MAANDAG 28 NOVEMBER 1921. 441 Zitting van Maandag 28 November 1921. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de Wethouder W. PERA. Te behandelen onderwerpen: 1° Praeadvies op het verzoek van A. J. Kat,, om de te bouwen gebouwtjes op het terrein in den Stadspolder, Kad. Sectie K No. 3229, van hout te mogen maken. (394) 2° Voorstel tot verhuring van de veilingloods c. a. aan de Boommarkt, aan de Leidsche Tuinderspatroonsvereeniging. (395) 3° Voorstel: a. tot onttrekking aan den openbaren dienst van een 2-tal strooken grond aan de Beestenmarkt en de Burggravenlaan b. tot verhuring van de sub a bedoelde strooken grond aan de Maatschappij tot Détailverkoop van Petroleum »De Automaat" te Rotterdam. (396) 4° Voorstel in zake de verhooging van woningvoorschotten en bijdragen ten behoeve van een 5-tal Woningbouw- vereenigingen. (397) 5° Verordening tot heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in de gemeente Leiden. (392) 6° Verordening op de invordering van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in de gemeente Leiden. (392) 7° Voortzetting van de behandeling van het praeadvies op de verzoeken van de afd. Leiden van den Ned. Bond van Werk lieden in Overheidsdienst en van het Nationaal Verbond van Gemeenteambtenaren in Nederland, om resp. ook aan de brugwachters en de havenrechercheurs een extra-toeslag over 1920 en een toelage over 1921 op het kleedinggeld toe te kennen. (82 en 384) 8° Praeadvies op het voorstel van den heer van Eek tot wijzi ging van art. 35 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Raad der gemeente Leiden. (388) 9° Voorstel tot vaststelling van de verordening tot wijziging van de verordening van 13 Juni 1918 (Gem.Blad No. 20), houdende reglement voor de schoolvergaderingen aan de openbare lagere scholen te Leiden, naar aanleiding van een desbetreffende motie van den heer Groeneveld. (367) 10° Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden van den Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond, tot invoering van den 8-urigen arbeidsdag voor het verplegend personeel van de gestichten »Endegeest", »Voorgeest" en Rhijngeest". (371) 11° Interpellatie van den heer Sijtsma naar aanleiding van de nadere mededeelingen van Burgemeester en Wethouders, met betrekking tot de bij de interpellatie van den heer de Lange ter sprake gebrachte distributie van rijst voor zieken en zwakken. (361) Tegenwoordig zijn 25 leden, n.l. de heeren Sanders, van Eek, Dubbeldeman, Heemskerk, Eerdmans, Schoneveld, Mulder, Mevrouw Dubbeldeman—Trago, de heeren Meijnen, Sijtsma, Pera, Bots, de Lange, van der Lip, A. Eikerbout, Kuivenhoven, van Stralen, Wilbrink, Huurman, Wilmer, van Hamel, Groeneveld, Splinter, Knuttel en Stijnman. Afwezig: de Burgemeester en de heer Rotteveel wegens ongesteldheid, Mevrouw van Itallie—van Embden en de heer F. Eikerbout wegens uitstedigheid, de heer Oostdam wegens ambtsbezigheden, de heer Bisschop wegens verhindering en Mevrouw BaartBraggaar. De notulen van het verhandelde in de beide vorige vergade ringen van 21 November 1921 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Missive van Gedeputeerde Staten ten geleide van een afschrift van het Koninklijk Besluit van 2 November j.l. No. 42, houdende goedkeuring van de verordening, regelende de heffing van eene plaatselijke belasting voor het gebruik van openbare gemeentewerken en bezittingen te Leiden. 2°. Mededeeling van den Minister van Onderwijs dat de benoeming van A. Metz tot leeraar in de gymnastiek en van J. H. Wattez en H. van Batenburg tot leeraren in het teekenen aan het Gymnasium, wordt goedgekeurd. 