16
Leiden 28 Dec. '21.
Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester
en Wethouders van Leiden.
Edelachtbare Heeren!
Ondergeteekende, 0. P. Hieuwen weg, vakonderwijzer in de
Gymnastiek in Uwe gemeente, heeft de eer, UEdelachtbaren
te verzoeken, hem als zoodanig met ingang van 1 April
1922 eervol ontslag te verleenen, omdat hij in gelijke functie
is benoemd in Haarlem.
Hopende, dat op zijn verzoek gunstig zal worden beschikt,
verblijft hij
met verschuldigde hoogachting
C. P. Hieuwenweg,
Gymnastiekonderwijzer te Leiden
Hooge Rijndijk 104.
H°. 43. Leiden, 30 Januari 1922.
Een drietal straten van het bouwplan van de woning-
bouwvereeniging „Eensgezindheid" achter den Zijlsingel
heeft nog geen naam. Ha gepleegd overleg met de Commissie
van Fabricage en den Archivaris komt het ons gewenscht
voor, aan de meest oostelijke dier straten overeenkomstig
het verzoek van het bestuur van genoemde vereeniging den
naam „Van Speykstraat" te geven. Bij de namen van andere
yaderlandsche helden als Evertsen en de Ruyter, naar wie
reeds een tweetal nabijgelegen straten genoemd zijn, sluit
ook naar onze meêning de naam van Yan Speijk wel aan.
De beide andere nieuwe straten evenals de eerstgenoemde
in rood aangeduid zijn verlengden van bestaande straten,
nl. van de Verlengde Oosterstraat en van de Verlengde
Munnikenstraatzij behooren derhalve dezelfde namen te
dragen als de twee laatstgenoemde wegen. Zijn deze straten
eenmaal in rechtstreeksche verbinding gebracht met de
Oosterstraat en de Munnikenstraat, dan kan de toevoeging
„verlengde" gevoegelijk vervallen.
Voorts zal ook aan de straat, evenwijdig aan- en ten oosten
van de Rijndijkstraat, bezuiden den Hoogen Rijndijk, in
aanleg bij de woningbouwvereeniging „Ons Doel", een naam
gegeven moeten worden. Overeenkomstig het advies van de
Commissie van Fabricage en het gevoelen van den Archivaris,
ware deze straat, gelegen in de buurt van het Rijn-Schie-
kanaal, „Kanaalstraat" te noemen.
Wij geven U mitsdien in overweging de op de situatie
met A aangegeven straat Van Speykstraat te noemen, aan
de nieuwe straten in het verlengde van de bestaande Ver
lengde Oosterstraat en Verlengde Munnikenstraat dezelfde
namen te geven als de straten, waarvan zij het verlengde
zijn, en de straat ten oosten van de Rijndijkstraat, bezui
den den Hoogen Rijndijk te noemen Kanaalstraat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Ho. 44. Leiden, 30 Januari 1922.
Tot nog toe wordt het kantoor van den Markt- en Haven
dienst gehouden ten huize van den tegenwoordigen Directeur,
den heer J. Romanesko, die daarvoor als vergoeding van
kosten van huur, verwarming en verlichting een jaarlijksche
uitkeering van 125,ontvangt. Genoemde Directeur heeft
ons nu eenigen tijd geleden verzocht te bevorderen, dat van
gemeentewege een afzonderlijke localiteit voor zijn bureau
ter beschikking wordt gesteld, aangezien het hebben van
dit kantoor in zijn woning hem allengs groot ongerief is
gaan veroorzaken.
Met de Commissie's van Fabricage en voor het Markt
wezen zijn wij van meening, dat het inderdaad gewenscht
is het bureau van den Markt- en Havendienst naar elders
over te brengen. Behalve, dat het houden van eenkantoor-
aan-huis, druk bezocht door personeel, marktkooplieden,
boeren, schippers, sollicitanten enz., voor den heer Romanesko
en diens gezin uit den aard der zaak talrijke bezwaren
medebrengt (door hem uiteengezet in zijn bij de stukken
gevoegd rapport van 25 Hovember 1920), bezwaren, waar
van de gegrondheid niet kan worden ontkend, verdient het
ook in het belang van den dienst aanbeveling, dat de
Markt- en Havendienst beschikt over een eigen vast kantoor,
dat niet afhankelijk is van de woning van den directeur
van dien diensttak.
Wij hebben, voorgelicht door de beide genoemde com-
missiën, verschillende plannen overwogen, om tot een geschikte
en tevens niet te dure oplossing van deze kwestie te geraken.
Daarbij zijn wij uitgegaan van het standpunt, dat het Waag
gebouw de aangewezen plaats is voor het nieuwe kantoor
van den Markt- en Havendienst. Vooreerst toch ligt dit
gebouw in het centrum der stad, dicht bij het Raadhuis,
vlak bij de plaatsen waar belangrijke markten worden
gehouden, en vervolgens ressorteert tegenwoordig ook de
Waag rechtstreeks onder den marktdienst en is een kan
toortje beneden in de Waag reeds bij dezen dienst in gebruik.
