249
mocht besloten worden het 7e en eventueel het 8ste leerjaar
in een apart gebouw onder te brengen, hiervoor een afzon
derlijk schoolgebouw noodig zal zijn, dan is het naar onze
meening niet gemotiveerd, aJleen op grond van een niet onder
cijfers te brengen overgang van leerlingen der openbare
scholen naar de bijzondere scholen, thans een gebouw af
te staan.
Aangezien geen wettelijke bezwaren kunnen worden aan
gevoerd tegen het verzoek der Eerste Leidsche Schoolver-
eeniging, zal o. i. door Uwe Vergadering niet anders dan
overeenkomstig ons voorstel, opgenomen onder No. 366 der
Ingekomen Stukken, kunnen worden besloten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 414. Leiden, 12 December 1921.
Het is ons gebleken, dat het thans geldende tarief voor den
vuilophaaldienst, sinds 1 Januari 1918 van kracht, wijziging
behoeft. Sedert 1 Januari 1920 toch zijn de loonen van de
gemeentewerklieden aanmerkelijk verhoogd, terwijl het tarief
ook niet in overeenstemming is met hetgeen voor dergelijk
werk aan particulieren moet worden betaald. Het gevolg
hiervan is, dat thans bijna alle aanvragen tot vervoer van
puin, afval enz. tot de Gemeentereiniging worden gericht,
waardoor dit vervoer in den laatsten tijd vaak een al te
grooten omvang aannam en de exploitatie dientengevolge
financieel nadeelig en moeilijk uitvoerbaar dreigt te worden.
In het ter lezing liggend rapport van den Directeur der
Gemeentereiniging worden deze moeilijkheden nader aan
gegeven.
Wij hebben hierin aanleiding gevonden U een voorstel tot
verhooging van het tegenwoordige tarief te doen, waartoe wij
een nieuw tarief, zooals ons dit door de Commissie van
Fabricage werd voorgesteld, hebben ontworpen. Tot tóelichting
zij het volgende opgemerkt.
Het bestaande tariefwaarvan een afdruk hiernevens wordt
overgelegd, onderscheidt het ophalen van afval enz., af
komstig van:
a. terreinen, 'niet aau of dicht bij het water gelegen (prijs
0.60 per 1/i M8. en bij jaarabonnement 0.50 per Va M3.);
b. terreinen, aan of dicht bij het water gelegen (prijs 0.45
per M3. en bij jaarabonnement 0.35 per Va M3.);
c. inlichtingen, die niet uitsluitend «huisvuil" opleveren,
zooals de Ziekenhuizen, Rijksopvoedingsgesticht, Invalidenhuis,
Kazernes, enz. (prijs 0 90 per M3. en bij jaarabonnement
0.70 per M3.)
d. wijk verplegingen en andere inrichtingen van philanthro-
pischen aard (prijs 0.10 voor elke afhaling).
Het nieuwe tarief laat de hier voren genoemde bepalingen
sub e en d ongewijzigd, uit overweging, dat eenige tegemoet
koming jegens die inrichtingen wel gemotiveerd is.
De onderscheiding in al dan niet nabij het water gelegen
terreinen is, als gevolg van in de praktijk gebleken moeilijk
heden, vervallen en vervangen door een meer doelmatige
onderscheiding in het afhalen per schuit, hetgeen in den
regel door den pachter van het baggerwerk enz. zal geschieden,
en dat per wagen of kar, dat door de Gemeentereiniging
gebeurt. Bij af halen per schuit (prijs 0.75 per M3.) zullen
voortaan de belanghebbenden zelf het afval in de daarvoor
verstrekte schuiten hebben te storten, terwijl een schuit zonder
extra vergoeding niet langer dan den dag, waarop zij voor
de vulling beschikbaar is gesteld, ter beschikking van den
aanvrager wordt gelaten. Voor langer gebruik wordt een
schuitenhuur van f 1.50 per dag en per schuit in rekening
gebracht.
Bij afhalen per wagen of kar moeten de te vervoeren stoffen
door de belanghebbenden op den openbaren wég beschikbaar
worden gesteld. Aangezien voor dit afhalen ten minste 2 man
met een wagen noodig zijn, behoort de prijs iets hooger, bijv.
op f 1.te worden gesteld.
Ook in de mogelijkheid om jaarabonnementen af te sluiten
is behalve ten aanzien van de inrichtingen sub c eenige
verandering gebracht, in dier voege, dat zij is beperkt tot het
per wagen of kar afhalen van brandbaar bedrijfsvuil, wanneer
dit door den dagelijkschen ophaaldienst kan geschieden (prijs
f 0.50 per M3). Alleen dan kan voor een lager tarief worden
gewerkt.
Aan het ontwerp-tarief is, om allen twijfel dienaangaande
uit te sluiten, een bepaling toegevoegd, volgens welke de
Directeur bevoegd is, om met het oog op de omstandigheden
of den aard van de werkzaamheden, waarvan hem de uit
voering wordt verzocht, aan aanvragen niet te voldoen.
Verder zegt de bepaling sub dat afzonderlijke overeen
komsten kunnen worden gesloten omtrent het verrichten van
ander werk, zooals het uitdiepen van grachten, schoonhouden
van kolken, enz. Dergelijke contracten bestaan reeds thans,
doch het is regelmatig, dat daarvan in dit tarief melding
wordt gemaakt.
