WOENSDAG 14
DECEMBER 1921.
561
deeling Leiden van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel
in Nederland datzelfde verzoek gekregen om deze posten des
avonds en op Zon- en Feestdagen op te hellen.
Nu heeft de Commissaris een onderzoek doen instellen en
daarbij is gebleken, dat van 1 November tot 1 Maart de
posten op Zon- en feestdagen kunnen vervallen.
De posten des avonds vroeger te doen inrukken acht hij
niet geraden met het oog op het drukke verkeer.
De Commissaris heeft zich onlangs persoonlijk er van over
tuigd, dat het niet raadzaam is, die posten reeds voor S1^
uur te doen inrukken. Geen dier posten wordt langer dan
gedurende één uur achtereen door denzelfden agent bezet en
er zijn maatregelen genomen, dat bij zeer strenge koude de
aflossing zelfs om 't half uur geschiedt.
De heer Groeneveld. M. d. V. Ik zou er meer voor ge
voelen om die verkeersagenten geheel weg te doen, want ik
heb de ervaring, dat er verschillende bezwaren aan verbonden
zijn. Vooreerst trekken zij het verkeer op één punt samen.
Het verkeer moet over een oppervlakte van ongeveer één M1.
passeeren. In de tweede plaats brengt men, omdat men
scherpe bochten moet maken, bestuurders van andere voer
tuigen in de war. Als men bijvoorbeeld vanaf de Turfmarkt
de Haarlemmerstraat op moet, maakt men den indruk alsof
men rechtuit de Prinsessekade op wil. Bij den verkeersagent
moet men dan plotseling een boreht maken, wat door andere
menschen met voertuigen niet kan worden voorzien, zoodat
zij in de war worden gebracht.
Ik heb niet de ervaring, dat die verkeersagenten nuttig
zijn, integendeel, zij stichten mijns inziens meer verwarring
dan dat zij de veiligheid bevorderen.
De Voorzitter. Ik dank u voor uw advies.
De heer Piekaar. M. d. V. Ik zou aan Burgemeester en
Wethouders willen verzoeken een onderzoek in te stellen
waarom de straten op het terrein van de bouwvereeniging
»De Goede Woning" ongeveer 35 cM. hooger moeten liggen
dan van de bestaande woningen. Ik begrijp niet waarom dat
noodig is. Er wordt in het algemeen geklaagd over de dure
bouwvakarbeiders, iets wat ik mij weinig aantrek, omdat die
klagers in het algemeen wel beter weten. Ik had liever, dat
zij klaagden over de lage loonen van de andere arbeiders.
Mijnheer de Voorzitter. Er wordt aan bovenbedoelden bouw
mijns inziens met geld gegooid. Ik weet zeker, dat aan den
aannemer 1700.moer moet worden uitbetaald dan in het
bestek is bepaald, alleen voor aanvulling van de woningen
door ze in afwijking van het bestek 6 cM. hooger te doen
plaatsen. Er komt bij, dat over een oppervlakte van 13000 M2.
straat direct een aanvulling moet plaats hebben ter hoogte
van ongeveer 35 cM. met zand, dat door gemeentewerklieden
met handwagentjes moet worden aangereden.
Ik zou Burgemeester en Wethouders willen verzoeken om
in een daartoe leidende vergadering eens te komen mededeelen
waarom dat noodig is. Ik vind het onzinnig. Ik ben daar
werkzaam en ik volg die werkzaamheden. Ik begrijp niet
waarom die straat 35 cM. hooger moet liggen dan de straten
der reeds bestaande woningen. Er komt bij, dat de Molenstraat,
Mauritsstraat en de Amaliastraat nu moeten worden verstraat,
zoodat de menschen, die daar wonen, het ongerief ondervinden,
dat bij regen het water bij stroomen binnenkomt. De straat is
namelijk gelijk de dorpel van de deur gelegen en boven de
luchtroosters in den gevel.
Mijnheer de Voorzitter. Ik verzoek Burgemeester en Wet
houders derhalve een onderzoek in te stellen ter wille van
de belastingbetalers van Leiden.
De Voorzitter. Hetgeen u mededeelt is zeer belangrijk en
Burgemeester en Wethouders zullen een onderzoek instellen.
Ik vermoed, dat de Wethouder te zijner tijd wel de resultaten
van het onderzoek zal mededeelen, maar mocht dat niet ge
beuren, dan kunt u Burgemeester en Wethouders daarover
interpelleeren.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.