlijk artikelen 8, 9,10,11,12,13,14,15,16 en 17. Art. III. Deze verordening treedt in werking op een door Burge meester en Wethouders te bepalen dag. D. VERORDENING, regelende de voorwaarden voor het bezoek van het Stedelijk Museum „de Lakenhalte Leiden. Artikel 1. Het Stedelijk Museum „de Lakenhal" is geopend op alle werkdagen in de maanden Januari, Februari, November en December van des voormiddags 10 tot des namiddags 3 uur op alle werkdagen in de maanden Maart, April, Mei en October van des voormiddags 10 tot des namiddags 4 uur; en op alle werkdagen in de maanden Juni, Juli, Augustus en September van des voormiddags 10 tot des namiddags 5 uur. Op alle Zondagen, de tweede Paasch- en Pinksterdagen, den Hemelvaartsdag, de beide Kerstdagen en den derden October is het museum geopend van des namiddags 12.30 uur tot het sluitingsuur voor de werkdagen in de maand, waarin een der in dit lid genoemde dagen valt, bepaald. Art. 2. Behoudens het bepaalde bij artikel 12 der verordening, regelende de benoeming en den werkkring van de Commissie voor Stedelijk Museum „de Lakenhal", wordt toegang buiten de in artikel 1 genoemde uren alleen verleend door den Directeur en onder zijn verantwoordelijkheid voor voldoend toezicht. Art. 3. Kinderen beneden den leeftijd van 16 jaren worden niet dan onder geleide in het museum toegelaten. Art. 4. De bezoekers van het museum moeten stokken, regen- en zonneschermen en andere voorwerpen, welke aanleiding- kunnen geven tot hinder voor bezoekers of tot beschadiging van voorwerpen, in het museum aanwezig, bij het binnen treden van het museum afgeven. De afgegeven voorwerpen worden kosteloos aan den ingang- bewaard en aan den rechthebbende, die het museum verlaat, oi) diens verzoek teruggegeven. Art. 5. Het is den bezoekers verboden in het museum te rooken of brandende pijpen, sigaren of sigaretten bij zich te hebben. Art. 6. Het is den bezoekers verboden de in het museum aanwezige voorwerpen aan te raken. Art. 7. Het is den bezoekers verboden voorwerpen, in het. museum aanwezig, te reproduceeren of copie van schilderijen te maken, tenzij met verlof van den Directeur. De Directeur kan aan dit verlof bijzondere voorwaarden verbinden en het te allen tijde intrekken. Tegen het weigeren of intrekken van een gevraagd of ver leend verlof of tegen de aan een verlof verbonden voorwaarden kan de betrokkene in beroep komen bij de Commissie, bedoeld in artikel 2, die alsdan daaromtrent beslist. Het maken van aanteekeningen en kleine schetsen is geoor loofd. Art. 8. Bij buitengewoon druk bezoek kan, zoodra dit hinderlijk of voor de in het museum aanwezige voorwerpen gevaarlijk dreigt te worden, de Directeur of degene, die hem vervangt, bepalen, hoeveel bezoekers gelijktijdig in het museum worden toegelaten. Art. 9. De bezoeker, die na voorafgaande waarschuwing weigert zich te gedragen naar de bepalingen dezer verordening of die de door of namens de Commissie, bedoeld in artikel 2, of de door of namens den Directeur gegeven voorschriften niet in acht neemt, kan uit het museum worden verwijderd, zoo noodig met behulp der politie. Art. 10. Deze verordening treedt in werking op een door Burge meester en Wethouders te bepalen dag. Alsdan vervalt de verordening van 14 April 1904 (Gem.- blad no. 14), regelende de voorwaarden voor het bezoek van het Stedelijk Museum, gewijzigd bij verordening van 30 Juli 1914 (Gem.blad no. 26). Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetli. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 39