Aanvankelijk was nog overwogen, om op het bestaande
marktkantoor aan de Hieuwe Beestenmarkt een verdieping
te doen bouwen, doch wij hebben dit plan laten varen,
zoowel omdat de ligging van dit kantoor voor het beoogde
doel niet zoo gunstig is als die van het Waaggebouw en
voorts, omdat een verdieping op eerstbedoeld gebouwtje de
omgeving zou ontsieren. Daarenboven kwamen ons de kosten
van dit plan, geraamd op 7000,zonder meubilair, te
hoog voor. Ook op het denkbeeld om het marktgebouw,
staande naast den molen „de Valk" nabij de Lammermarkt,
te vergrooten, zijn wij, hoewel de kosten van uitvoering
3500,geen overwegend bezwaar opleverden, niet verder
ingegaan, voornamelijk wegens de afgelegen ligging daarvan.
Bij ons plan, om het bureau van den Markt- en Haven
dienst in het Waaggebouw te vestigen, dachten wij te dien
einde de beschikking te kunnen herkrijgen over het boven-
voorvertrek, sinds .1909 bij de Vereeniging tot instandhou
ding van het Leidsch Muziekcorps voor het houden van
repetitie's in gebruik. Ondanks de vele pogingen, daartoe
in het werk gesteld en medegedeeld in het uitvoerige rap
port van de Commissie voor het Marktwezen dd. 15 Sep
tember 1921, is het echter niet gelukt, om zonder te groote
kosten voor genoemd muziekcorps een ander geschikt repe
titielokaal te vinden. Wel werd ons het plan aan de hand
gedaan, om ten behoeve van het corps "een vertrek in het
voormalige Invalidenhuis in te richten, waardoor dan de
bovenvoorkamer in de Waag voor den Markt- en Haven
dienst vrij zou komen, maar de hieraan verbonden kosten
(inclusief de inrichting van het nieuwe marktkantoor ge
schat op 3700.alsmede de overweging, dat het voor
malige Invalidenhuis wellicht binnen afzienbaren tijd zal
worden afgebroken, en de kosten van verbouwing alsdan
niet meer tot hun recht zouden komen, weerhielden ons er
van, bij U een voorstel in dezen geest aanhangig te maken.
Mitsdien verzochten wij den Directeur der Gemeente
werken na te gaan, of niet op andere wijze in de Waag
een kantoor kon worden ingericht, en zoo ja, daarvoor een
eenvoudig ontwerp in te dienen. Zooals de overgelegde
teekeningen doen zien, blijkt dit inderdaad mogelijk. Op
de verdieping van het Waaggebouw toch bevindt zich achter
de voorzaal, waar de bovenbedoelde repetitie's worden ge
houden, een klein vertrekje, dat door verbouwing en uit
breiding tot kantoor voor den Directeur van den Markt
en Havendienst kan worden ingericht. De afmetingen van
dit nieuwe bureau zullen weliswaar bescheiden zijn, n.l.
3.50 X 4-20 M., maar de ruimte wordt niettemin, ook door
den heer Romanesko, voldoende geacht. In de muziekzaal
zullen dan enkele nieuwe kasten moeten worden gemaakt
tot berging van den inventaris- van het muziekcorps, die
thans in het te verbouwen kamertje wordt bewaard.
De verbouwing vordert eenige afbraak en inwendige ver
timmering van het Waaggebouw, doch daar geen enkel
onderdeel wordt gewijzigd of opgeruimd, dat uit een histo
risch of bouwkundig oogpunt belangrijk is, bestaan er tegen
de verbouwing uit dien hoofde geen bezwaren.
Met inbegrip van het maken van de reeds gemelde muziek -
kasten, den aanleg van waterleiding, electriseh licht, enz.,
worden de verbouwingskosten geraamd op ongeveer 2800.
terwijl aan inventaris noodig is een schrijfbureau, een tafel,
eenige stoelen, gordijnen, vloerbedekking, een gaskachel,
brandkast en verder meubilair. Aangezien het in de bedoe
ling ligt, voor de inrichting van het bureau zooveel mogelijk
gebruik te maken van reeds aanwezig meubilair, worden
de inrichtingskosten begroot op slechts 700.zoodat de
totale kosten derhalve rond f 3500.zullen bedragen.
Deze oplossing is niet duurder dan de bovengenoemde
verbouwing van het marktgebouwtje nabij den molen „de
Valk" en goedkooper dan het plan tot verandering van het
voormalige Invalidenhuis. Daarbij biedt zij boven die beide
plannen zoovele voordeelen, hiervoren reeds aangegeven,
dat zij verre de voorkeur verdient. Bovendien opent deze
oplossing de mogelijkheid, om, wanneer te eeniger tijd het
Leidsch Muziekcorps het voorvertrek niet meer noodig mocht
hebben, het nieuwe kantoor op eenvoudige, weinig kost bare
en doelmatige wijze te kunnen uitbreiden.
De jaarlijksche tegemoetkoming ad 125.welke de