MAANDAG 12 D
ÜCEMBER 1921.
473
Zitting van Maandag 12 December 1921.
Geopend des namiddags te half twee.
Voorzitterde heer Burgemeester Jhr. Dr. N. C. DE GIJSELA AR.
Te behandelen onderwerpen:
1° Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw benoemd
raadslid, den heer H. Piekaar en c.q. diens installatie.
2° Benoeming van een Regent van het H. G. of Arme Wees-
en Kinderhuis. (398)
3° Praeadvies op het verzoek van Mej. H. H. de Wolff om
eervol ontslag als Gemeente-apotheker. (401)
4° Voorstel inzake het sluiten van kasgeldleeningen gedurende
het le kwartaal 1922. (402)
5° Verordening, tot wijziging van de verordening van 2
Augustus 1920, (Gemeenteblad No. 35), betreffende het
verleenen van een bijslag op de pensioenen aan gemeente
ambtenaren en hunne weduwen en weezen toegekend, krach
tens de veiordening, regelende het verleenen van pensioen
en wachtgeld aan gemeente-ambtenaren en de verordening,
regelende het verleenen van pensioen aan weduwen en kin
deren van gemeente-ambtenaren, zooals deze luiden na de
wijziging van 26 Maart 1914. (404)
6° Voorstel om Burg. en Weth. te machtigen de verschillende
lokalen der Stads-Gehoorzaal tegen verminderd tarief af te
staan aan de Leidsche Pluimvee-Vereeniging ten behoeve
van hare in Februari a.s. te houden tentoonstelling. (399)
7° Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en onderhoud
bij de gemeente van twee perceelsgedeelten, kad. bekend,
gemeente Leiden, Sectie K nis 533 en 534, beide ged.
(405)
8° Verordening, houdende wijziging van de verordening van
2 Mei 1912 (Gemeenteblad No. 17) op de Straatpolitie. (400)
9° Voorstel tot verlaging van den gasprijs. (403)
10° Begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor
den dienst 1922. (295 en 329)
Tegenwoordig zijn 29leden, namelijk: de heeren Dubbeldeman,
van Eek, Heemskerk, Bisschop, Sanders, üostdam, Mulder,
Mevrouw van Itallievan Embden, de heeren Sijtsma, A. Eiker
bout, Huurman, Pera, Bots, de Lange, van der Lip, van Hamel,
Mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren F. Eikerbout,
Schoneveld, Meijnen, Splinter, Kuivenhoven, Wilmer, Stijnman,
van Stralen, Piekaar, Wilbrink, Eerdmans en Knuttel.
De Voorzitter. Afwezig zijn de heer Rotteveel, wegens
ongesteldheid en de heer Groeneveld, die bericht heeft wegens
werkzaamheden verhinderd te zijn eenige zittingen bij te
wonen. Ik meen hieruit op te maken, dat de heer Groeneveld
misschien nog wel later komen zal, maar de eerste vergade
ringen niet.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van 28
November 1921 worden goedgekeurd.
De heer van Hamel. M. d. V. Ik vraag het woord.
De Voorzitter. Het woord is aan den heer van Hamel.
De heer van Hamel. M. d. V. Namens den Raad roep ik U
een recht hartelijk welkom toe bij Uwen terugkeer in de
Raadzaal. Na Uwe zoo zeer betreurde afwezigheid, gedurende
rond twaalf maanden, is daartoe alleszins reden.
Gansch de bevolking van Leiden heeft, in het bizonder de
laatste maanden, met U medegeleefd en medegevoeld, en de
gedachten van de Gemeentenaren en van Uwe vele vrienden
gingen bij voortduring uit naar het ziekenhuis, waar U naar
lichaam en geest gefolterd werdt. Ik weet hoezeer U op Uw
ziekbed zich steeds voor de belangen der Gemeente interes-
seerdet en hoe U alles met groote belangstelling volgdet, wat
hier geschiedde. Ik weet, dat U meermalen in vlagen van moede
loosheid, er over dacht Uw ontslag te nemen, omdat U vreesdet
dat de Gemeentebelangen door Uwe langdurige ziekte zouden
geschaad worden. Gelukkig mogen we Leiden prijzen, dat die
plannen niet tot uitvoering zijn gekomen.
Uw geduld en Uwe energie werden wel op een zware proef
gesteldmaar, dank zij de uitnemende verpleging en de voor
treffelijke zorgen van Uwen bekwamen Geneesheer en Chirurgen
hebben we het groote voorrecht U heden weder in ons midden
te zien, gereed en bereid onze beraadslagingen te leiden.
Met dat feit, met die heugelijke gebeurtenis wenscht de
Raad U, Mevrouw Uwe Echtgenoote, Uwe hoogbejaarde moeder
en de Gemeente Leiden van heeler harte geluk.
