536 WOENSDAG 14 DECEMBER 1921. nog in het Diakonessenhuis zijn en kom zoodoende telkens op den Witten Singel; welnu, er is daar een mooie graskant geweest, maar ik zie dat alle jongens over dien graskant loopen, met het gevolg dat hij geheel vertrapt is. De heeren moeten maar eens even op het Paterbruggetje gaan staan; dan zullen zij zien, dat de grasrand moedwillig vernield is. Zoolang de inwoners van Leiden hun spruiten niet ervan weerhouden om de gemeente-ëigendommen opzettelijk te ver nielen, zal er niet veel verbetering komen. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr 143 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Volgnr 144, verhoogd met 4000.wegens kosten van herstrating van het lsie gedeelte der Veemarkt, wordt zonder beraadslaging ot hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr 145. luidende: Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenenf 34746. De heer Eerdmans. M. d. V. Ik wil een vraag stellen, die ik meer bij mij heb voelen opkomen. In onze plantsoenen wordt zeer ruim gebruik gemaakt van punt ijzer. Het is ijzer om de perken al te sluiten, natuurlijk om kwaadwillig gedierte en misschien ook jongens er uit te houden. Nu zijn die perken vooreen groot deel aangelegd om in het volle gras te staan, maar een gevolg van de nu gevolgde methode is dat de perken eigenlijk nooit tot hun recht komen. Het gras gioeit buiten de perken, terwijl het dan daarbinnen kort is gerold, ot het 'is juist oingekeeid. Doch overeenstemming is er nooit. Zooals de perken zijn aangelegd zijn het perken, die in een Engelsch park in het gras moeten staan. Ik zou willen vragen, of die puntijzers niet weggenomen zouden kunnen worden, dan zou het gras meer tot zijn recht komen. De heer Rots. Ik zal het gaarne overwegen en met de des kundigen bespreken. De vraag is in de secties niet gedaan, dus ik kan haar onmogelijk nu beantwoorden. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr 145 zonder hooldelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 146, luidende: nKosten van bruggen en overzetveerenf 10U.76U. vermeerderd met 500.voor het gewone onderhoud der bruggen, welke van de provincie zullen worden overgenomen, ingevolge Raadsbesluit van 1 Februari 1921 en verminderd met 8ü0.wegens de vaste aanstelling van den tij-lelijken technischen ambtenaar 2e klasse C. A. P. Minderhoud. De heer Groeneveld. M. d. V. In de secties is erop gewezen, dat er heelemaal geen behoorlijke verbinding bestaat met het groote stadsdeel, dat gaandeweg verrijst achter den Maresingel. Al de menschen, die in dat groote dorp wonen, moeten een grooien omw. g maken om de binnenstad te bereiken. Daarom geloot ik, dat het noodzakelijk is, dat in het midden van den Maresingel een overbrugging komt. Burgemeester en Wet houders antwoorden daarop, dat dat door de uitbreiding van de Lichtlabrieken vrijwel onuitvoerbaar is. Nu is het inderdaad juist, dat de Lichtfabrieken in den weg staan, maar ik geloot toch, dat vóór de Lichtlabrieken zich verder uitbreiden en den toestand nog onmogelijker maken, er maatregelen moeten worden genomen, dat in de toekomst daar een verbindingsweg kan komen. Het gaat niet aan, die halve stad van behoorlijk verkeer at te sluiten. Daarom zou ik willen voorstellen: »De Raad verzoekt Burgemeester en Wethouders een onder zoek in te stellen naar de mogelijkheid om een verbindings weg tot stand te brengen vanaf ongeveer het midden van den Maresingel met de binnenstad.'' Ik wil er nog op wijzen, dat in het verlengde van de Hooigracht nog wel een overbrugging gemaakt kan worden; zoover is de lichtfabriek nog niet uitgebreid Dat sluit ook aan bij een motie van den heer Knuttel, die reeds lang bij Burge meester en Wethouders om praeadvi-s is en waarop nog steeds ge-n antwoord is gekomen Ik heb er al eens op gewezen, dat in de lichting Noord-Zuid geen enkele behoorlijke ver keersweg in onze gemeente bestaat, wel in de rich'ing Oost- West. E zal toch eindelijk iets gedaan moeten worden opdat er ook gelecenh«id komt, zoo'n verkeersweg Noord-Zuid te maken. De beer A. Elkerbout. M. d. V. Er is door de brugwachters een adres ingediend, waarbij zij verzoeken om verhooging van het geld voor schoeisel. In de secties is ernaar gevraagd en de zaak is intusschen ook in den Raad besproken. Het afwijzend praeadvies van Burgemeester en Wethouders is in den Raad verdedigd op de volgende gronden. De bi ugwachters zou en niet zooveel werk hebben en daarom achterstaan bij de politie, die veel meer wandelingen maakt. Ik heb daarnaar eens een onderzoek ingesteld. En nu geef ik u gaarne toe, dat de politie veidere wegen aflegt, maar ik heb hier toch een staatje voor mij van f I8UU0.