412 MAANDAG 21 NOVEMBER 1921. van boeken, kaarten, enz. voor de lagere scholen en de Kweek school voor Onderwijzers en Onderwijzeressen en tot verhooging der begrooting, dienst 1921, ten behoeve van de kosten van verbetering van den Lagen Rijndijk. Worden voor kennisgeving aangenomen. 5°. Mededeeling van Mevrouw S. C. Baart—Braggaar dat zij, wegens drukke huiselijke bezigheden, ontslag neemt als lid van den Gemeenteraad. Deze mededeeling luidt als volgt: Leiden, 21 November 1921. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachbaren Heeren, Ondergeteekende acht zich verplicht, wegens drukke huis- houdelijke-bezigheden, te bedanken als lid van den Gemeenteraad. Hoogachtend, S. C. BaartBraggaar. Siebolstraat 59, Leiden. De Voorzitter. Dames en Heeren! Naar aanleiding van dit ingekomen schrijven wensch ik te doen opmerken, dat wij met leedwezen vernemen het besluit, van mevrouw Baart- Braggaar om ontslag als lid van den Raad. De wijze waarop wij haar in deze vergadering hebben doen kennen is van dien.aard, dat wij haar zeer gaarne hadden zien blijven. Intusschen, waar zij mededeelt, dat vooral huiselijke bezigheden mede oorzaak zijn van haar ontslagneming, zullen wij haar besluit billijken en ik eindig met haar alle heil in de toekomst toe te wenschen. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. Verzoek van den Algemeenen Bond van Politiepersoneel in Nederland, in zake betere verzorging van het politiepersoneel en afzonderlijke beoordeeling van de waarde van den politie- arbeid. 2°. Verzoek van het Comité ter behartiging van de belangen van Overheidspersoneel, in zake de tot standkoming van een geregeld overleg tusschen de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten en de Vakorganisaties van Overheidspersoneel. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten deze adressen ter visie te doen leggen. 3°. Verzoek van B. Kopuit e.a. allen marktkooplieden, om de beide Zaterdagsche markten weder tot één te vereenigen, hetzij op de Beestenmarkt, hetzij op de Vischmarkt. 4°. Verzoek van Dr. K. Hugenholtz om ontslag als lid van het Bestuur der Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 5°. Voordracht van Regenten van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis, ter benoeming van een lid van dat College. Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken. 6°. Verzoek van Mej. H. H. de Wolft om eervol ontslag uit hare betrekking van Gemeente-Apotheker. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 7°. Adres van de afdeeling Leiden van den Bond van Neder landsche Onderwijzers in zake wijziging van artikel 8 van het Reglement op de schoolvergaderingen. Zal worden behandeld bij punt 30 der agenda. 8°. Adres van den Leidschen Bestuurdersbond, in zake de wijze van ondersteuning van uitgetrokken werklooze arbeiders door het Burgerlijk Armbestuur. De Voorzitter. Ik stel voor dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. De beraadslaging wordt geopend. De heer van Stralen. M. d. V. Ik geloof, dat het goed zal zijn om, vóórdat wij verder over dit voorstel van Burge meester en Wethouders spreken, enkele opmerkingen te maken over het ingekomen verzoek, en wel hierom omdat de quaestie, welke in dit adres behandeld wordt, voor de betrokkenen van zeer dringenden aard is. Als deze zaak nu zonder meer naar Burgemeester en Wet houders om praeadvies gaat, dan vreezen wij dat de betrokken werkloozen daarvan in den eersten tijd niet meer zullen hooren. Er komt nog bij, dat in het verzoek zelf slechts in het algemeen gewezen is op de onvoldoendheid van de uitkeeringen van het Burgerlijk Armbestuur; bepaalde gevallen en feiten zijn daarin niet genoemd. Nu vrees ik dat, wanneer Burge meester en Wethouders over het adres praeadvies zullen moeten uitbrengen, dat dezen vorm zal hebben dat Burge meester en Wethouders tot den Raad zeggen: wij moeten praeadvies uitbrengen, maar het