De Raad hoopt, dat Uw gezondheidstoestand zich meer en
meer moge consolideereneene aansporing tot het betrachten
van voorzichtigheid en matiging vooralsnog in het vervullen
van Uw ambtsplichten moge U mij niet euvel duiden. De
Raad zal zeker gaarne medewerken om Uw moeilijke taak
niet onnoodig te verzwaren; ja die te helpen verlichten.
Nogmaals hartelijk welkom in ons midden. Aanvaard de
beste zegewenschen bij de hervatting van Uwe ambtswerk
zaamheden. Toejuichingen
De Voorzitter. Mag ik den heer van Hamel bedanken
voor den hartelijken welkomstgroet, welken hij mij heeft
toegeroepen, nu ik hier na een langdurige ziekte weer in den
Raad kom, en mag ik u allen, leden van den Raad, Dames
en Heeren, mijn erkentelijkheid betuigen voor de adhaesie,
welke gij aan de woorden van den heer van Hamel hebt
betuigd. Ik kon verleden jaar, toen ik uit mijn werkzaam
heden werd weggerukt, moeilijk vermoeden, dat mijn ziekte
zoolang zou duren; ik had er natuurlijk geen besef van, maar
langzamerhand, van maand tot maand en dikwijls van week
tot week is de genezing verschoven. Meermalen heeft mij de
gedachte benauwd, dat ik mijn plicht niet meer zou kunnen
vervullen en ik tot werkloosheid gedoemd zou worden, maar
het is mij tot een grooten steun geweest, dat ik van allerlei
zijden en van een groot deel der Leidsche burgerij misschien
wel van de geheele burgerij, maar niet iedereen heelt de
gelegenheid zich te uiten zooveel bewijzen van sympathie
en deelneming heb gekregen. Ik dank u zeer, dat gij uwe
instemming hebt betuigd met de woorden van den heer
van Hamel.
Ik kan niet dankbaar genoeg zijn, dat ik hier weder, al is
het nog niet geheel, dan toch grootendeels genezen, heb
kunnen komen om de belangen van deze mij zoo dierbare
gemeente te behartigen. Ik kan niet dankbaar genoeg zijn,
dat God mij heeft geschonken dat ik weder zoover ben gekomen
ik kan ook niet dankbaar genoeg zijn voor de goede behan
deling van de doktoren en verpleegsters en mijne echtgenoote,
die mij met alle liefde hebben behandeld en opgepast.
Ik hoop en dit in aansluiting aan de laatste woorden
van den heer van Hamel dat gij, liefst altijd, maar speciaal
in het begin, mijn taak zult willen verlichten. Ik heb gemeend,
nu ik mijne werkzaamheden op het Stadhuis weder heb
opgevat, mij niet aan het voorzitterschap van den Raad te
mogen onttrekken. Het lijkt mij vreemd dat, als een Burge
meester op het Stadhuis werkzaam is, hij niet tevens in den
Raad zou komen. Ik reken echter daarbij op uw aller mede
werking.
Ik dank u ten slotte nogmaals zeer, dat u mij bij dezen
eersten keer, dat ik weder in uw midden vertoef, zoo vrien
delijk hebt willen begroeten. (Teekenen van instemming.)
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Mededeeling van Mejuffrouw A. B. J. Wissel, dat zij
hare benoeming tot onderwijzeres, hoofd der Meisjesschool
2e klasse, aanneemt.
2°. Beschikkingen van Gedeputeerde Staten op bezwaar
schriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting.
3°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van de
goedgekeurde raadsbesluiten tot aankoop ten behoeve van de
Gasfabriek van een gedeelte van het schoolgebouw aan den
Hoogen Rijndijk onder Hazerswoude en tot beschikbaar
stelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden.
4°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van de
goedgekeurde verordening tot wijziging van die, houdende
Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur.
5'°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van de
goedgekeurde verordening op den Gemeentelijken Reinigings-
en Ontsmettingsdienst.
6°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van het
goedgekeurd raadsbesluit tot verhooging der begrooting, dienst
1921, ten behoeve van de kosten van verbetering van den
Rijnsburgerweg.
7°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van de
goedgekeurde verordening op het bedrijf van den Districts-
Keuringsdiensi van Waren.
8°. Dispositie van Gedeputeerde Staten ten geleide van de
goedgekeurde raadsbesluiten tot wijziging der begrooting, dienst
1921, ten behoeve van de subsidiën aan eenige onderwijs
inrichtingen, vallende onder de Nijverheidsonderwijswet, de
Vereeniging tot verzorging van kleine kinderen en het ge
nootschap »Kennis is Macht".
Worden voor kennisgeving aangenomen.