Ui
MAANDAG 20 FEBRUARI 1922.
zijn op hetzelfde peil aangelegd als waarop" nu aangelegd
worden de straten op het terrein van »De Goede Woning",
maar wat is het geval? De straten op het terrein van »Ons
Belang" zijn ongeveer 25 centimeter tot 35 centimeter verzakt.
De heer Piekaar heeft het rapport van den Directeur van
Gemeentewerken niet goed gelezen, niettegenstaande het weken
ter visie gelegen heeft. Het staat er duidelijk in.
Nu kon Gemeentewerken niet zeggen: de straten zijn daar
zooveel verzakt, ik zal nu de nieuwe straten ook te laag gaan
aanleggen. Integendeel, de nieuwe straten moesten aangelegd
worden op het peil dat noodig is en daardoor is ontstaan een
ongelijkheid op het moment, dat de nieuwe straten werden
aangelegd. De heer Piekaar heeft kunnen zien, dat de straat
makers thans de wonde zoo goed mogelijk geheeld hebben,
zoodat er geen gevaar meer bestaat, dat het water in de
woningen van »Ons Belang" zal loopen, e. d.
Men kan een fout, die ontstaan is door da wijze van bouwen,
en door den slappen grond waarop gebouwd is, waarop bij
»Ons Belang" blijkbaar niet voldoende gerekend is, niet goed
maken door in het vervolg die fout voort te zetten. Integendeel,
die fout moet in het bestaande zoo goed mogelijk verbeterd
worden en de twee plannen moeten zoodanig aan elkander
worden verheeld, dat men een redelijk geheel krijgt. Men
heeft er niet op kunnen rekenen, dat woningen en bestratingen
van »Ons Belang" 25 a 35 centimeters zouden verzakken.
Ik hoop, dat de woningen van »De Goede Woning" niet
zooveel zullen verzakken, maar indien zij ook zooveel ver
zakten, dan zouden wij nog de gelijkheid krijgen op een onge-
wenschte manier, maar dat is volstrekt geen geld verknoeien. De
zaak is goed behandeld, maar. er zijn onvoorziene omstandigheden
geweest, die de ongelijkheid in de hoogte veroorzaakt hebben.
De heer A. Elkerbout. Ik moet sterk twijfelen aan hetgeen
de heer de Lange zegt, namelijk dat de woningen van »Ons
Belang" 25 centimeters verzakt zijri. Die woningen zijn gebouwd
op hetzelfde peil als de bestaande woningen waaraan ze zijn
vastgekoppeld en wanneer ze nu 25 centimeters verzakt zouden
zijn, dan zouden zij lager moeten staan dan de woningen, die
vóór dien tijd reeds bestonden en dat is onwaar. Ze zijn nog
op dezelfde hoogte als de bestaande woningen, die er vóór dien
tijd gestaan hebben.
Alleen bij »De Goede Woning" is mijns inziens een fout
gemaakt; daar heeft men de huizen hooger gezet en nu tracht
men op dergelijke wijze de zaak te verdoezelen. Maar de strop
zal weder komen voor »Ons Belang" en »De Goede Woning",
want de woningen van »De Goede Woning'' staan ongeveer
25 centimeters hooger, terwijl wij van de deuren van verscheidene
woningen van »Ons Belang" hebben moeten afzagen. Het water
loopt nu bij de menschen binnen.
Waren de woningen inderdaad gezakt, dan zouden ze lager
moeten staan dan de woningen, die daar vroeger al stonden.
De heer de Lange. M. d. V. Ik heb daarop slechts één antwoord,
namelijk dat de heer Eikerbout op een ingewikkelde manier
maar daarop komt het toch neer den Directeur van
Gemeentewerken beschuldigt van het opstellen van een valsch
rapport. De Directeur zegt in zijn rapport, dat bij het leggen
van de nieuwe rioleering, dit is de rioleering van »De Goede
Woning", reeds was ontdekt, dat de bestaande rioleering,
dat is die van »Ons Belang", en daarmede de geheele bestrating
en de bouw op vele plaatsen 25 tot 35 cM. was gezakt en dat
de aansluitende nieuwe straat dus even veel hooger zou komen te
liggen dan de bestaande. Na [het gehoorde heb ik nog geen
aanleiding te gelooven, dat dat onwaarheid is.
De Voorzitter. De heeren praten over verschillende zaken.
De heer Piekaar zegt, dat in het rapport van den Directeur
der Gemeentewerken zijn vragen niet juist zijn beantwoord.
In het rapport staat evenwel, gelijk de heer de Lange heeft
medegedeeld, dat de rioleering van »()ns Belang" gelijkmatig
is verzakt. Het antwoord is dus in zoover wel bevredigend,
dat het een verklaring geeft waarom ook het terrein van de
bouwvereeniging »De Goede Woning" zoo hoog moest worden
aangelegd; maar de heer Piekaar zegt thans weer, dat het
rapport niet juist is. Hij moet niet zeggen, .dat het een
verkeerd antwoord is; als waar is hetgeen in het rapport
staat, dan is de hoogere aanleg van dat terrein geheel gemoti
veerd. Zijn meening is nu echter, dat het rapport niet juist is.
