546 .WOENSDAG 14 DECEMBER 4921. Ik zou gaarne vernemen, of Burgemeester en Wethouders hieromtrent iets naders zouden kunnen mededeelen. De heer Dubbeldeman. M. d. V. In het Afdeelingsverslag is de vraag gesteld, of het nog langer noodzakelijk is dat de gemeente-apotheek behouden blijft. Uit het antwoord van Burgemeester en Wethouders meen ik te mogen afleiden, dat zij ook aan die noodzakelijkheid twijfelen. Ik zou het toejuichen, als de gemeente-apotheek niet meer noodig was voor dezelide reden als waarom men haar des tijds heeft opgericht. N u wil ik eraan herinneren, dat er van mij nog een motie is waaromtrent praeadvies toegezegd is. Ik heb een paar jaren geleden gevraagd bij de behandeling der begrooting, of het niet mogelijk was om de gemeente-apotheek ook open te stellen voor de fondsen te Leiden en als het kon ook voor particulieren. Ik zou gaarne zien, dat het praeadvies omtrent die motie kwam. Ik zou het zeer toejuichen, indien het inder daad waar was dat de toestand te Leiden zoo gunstig was, dat de armen van de gemeente-apotheek geen gebruik meer behoefden te maken, maar nu zij er eenmaal is, meen ik dat zij aan de gemeenschap nog goede diensten zou kunnen be wijzen, indien zij werd omgezet in een inrichting, zooals ik destijds heb voorgesteld, omdat zij dan altijd kan blijven een instituut om prijsregelend op te treden. De ziekenfondsen namelijk weten op dit oogenblik niet, of hun niet te veel in rekening wordt gebracht. Als de gemeente deze apotheek zou exploiteeren op dezelfde wijze ongeveer als een particulier het doet, dan zou zij dus kunnen uitmaken, of het al dan niet noodzakelijk is dat de contributies van de ziekenfondsen te Leiden maar steeds ver hoogd worden. De heer van der Lip. Wanneer wij binnen kort bij den Raad zullen komen met voorstellen in zake de gemeente apotheek, dan zal natuurlijk tegelijkertijd in behandeling komen de motie van den heer Dubbeldeman, die wel wat lang is blijven liggen maar die dan toch aan de orde zal komen. Ik zou dus in overweging willen geven om over de zaak zelf niet verder te debatteeren, doch dat te doen als dit punt aan de orde komt. Alleen wil ik deze opmerking maken. Het ligt niet in de bedoeling van Burgemeester en Wethouders te overwegen om de gemeente-apotheek zonder meer op te heffenzij zullen er dan tevens voor zorgen, dat de personen, die op het oogenblik in de gemeente-apotheek terecht kunnen, op dezelfde wijze terecht kunnen komen in andere apotheken in de stad. Dus wij denken er heelemaal niet aan om te zeggen: de gemeente-apotheek verdwijnt zonder meer. Er zal dan tegelijk voor gezorgd moeten worden dat de stadspatiënten bij de gewone apothekers de recepten zullen kunnen krijgen op dezelfde conditiën als op het oogenblik bij de gemeente apotheek. Op het oogenblik zal ik er niet verder op ingaan; binnen kort komt de zaak van zelf aan de orde. De zaak is wat urgent geworden, omdat mejuffrouw de Wolff te Goes benoemd is en daardoor binnen kort haar betrekking zal neerleggen. De heer Dubbeldeman. Ik moet constateeren, dat ik eerst antwoord op mijn voorstel zal krijgen bij de begrafenis van de gemeente-apotheek, en dat is toch niet de bedoeling geweest. Dat antwoord is veel te lang uitgebleven. Het gebeurt in de laatste jaren herhaaldelijk dat de con tributies van de ziekenfondsen verhoogd moeten worden, ook omdat men beweert, dat de inkoop van de medicamenten steeds duurder wordt. Wij kunnen dat uit den aard der zaak niet contióleerenen als nu de gemeente-apotheek werd opengesteld voor ziekenfondsen en ook voor particulieren, dan zou de gemeente kunnen nagaan of het inderdaad geoorloofd is, dat de apotheken steeds die verhoogingen vragen. Ik zal niet voorstellen de particuliere apotheken in een hoek te trappen; dat zou niet gaan; dan zouden er minstens 4, 5 apotheken moeten worden geopend door de gemeente. Dat is mijn bedoeling niet. Maar die apotheek had ervoor kunnen waken dat de kleine man in Leiden niet te veel werd gevild, en de controle wordt ons ontnomen, als die apotheek wordt gesloten. Ik begrijp wel, dat de stadspatiënten ergens terecht zullen komen, die zal men wel niet verwaarloozeri, maar dat was