zal niet goed mogelijk zijn, want bepaalde gevallen worden in dit adres niet genoemd. Ik geloot dan ook, dat het om deze reden gewenscht is dat wij de quaestie even aansnijden en daarna beslissen of directe behandeling van deze zaak beter is, dan wel dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen kan worden. Als ik daartoe even gelegenheid krijg, wil ik opmerken, dat de vrees, die de organisaties en de werkloozen hebben gehad, dat de overvoering naar het Burgerlijk Armbestuur zou neerkomen op verslechtering voor de betrokken werk loozen, door de feiten ten volle is bewaarheid. De Voorzitter. Mag ik u even opmerken, dat gij op dit oogenblik begint de zaak zelve te bespreken, terwijl alleen aan de orde is de vraag of het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om dit adres in hun handen te stellen om praeadvies, al dan niet zal worden aangenomen. Laten wij daarover nog even beslissen, dan kan over de zaak zelve later nog gesproken worden. Ik kan wel mededeelen, dat het niet de bedoeling van Burgemeester en Wethouders is die zaak op de lange baan te schuiven. Wij zullen trachten haar zoo spoedig mogelijk te behandelen. De heer van Stralen. M. d. V. Dat voorstel van Burge meester en Wethouders kan ik nu nog niet onderschrijven. Ik zou liever zien, dat Burgemeester en Wethouders deze zaak spoedeischend verklaarden, zoodat zij vanmiddag nog kon worden behandeld. Het onderwerp, dat aangesneden is, is van zoo urgent belang, dat de werkloozen niet kunnen wachten op een misschien wekenlang uitblijvend praeadvies van Burgemeester en Wethouders. Daarom wensch ik, dat vanmiddag althans deze zaak nog wordt toegelicht en een beslissing kan worden genomen. Blijkt uit de discussies, dat het beter is de beslissing uit te stellen en een praeadvies van Burgemeester en Wethouders af te wachten, dan kan dat nog wel. In elk geval zou ik de gelegenheid willen hebben dit adres toe te lichten. De Voorzitter. Gij kunt dat niet anders gedaan krijgen dan door voor te stellen om deze zaak direct te behandelen. De heer van Stralen. M. d. V. Dan doe ik daartoe het voorstel. Het voorstel van den heer van Stralen wordt voldoende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraad slaging uit. De heer Sijtsma. M. d. V. Hoe urgent deze zaak ook moge zijn, het komt mij toch voor, dat wij nadere inlichtingen moeten hebben. Ais Burgemeester en Wethouders ons beloven, dat het praeadvies reeds in de volgende vergadering binnen komt, lijkt mij dat beter toe, want ik zal nu tegen directe behandeling moeten stemmen. Toen ik naar den Raad ging, hoorde ik voor het eerst, dat dit adres zou inkomen, en ik heb er dus nog geen kennis van kunnen nemen. Wat de werk loosheid betreft misschien is dit in het oog van de heeren van Stralen c. s. stom van mij weet ik niet hoe het daar mede staat, zoodat ik op dit oogenblik onmogelijk zou kunnen aanraden het verzoek, in het adres vervat, in te willigen. Krijgen wij van Burgemeester en Wethouders de verzekering, dat het praeadvies in de eerstvolgende vergadering zal binnen komen, dan geef ik den heer van Stralen in overweging zijn voorstel in te trekken. 'De Voorzitter. Mag ik even het volgende mededeelen? Door omstandigheden is het 't voornemen, dat de |Raad over 8 dagen weer zal vergaderen. Dat wij over 8 dagen met ons praeadvies klaar zullen zijn, daarvan kunnen wij de bepaalde verzekering niet geven, maar tegen een daaropvolgende ver gadering zal het wel gaan. Men moet rekening houden met het vele, dat tegenwoordig te doen is. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik geloof, dat de vraag van den heer van Stralen niet onbillijk is. Hij vraagt namelijk dit adres even nader te mogen toelichten. Het is van belang, dat Burgemeester en Wethouders, als zij praeadvies moeten uitbrengen, scherp omlijnd weten waarom het gaat. Zij weten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 2