.WOENSDAG 14 DECEMBER 1921.
547
Bij volgnr 214 wordt de begrooting van den Armenraad
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd,
waarna ook dit volgnr zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming wordt aangenomen.
De volgnrs 215 tot en met 219, dit laatste verhoogd
met 6858.in verband met de reorganisatie van de arbeids
beurs en de verplaatsing naar het nieuwe gebouw aan de
Garenmarkt, worden achtereenvolgen's zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr 220, luidende: y>Kosten der
werkloosheidsverzekeringf 31160.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. In de stukken is gevraagd
een specificatie van den post Salarissen a 6400.aangezien
die post nu weder ƒ600.hooger is dan vorig jaar.
Wij zijn er niet tegen, dat voor deze organisatie een hooger
bedrag moet uitgegeven worden, maar het is ons in hoofd
zaak er om te doen te weten waaraan de gelden worden
besteed.
Uit het antwoord van Burgemeester en Wethouders blijkt
nu, dat er is een chef met een salaris van ƒ900.en verder
2 administratieve ambtenaren, waarvoor totaal ƒ2000.wordt
aangevraagd.
Nu gaat het juist tegen dezen laatsten post. Ons is bekend,
dat die administratieve ambtenaren twee onderwijzers zijn.
Die twee onderwijzers doen de verschillende administratieve
werkzaamheden in hun vrijen tijd, na de schooluren
De heer Heemskerk. Mag dat?
De heer Dubbeldeman. Wij hebben meer gezegd, wij
misgunnen hun dat douceurtje niet; maar wij achten het
verkeerd, dat voor het verrichten van dergelijke administra
tieve werkzaamheden menschen gebruikt worden, die reeds
een volle dagtaak hebben.
In de eerste plaats wil ik wel zeggen, dat het onderwijs
daaronder moet lijden, en verder dat het beter is, vooral in
een tijd als deze, nu er onder de menschen wier werk op
het gebied van de administratie ligt werkloosheid begint te
heerschen, om daarvoor menschen te nemen, die er hun volle
werk van kunnen maken.
Het is misschien mogelijk, dat het dan iets duurder zou
zijn, maar het is evenzeer mogelijk, dat men het dan met
1 in plaats van zooals nu met 2 ambtenaren af zou kunnen.
Mij is ook bekend misschien weet de Wethouder dat
ook dat deze personen in den zomer, als zij toch van
hunne vacantie zouden moeten genieten, welke zij noodig
hebben om weder frisch aan den arbeid vóór de klasse te
kunnen gaan, dien vrijen tijd bezigen niet alleen om de
administratie bij te houden maar ook om haar bij te werken,
waarschijnlijk doordat de administratie reeds zoo uitgebreid
is dat zij het in hunne gewone vrije uren, na den schooltijd,
niet meer af kunnen.
Verder wordt in de specificatie van Burgemeester en Wet
houders genoemd een typiste als hoofdbetrekking met een
salaris van ƒ720 Is dit wel conform de verordening? Ik
meen te weten, dat wij aan de Lichtfabrieken voor een
typiste meer betalen dan ƒ720.'sjaars.
Ik wil dus vragen, of het niet mogelijk is dat men die
ambulante administratieve betrekking omzet in een vaste
betrekking en of het salaris van die typiste inderdaad in
overeenstemming is met de verordening.
De Voorzitter. Mag ik den heer Dubbeldeman alvast op
merken, dat wij met deze zaak geheel en al in een over
gangstoestand verkeeren en dat een definitieve regeling nog
niet heeft plaats gehad Uit de thans opgedane ondervin
dingen zullen wij moeten besluiten, welke weg het geschiktst
kan worden ingeslagen. Wat het bedrag aangaat, dat is in
overeenstemming met de arbeidsmarkt zooals die zich op het
oogenblik voordoet; dat houdt geen verband met eenige rege
ling:; die bestaat op dat gebied niet. Ik meen, dat het niet op
onzen weg ligt in die materie nu verder door te dringen,
want wij komen mettertijd toch voor een bepaalde regeling
in overeenstemming met wat op gemeentelijk gebied reeds
bestaat.