Ten slotte merken wij op, dat in het nieuwe tarief
sub c de Rijkswerkinrichting voor Vrouwen niet is vermeld,
daar deze in 1920 naar Gorinchem is overgebracht.
Op grond van het bovenstaande geven wij U thans in over
weging te besluiten, dat met ingang van 1 Januari 1922 het
navolgende tarief voor den vuilophaaldienst in rekening zal
worden gebracht:
a. Voor het afhalen per schuit van fabrieks- en bedrijfs
afval, puin van bouwwerken, aarde, klei, uitgedolven grond,
boomstammen, -stronken, -takken, tuinafval, enz. is verschul
digd 0,75 per V2 M*.
De te vervoeren stoffen moeten door of vanwege den aan
vrager gestort worden in de daarvoor verstrekte schuiten.
Schuiten worden zonder betaling der hierna genoemde
schuitenhuur niet langer dan den dag, waarop zij voor het
aangevraagde vervoer beschikbaar zijn gesteld, ter beschikking
van den aanvrager gelaten. Bij langer gebruik is voor eiken
volgenden dag, gedeelten van een dag voor een geheelen dag
gerekend, een schuitenhuur van 1,50 per schuit verschuldigd.
b. Voor het afhalen per kar of wagen van de sub a ge
noemde stoffen is verschuldigd ƒ1,per Va M3. De te ver
voeren stoffen moeten door of vanwege den aanvrager op den
openbaren weg voor de afhaling beschikbaar worden gesteld.
c. Voor het alhalen van vuilnis, afval, enz., afkomstig van
inrichtingen, die niet uitsluitend zoogenaamd «huisvuil" pro-
duceeren, is verschuldigd f 0,90 per M3. bij afhaling op
ongeregelde tijdstippen en buiten jaarabonnement, en 0,70
per M3. bij afhaling van een tevoren overeengekomen hoeveel
heid volgens jaarabonnement. Onder de hierbedoelde inrich
tingen worden gerekend 0. a. de Ziekenhuizen, het Militair
Hospitaal, het Invalidenhuis, het Rijks-Opvoedingsgesticht
voor Jongens, de Kazernes, de gebouwen voor Academisch
Onderwijs, de Musea.
d. Voor het afhalen van vuilnis, afval, enz. afkomstig
van wijk verplegingen en dergelijke inrichtingen van philan-
thropischen aard is verschuldigd 0,10 voor elke afhaling.
e. Voor het afhalen per kar of wagen van een tevoren
overeengekomen hoeveelheid brandbaar bedrijf'svuil, niet
afkomstig van de inrichtingen bedoeld sub c en d, kan een
jaarabonnement worden genomen, wanneer dit vuil geregeld
door den dagelijkschen ophaaldienst kan worden afgehaald.
Alsdan is verschuldigd 0,50 per Va M3..
Voor het verrichten van andere, niet in dit tarief ge
noemde werkzaamheden, zooals diepwerk, schoonhouden van
kolken enz., kunnen bijzondere overeenkomsten worden aan
gegaan. De voor die werkzaamheden verschuldigde vergoeding
zal zooveel mogelijk met den kostenden prijs overeenkomen.
g. De Directeur der Gemeentereiniging is bevoegd gevraagde
werkzaamheden niet te doen uitvoeren, wanneer de omstan
digheden of de aard dier werkzaamheden daartoe naar zijn
meening aanleiding geven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden,
N°. 415. Leiden, 12 December 1921.
Het 'algemeene leerplan, waarnaar het onderwijs aan een
openbare hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus moet zijn
geregeld en hetwelk is opgenomen in het Koninklijk besluit
van 16 Juni 1920 (S. 299), bevat onder meer de lichamelijke
oefening, terwijl in dit besluit dienaangaande tevens is bepaald,
dat die oefening zooveel mogelijk in de open lucht moet plaats
hebben en dat ten minste een derde van den voor iedere
klasse beschikbaren tijd aan het veldspel moet worden gewijd.
Hierdoor is het dus noodig geworden, dat de Hoogere Burger
school voor Jongens te dezer stede de beschikking heeft over
een speelterrein, liefst in de naaste omgeving van die school
gelegen.
Een onderzoek wees uit, dat voor dit doel aanvankelijk
twee terreinen in aanmerking kwamen, op de overgelegde
situatieteekening respectievelijk als A en B aangeduid. Het
eerste terrein, gelegen vlak achter het schoolgebouw7, bleek
bij nadere beschouwing echter te klein en te onregelmatig
van vorm te zijn, terwijl het gebruik ervan als speelveld het
onderwijs in de lokalen, die er op uitzien, bovendien zou
hinderen. Daarentegen is het eveneens in de onmiddellijke
nabijheid der school gelegen, als B aangegeven, terrein van
het Raamland voor speelveld in allen deele geschikt. Hoewel
daartoe niet dit geheele terrein kan worden ingericht, omdat
een gedeelte ervan (op de kaart rood gearceerd) onlangs voor
het bouwen van woningen is verkocht, zal niettemin van den
overblijvenden grond een speelterrein van voor het doel be
hoorlijke afmetingen zijn te maken. Het vierhoekig terrein-