—dat door de brugwachters alleen aan bruggeld ontvangen is. Dat wordt ge'ind in bedragen van 5, 10 en 25 ct., en dan is dat bedrag toch zoo groot, dat men niet kan zeggen, dat de brugwachters zoo weinig doen. Daarom ben ik het niet eens met het besluit van de vorige vergadering, dat dien menschen een lager vergoeding geeft dan den anderen, en daarom stel ik liet volgende voorstel voor »De Raad besluit het bedrag van het schoeisel en kleeding van de Havenrechercheuis en Bi ugwachters met 50.te verhoogen." De Voorzitter. Dat kan nu niet ter sprake komen. De Raad heelt in dezen een besluit genomen en meu kan nu niet rauwelijks op dat besluit terugkomen. Eerst moet een daartoe strekkend voorstel worden ingediend en dan kan het op de agenda geplaatst worden. De heer A Elkerbout. Het besluit, dat de Raad genomen heeft, betrof het jaar 1921 en wij zijn thans aan de be grooting van 1922. Het gaat toch niet aan dat men, wanneer een besluit genomen is, men er niet meer op zou kunnen terugkomen. De Voorzitter. Zoo iets kan alleen langs regelrmtigen weg geschieden en niet zoo maar incidenteel bij de behandeling der begrooting. De heer Elkerbout komt met een voorstel, dat indiuischt tegen een beslissing van den Raad. Als men op alle zaken, ten aanzien waarvan de Raad een ampele bespreking heeft gehouden en een besluit heeft genomen, bij de begrooting weder terugkomt, dan komen wij niet verder. Als de heer Elkerbout zijn voorstel handhaaft, dan geef ik den Raad in overweging haar idet in behandeling te nemen. Dat kan de Raad beslissendit is geen manier van werken. De heer van Eck. M.d. V. Als u formeel te werk gaat. dan moet u ook zien op kleinigheden. Dan is er een verschil, of een voorstel een ander dienstjaar betreft dan wel dezelfde zaak van hetzelfde dienstjaar. In het eerste geval geldt het feitelijk een ander voorstel. Ik weet wel, als men een ruimer standpunt inneemt, dan moet men zeggen: het is hetzelfde voorstel. Maar u is op dit oogenblik bezig op kleinere dingen te letten, op formaliteiten; en als men het precies bekijkt, dan is het een ander voorstel. Ik meen dus, dat het voorstel van den heer Elkerbout best behandeld kan worden. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik geloof, dat wat wij van de heeren van Eck en Elkerbout hooren slechts woordenspel is; anders niets. Toen de Raad een vorige maal ten aanzien van de brug wachters een besluit nam, heeft niemand eraan gedacht, dat het slechts voor dit jaar zou zijn. ledereen verkeeide in de overtuiging, dat de zaak voor goed geregeld werd. Ook de heeren Elkerbout en van Eck hebben er niet anders over gedacht. Ik moet dan ook zeggen: laten wij ons vorig standpunt handhaven en eindelijk eens uitscheiden met die kleingeestige schoenenbe weging. De heer van Stralen zegter is een meerderheid voor. Dat zou ik nog moeten zien. De Voorzitter. Bij mij is ingekomen het volgende voorstel van den heer Groeneveld: »De Raad noodigt Burgemeester en Wethouders uit een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid om een ver bindingsweg tot stand te brengen vanaf ongeveer het midden van den Maresingel met de binnenstad." Het voorstel van den heer Groeneveld wordt voldoende ondersteund en maakt mitsdien een onderwerp van beraad slaging uit. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders zullen gaarne voldoen aan het verlangen van den heer Groeneveld en een onder/.oek instellen. Wij zullen dus te zijner tijd over dit voorstel praeadvies uitbrengen. Wat bei reft het voorstel van den heer Elkerbout, ik blijf er bij, dat wij nu niet weder op die zaak kunnen terugkomen. Ik weet niet beter, of deze zaak is een vorige maal voor goed door den Raad beslist. Maar laten wij er niet langer over kibbelen, het zou niets anders dan tijd vermorsen zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het voorstel van den heer Groeneveld te stellen in handen van Burg. en Weth. om praeadvies. Het voorstel van den heer A. Elkerbout wordt voldoende ondersteund en maakt mitsdien een onderwerp van beraad slaging uit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 4