MAANDAG 10 OCTOBER 1921.
377
nu moeten gebeuren, even goed als die andere maatregelen,
waarop reeds de Wethouder gewezen heeft. Maar laten wij
een en ander op de goedkoopste manier doen.
Ik zal niet stemmen tegen het praeadvies, omdat ik Bur
gemeester en Wethouders niet wil belemmeren, maar ik hoop
toch dat, al wordt het praeadvies aangenomen, daarmede
deze zaak niet als afgedaan zal beschouwd worden, maar
Burgemeester en Wethouders diligent zullen blijven in het
zoeken naar goedkoope gelegenheden om de kinderen aan
speelterreinen te helpen. Mocht het wat lang duren, alvorens
Burgemeester en Wethouders met voorstellen komen, dan
ben ik stellig van plan er af en toe eens aan te herinneren.
De heer de Lange. M. d. V. De heer Oostdam heeft duidelijk
kunnen bemerken, dat Burgemeester en Wethouders vrienden
zijn van kinderspeelterreinen en zij zich gaarne diligent willen
verklaren in dien zin, dat zij, zoodra het in overeenstemming
met de gemeentefinanciën is te brengen en er een geschikt
terrein is te vinden, met een nieuw voorstel zullen komen.
Duurt dat te lang, dan kan de heer Oostdam er eens aan
herinnere.n.
De heer Wilbrink. M. d. V. De Wethouder heeft gevraagd
of de heer Wilbrink wel aan het financieel belang van de
gemeente denkt, maar ik wil doen opmerken, dat de Wet
houder op een ander punt misschien minder aan dat financieel
belang van de gemeente heeft gedacht dan de heer Wilbrink,
Vanmiddag is hier een voorstel behandeld om f 10.000.te
voteeren, teneinde aan een brandspuit een plaatsje te geven.
Zie, dan vind ik eigenlijk een speelterrein meer noodzakelijk
voor Leiden dan een autobrandspuit. Ja, de heer de Lange
trekt daarvoor zijn schouders op.
De heer de Lange. Anderhalf jaar geleden heeft de Raad
besloten die spuit aan te schaffen; wat kan ik er aan doen?
De heer Wilbrink. Had toen aan de bezuiniging deelge
nomen, maar gij hebt aan het besluit tot aanschaffing van
die spuit medegewerkt. Ik had toen hier niets te vertellen
en mocht niet meestemmen.
De heer de Lange heeft gezegd, dat het Schuttersveld op
dit oogenblik niet beschikbaar is en dat het nog wel vijf jaren
zou duren, voordat de gemeente dat terrein zou kunnen
terugkrijgen, maar ik zou het bejammeren, als het nog vijf
jaren moet duren, voordat een speelterrein werd aangelegd.
Wat het sportterrein aan den Zoeterwoudschen Singel be
treft, zou ik willen vragen of het niet mogelijk is, dat aan
hen, die dat terrein in gebruik hebben, een terrein buiten de
stad gelegen, werd gegeven. De gemeente heeft daar ook
grond en voor die sportvereeniging is het minder bezwaarlijk
een terrein op eeuigen afstand van de stad te hebben.
Met den Wethouder ben ik overtuigd, dat het terrein aan
den Hoogen Rijndijk geschikt is voor een speelterrein, en,
waar gezegd is, dat dat terrein niet binnen afzienbaren tijd
ter beschikking van de gemeente kan komen, zou ik willen
vragen of er geen uitweg is te vinden door aan de vereeni-
ging, die dat terrein aan den Zoeterwoudschen Singel in gebruik
heeft, een ander terrein te verschaffen en dit terrein dan voor
speelterrein in te richten. Dat terrein ligt voldoende hoog en
dan hadden wij althans één terrein.