toch de oorspronkelijke opzet niet. De heer Oostdam. M. d. V. Ik voel wel iets voor wat de heer Dubbeldeman zegt omtrent het prijsregelend optreden van de gemeente-apotheek. "Vóór we die opdoeken, is het toch wel goed, nog eens te overwegen hoe dat prijsregelend wer ken kan worden gehandhaafd. Ik zou daarom zijn woorden willen onderstrepen en bij Burgemeester en Wethouders willen aandringen, dat zij die zaak nog eens bezien. Het spreekt vanzelf dat de gemeente-apotheek niet onder de markt mag werken. De heer Dubbeldeman. Neen, neen. De heer Oostdam. De heer Dubbeldeman zegt gelukkig al: neen, neen. Laten wij daaraan ook vasthouden. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr 205 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr 206, luidende: Kosten van ziekenverpleging in Ziekenhuizen f31500. De heer Knuttel. M. d. V. Ik zou willen opmerken, dat al zoo lang geleden plannen zijn toegezegd omtrent een aanvullings ziekenhuis, waar we nog steeds niets van hooren. De heer van der Lip. De Directeur van den Geneeskundigen Dienst is nog niet zoo lang in functie, en dat zijn geen dingen, die men zoo maar uit de mouw kan schudden. Wij moeten hier een beetje geduld oefenen, de dienst werkt nog zoo kort, en onderwerpen als deze vereischen een behoorlijke bestu deering. Maar binnenkort zullen ook daaromtrent plannen komen, niet omtrent de stichting van een hulpziekenhuis, maar de plannen van den Directeur omtrent dit onderwerp. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr 206 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs 207, 208 en 209 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hooldelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr 210, luidende: i>Subsidie aan het Burgerlijk Armbestuurf 89500. De Voorzitter. Bij dit volgnummer komt tevens in be handeling de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur. De heer Heemskerk. M. d. V. Er wordt door Burgemeester en Wethouders ook voorgesteld, dit volgnummer met 20000. te verhoogen. Dat is op zichzelf een respectabele som, maar ik betwijfel toch of het voldoende zal zijn om aan de eischen van het Burgerlijk Armbestuur te voldoen. Het komt neer op een bedrag van 400.per week, en zelfs als wij vast houden aan de uitkeering van 10.dan kunnen daardoor slechts 40 werkloozen worden ondersteund. Is het de be doeling om, als dit geld verbruikt is, met een suppletoire begrooting te komen? Dan kan ik ermee accoord gaan. De heer van der Lip. Dat spreekt toch vanzelf. De Voorzitteb. Ik kan den heer Heemskerk wel verzekeren, dat, als dit bedrag opgebruikt is, en er is nog meer noodig, wij wel met voorstellen zullen komen. De beraadslaging wordt gesloten. De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur wordt ver volgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna volgnr 210 eveneens zonder hoofdelijke stemming wordt aan genomen. Volgnrs 211 verhoogd met ƒ8000.in verband met het Raadsbesluit van 10 October 1921 tot verhooging van de jaar lij ksche toelage der wijkgebouwen en volgnr 212 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr 213, luidende: »Subsidie aan werkhuizen en dergelijke armeninrichtingen. f 10918. De Voorzitter. Bij dit volgnr komt tevens in behandeling de begrooting van de Stedelijke Werkinrichting. De heer Knuttel. M. d. V. Verleden jaar is bij de behan deling der gemeentebegrooting door Burgemeester en Wet houders medegedeeld, dat door hen de opheffing van de Stedelijke Werkinrichting werd overwogen, maar sedert hebben wij er niets meer van vernomen. Op deze manier wordt de onhoudbare toestand te lang gehandhaafd. De Voorzitter. Ik kan den heer Knuttel antwoorden, dat een breedvoerig onderzoek heeft plaats gehad in andere steden van ons land om te zien, hoe het er daar te dien opzichte uitziet en dat wij op dit oogenblik nog bezig zijn met tot een besluit te komen. Er wordt druk aan gewerkt maar tot een eindresultaat zijn wij nog niet gekomen. De beraadslaging wordt gesloten. De begrooting der Stedelijke Werkinrichting wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna ook volgnr 213 eveneens zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 14