3°. Mededeeling van G. A. van Klinkenberg dat hij de benoeming tot Directeur der Stedelijke Lichtfabrieken aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adhaesiebetuigingen aan het adres van de afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, in zake het rooken door kinderen, van: de Oudercommissie der school der 3e klasse No. 3; de Oudercommissie der Jongensschool le klasse; de Oudercommissie der Meisjesschool le klasse; de Oudercommissie der school 3e klasse No. 8. Zullen worden gevoegd bij de desbetreffende stukken. 2°. Verzoek van het Bestuur der Roomsch-Katholieke Meisjes school aan de Haarlemmerstraat om toekenning van een subsidie voor de Bijzondere Bewaarschool. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening. 3°. Amendementen van de heeren Wilmer en Heemskerk en van de heeren Wilmer en Oostdam, op de verordening op de heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs. 4°. Idem als voren van Mevrouw van Itallie—van Embden en den heer Sijtsma. 5°. Adres van de afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers naar aanleiding van de ontwerp verordening op de heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs. 6°. Idem als voren van het Bestuur der Vereeniging tot instandhouding van bijzondere scholen voor Lager en Uit gebreid Lager Onderwijs aan het Noordeinde en 4 andere besturen van bijzondere'scholen. Zullen worden behandeld bij punt 5 der agenda. De Voorzitter deelt alsnog mede: dat aan den eervol ontslagen voorman-gasstoker der Licht fabrieken J. van Weizen, met ingang van 1 November 1921 een suppletie-pensioen is verleend van 634.—, zoolang het hem bij Koninklijk Besluit toegekende pensioen bepaald blijft op 571.'s jaars. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt ver volgens besloten 10. om de jaarwedde van de leeraren aan het Gymnasium Dr. J. M. Ruys en J. J. Valkenburg vast te stellen resp. op ƒ2140.— en ƒ2666.67 en den pensioensgrondslag voorloopig te bevestigen of te bepalen resp. op ƒ2615.50 en 2666.67; 2°. om de jaarwedde van de leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens C. R. Kok en van de leeraren aan dezelfde onderwijsinrichting Dr. D. Brouwer, Dr. G. M. Rutten, J. Verwer en J. J. Valkenburg vast te stellen resp. op ƒ1260.—, ƒ6090.-, ƒ6000—, ƒ6060.— en ƒ1333.33 en den pensioensgrondslag voorloopig te bepalen of te bevestigen op resp. ƒ1565.50, ƒ6090.—, ƒ6000.—, 6340.— en ƒ1333.33. De Voorzitter. Dames en Heeren, van Gedeputeerde Staten is nog het navolgende schrijven ingekomen: 's-Gravenhage, 14/19 November 1921. Zooals U bekend is, werd door ons een tijdelijke regeling getroffen voor de jaarwedde van den Ontvanger Uwer gemeente, welke slechts tot en met 31 December 1921 geldig is. Thans zijn wij voornemens, deze regeling in een vaste om te zetten met dezelfde bepalingen, als de tijdelijke bevat. Wij verzoeken U, het bovenstaande aan den Raad mede te deelen, en ons uiterlijk 7 December a. s. het gevoelen van dat College te doen weten. De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland, Sweerts, Voorzitter H. de Wilde, Lo. Griffier. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Kan Uwe Vergadering goedvinden deze missive dadelijk te behandelen? Zoo ja, dan kan ik U het navolgende in herin nering brengen. Naar aanleiding van een desbetreffend schrijven van Gede puteerde Staten werd bij Uw besluit van 25 October 1920 tot dat College het verzoek gericht de jaarwedden van den Burgemeester, den Secretaris en den Ontvanger te herzien, Ten aanzien van den Ontvanger werd geadviseerd de jaar wedde te bepalen op 5500.— met 4 tweejaarlijksche ver hoogingen van 250.tot een maximum van 6500.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 1