De heer Bots. M. d. V. Ook verleden jaar is over die twee
administratieve ambtenaren gediscussieerd. Ook toen was ik
in tegenstelling met den heer Dubbeldeman van meening
dat het beter is twee ambtenaren half te hebben dan een
geheel. Bij afwezigheid, ziekte en verlof is het toch te prefe-
reeren als er twee heeren zijn, dan is er in ieder geval nog
een, als de ander er niet is. De heeren lachen daar misschien
om, maar ik heb toch wel ondervonden, dat, als er maar één
persoon is, en die is ziek, men raar staat te kijken. Wat
betreft de opmerking dat ze nooit vacantie kunnen genieten,
ik herinner mij, dat de heer Bosscha in de vacantie te Arnhem
was en een prijs behaalde op een schaakcongres; hij was
daar toen en pension, hij heeft zijn vacantie dus toen wel
genoten.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik vind toch de methode
waarop u zich van de zaak afmaakt, niet juist. U zegt: het
moet een vaste regeling worden, maar het is toch wel zeker
dat de werkloosheidsverzekering nooit meer heengaat. Er
mag misschien in dezen crisistijd iets van afgepingeld worden,
maar de instelling zelf blijft, en dat de gemeente zich ooit
aan de administratieve regeling zal kunnen onttrekken, geloof
ik niet. Er is dus geen enkel bezwaar om al vast te beginnen
met een vasten ambtenaar, want of hij nu werkt aan een
tijdelijk bureau, dat later een vaste instelling wordt, dat
blijft precies hetzelfde, men zal toch een ambtenaar noodig
hebben.
U gaf te kennen dat het loon van de typiste geregeld
wordt door vraag en aanbod. Dat vind ik geen methode; wij
hebben toch niet voor niemendal een salarisverordening
gemaakt. Of een ambtenaar nu tijdelijk of vast noodig is, de
normen zijn vastgesteld, en daarnaar moet uitbetaald worden.
De heer Bots heeft gezegd, dat hij liever twee ambtenaren
heeft dan een. Dat is nogal logisch. Men heeft altijd liever
twee dan een, behalve als het steenpuisten zijn. Ja, je mag
er wel een grap van maken, als je een dergelijk antwoord
krijgt. Maar mijnheer Bots, denk u toch eens, wat er gebeuren
zal, als, wat te voorzien is, het een vaste instelling wordt.
Dan zal men de methode van het oogenblik toch niet kunnen
blijven toepassen. Dan kan men voor dat bureau toch geen
uitzondering gaan maken, en de arbeidskrachten zoo aan
nemen, dat de werkzaamheden, die zij te verrichten hebben,
kunnen worden beschouwd als bijwerk.
Als u nu later toch van dit systeem zal moeten afstappen
dan zou ik zeggen: doe het direct. Als die eene ambtenaar,
wat niemand wenscht, ziek wordt, gedurende korten of langen
tijd, dan zouden er toch wel menschen zijn, die zijn arbeid
zoo lang kunnen overnemen. Dat zou dan misschien gedaan
kunnen worden door den controleur. De chef zou het desnoods
ook nog kunnen doen of de typiste die, omdat zij er langen
tijd is, van het bedrijf uit den aard der zaak een en ander
zal weten.
De beraadslaging wordt gesloten en volgnr 220 zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
(De Voorzitter was inmiddels weder in de vergadering
teruggekeerd).
De Voorzitter. Volgnr 221, waarop thans 60.aange
vraagd wordt, wordt verminderd met 60.wegens opheffing
van den Nederlandschen Bond voor Werkverschaffing en alzoo
op »nihil" uitgetrokken.
Het gewijzigd volgnr 221 zoomede de volgnrs 222 tot en
met 232 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr 233, luidende))Rente van tijdelijk
ter voorziening van kasgeld opgenomen gelden, f 90000.
De heer A. Elkerbout. M. d. V. Het heeft mij zeer veel
genoegen gedaan, dat in de afdeelingen de vraag geopperd
is, of de rente van tijdelijk-ter-voorziening opgenomen kas
gelden verminderd zou kunnen worden wanneer de huren
der woningbouwvereenigingen jaarlijks ten bedrage van
tienduizenden guldens belegd werden bij de gemeente
tegen een behoorlijke rente.
lïurgemeester en Wethouders antwoorden daarop, dat zij
bereid zijn de woningbouwvereenigingen in de gelegenheid te
stellen de door haar verschuldigde annuïteiten reeds vóór den
vervaldag bij gedeelten ten kantore van den Gemeente-
Ontvanger te storten tegen een rente van 3% 'sjaars. Deze
maatregel zou, naar het dan verder heet, geen schade op
leveren voor de woningbouwvereenigingen. Maar ik zit zelf
op. het oogenblik aan het laadje en weet dat de woning-
bouwvereeniging »Oris Belang" op het oogenblik 4 rente
vergoed krijgt bij een bank.
Ik zou dus in overweging geven aan Burgemeester en
Wethouders om, wil men werkelijk dat deze zaak rendeerend
is voor de gemeente, niet 3% te vergoeden maar 4%.
De heer de Lange. M. d. Y. De heer A. Eikerbout heeft
kunnen bemerken, dat wij goede nota genomen hebben van
zijne opmerking, welke aansluit bij een opmerking, reeds
vroeger door den heer van Eek gemaakt. Wij waren dan
trouwens ook reeds bezig aan de uitvoering van de gedachte,
door den heer van Eek geopperd, toen het Afdeelingsverslag
verscheen.