De heer Wtilbrink. M. d. V. Ik wensch even te doen op
merken, dat de rioleering voor »De Goede Woning" gelegd
is vóór den volledigen bouw van »Ons Belang". Dus is de
aansluiting aan de rioleering van »De Goede Woning" ge
maakt vóórdat de woningen van »Ons Belang" zijn gesticht.
De rioleering kan dus niet verzakt zijn vóór de aansluiting.
Het is voor mij onbegrijpelijk.
De heer de Lange. M. d. V. Ik zou willen zeggenlaten
wij het rapport nog eens een week in de Leeszaal laten liggen
kunnen de heeren dan aantoonen, dat het onjuistheden bevat,
laten zij het dan doen. Wij gelooven, dat het rapport juist is.
De Voorzitter. Het rapport slaat keurig op de vragen
van den heer Piekaar, maar nu zegt deze, dat het rapport
niet juist is. Zoodra men echter de juistheid van het rapport
aanneemt, dan zijn de vragen goed beantwoord. Wij zullen
evenwel het stenografisch verslag aan den Directeur voor
leggen en tot hem zeggen: eenige leden beweren, dat uw
rapport niet juist is, wat is daarop uw antwoord? Het rapport
heeft echter de vragen van den heer Piekaar volkomen be
antwoord.
De heer Huurman. M. d. V. Ik heb het natuurlijk niet
nagemeten, maar ik kan mij zeer goed voorstellen, dat het
rapport van den Directeur waarheid bevat. Het geheele gedeelte
van de stad is slechte grond, hetgeen o. a. blijkt uit het ver
zakken van het Slachthuis en van al de straten, die daar
gemaakt worden. Als de fundamenten van de huizen, die
die daar worden gesticht, niet veel breeder worden aangelegd
dan thans het geval is, dan hieruit ziet men alweer, dat
men geen verordening kan maken, die in het algemeen geldt,
als de geaardheid van den bodem op verschillende plaatsen
zoo uiteenloopend is zullen de huizen voortdurend blijven
nazakken. Aan een ander gedeelte van de stad, bijvoorbeeld
aan den Zoeterwoudschen Singel, Hoogen Rijndijk enzoovoort
bemerkt men dit niet, maar toch moet ik zeggen, dat mij
25 c. M. verzakking wel wat veel lijkt. Om te zeggen, dat
het rapport niet deugt, dat zou ik echter niet gaarne voor
mijn verantwoording nemen.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik wensch een vraag te
doen; het is mij nog niet erg duidelijk en de bedoeling is
toch dat wij volkomen bevredigd hiervandaan gaan.
Toen »Ons Belang" ging bouwen heeft zij zich aangesloten
bij de huizen, die daar reeds stonden. »Ons Belang" was
daar niet de eerste, die bouwde. Toen heeft men die huizen
gezet op een peil zoodat zij aansloten bij die bestaande
huizen. Daarna is »De Goede Woning" daar gaan bouwen.
Toen heeft men rekening gehouden met zakken en heeft men
de huizen 30 c,M. hooger gezet. Nu zijn die woningen van
»Ons Belanggaan zakken, maar als dat waar is dan moeten
de huizen, die daar reeds stonden, met zakken gewacht
hebben totdat »Ons Belang" daar ging bouwen. Daarom geloof
ik. dat het rapport niet geheel juist is. Dat is onlogisch.
De Voorzitter. Het kan toch heel goed zijn zooals het in
het rapport aangegeven is. Wanneer men bouwt tegen een
verzakkende straat en men moet zooveel boven waterpei)
bouwen, dan kan men er niet aan beginnen zonder het op
te hoogenhet is misschien glooiend gemaakt.
Intusschen, wij kunnen thans die zaak niet tot klaarheid
brengen; voor het oogenblik zou het een onvruchtbaar debat
blijven.
Men heeft inlichtingen gevraagd; wij leggen een rapport
over en men zegt nu, dat dit niet juist is. Daaraan kunnen
Burgemeester en Wethouders niets doen; Burgemeester en
Wethouders geven dit antwoord. Is dat antwoord juist, dan
is de zaak uit. Maar het eenige is, dat men kan zeggen, dat
het rapport niet juist is.
Het gesprokene komt vanzelf in het stenogram, dat wij den
Directeur van Gemeentewerken te lezen zullen geven en dan
zal men er wel nader van hooren.
Dat is het het eenige wat ik er op weet. Wij kunnen er nu
niet ih het wilde over praten.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Buiten de agenda om werd nog behandeld een voorstel van
Burgemeester en Wethouders om aan de Commissie voor het
Stedelijk Museum »de Lakenhal" een crediet te verleenen van
ƒ4000.voor de aanschaffing vau vitrines (pag. 112).
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.