De heer van der Lip. M. d. V. Ik wensch even op te merken
dat het mij wenschelijk voorkomt, dat deze zaak duidelijk wordt
beslist. Wanneer wij toezeggingen gaan doen, misschien ietwat
vaag, krijgen wij er naderhand maar quaestie over wat nu
eigenlijk is beloofd. Ik zou daarom aan de dames en heeren,
die er voor zijn, dat in Leiden gezocht wordt naar een speel
terrein, in overweging willen geven daaromtrent een duidelijke
motie in te dienen. Ons praeadvies betreft eigenlijk de verzoeken
van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers en van de
Bouwvereeniging »l)e Eendracht", zoodat bij verwerping van
ons praeadvies die verzoeken zouden zijn ingewilligd, wat
zeker niemand zal willen, want niemand heeft voor inwilliging
van die verzoeken gepleit. Men heeft alleen gezegd, dat men
een goedkoop speelterrein zou willen hebben. Laat men dus
een motie indienen, waarbij aan Burgemeester en Wethouders
wordt verzocht alsnog pogingen in het werk te stellen om op
goedkoope wijze een dergelijk terrein te krijgen. Wordt die
motie aangenomen, dan kunnen wij te dien opzichte doorgaan
en weten wij waaraan wij ons te houden hebben. Ik ben
huiverig om, wat men blijkbaar wil, toezeggingen te doen,
want dan krijgen wij daarover later maar quaestie.
De Raad heeft gehoord, welk standpunt Burgemeester en
Wethouders ten deze innemen in verband met den financieelen
toestand der gemeente. Vindt de Raad er geen bezwaar in om
op dit stuk een vrij belangrijke uitgaaf te doen, dan moet hij
zich in dien geest maar duidelijk uitspreken.
De Voorzitter. Bij mij is ingekomen een motie van den
heer Huurman, luidende:
»Ondergeteekende heeft de eer Burgemeester en Wethouders
uit te noodigen het praeadvies no. 316 terug te nemen en
na onderhandeling met de Provincie opnieuw praeadvies uit
te brengen."
De motie van den heer Huurman wordt voldoende onder
steund en maakt mitsdien een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Huurman. M. d. V. Ik heb de motie met opzet
aldus gesteld.
Indien ik voldeed aan het verzoek van den heer van der
Lip, en Burgemeester en Wethouders verzocht zich nader met
deze zaak bezig te houden, dan kan het misschien wel 1 of
2 jaren duren eer wij opnieuw praeadvies krijgen.
Men is aan het onderhandelen met de provincie. Blijkt dit
niet het gewenschte resultaat te hebben, dan komt de zaak
vanzelf aan de orde en onderwijl zijn wij in de gelegenheid
eventueel naar een ander terrein uit te zien.
De heer Eerdmans. M. d. V. Ik deel volkomen de opvatting,
dat het luxe zou zijn wanneer er op verschillende punten in
de stad speelterreinen zouden zijn; en toch, wanneer men
eenigszins zou willen voorzien in de behoefte aan speelter
reinen, dan zouden die er moeten zijn op zeer verschillende
punten van de stad. Immers, wij kunnen niet verwachten,
dat de kinderen van het eene gedeelte van de stad zouden
trekken naar een ver afgelegen terrein.
Nu is het gelukkig wanneer er enkele terreinen zijn, die
zich als het ware van zelf daartoe aanbieden en het zal bij
zonder goed zijn als Burgemeester en Wethouders slagen in
hun poging om dat stuk land aan het kanaal weder voor dit
doel ter beschikking te krijgen.
Ik zou nu willen vragen, of het niet mogelijk is dat som
mige van de terreinen, die bij de scholen liggen en niet zoo
veel gebruikt worden, open gesteld worden voor de kinderen
om door dezen in hun vrijen tijd als speelterrein te worden
gebruikt. Daar is toch frissche lucht.
Zoo is bijvoorbeeld bij de Plantsoenschool een heel terrein
waar de kinderen uit die buurt gelegenheid zouden hebben
hunne spelletjes te doen. Zoodoende zou men een niet kostbare
gelegenheid hebben waar de kinderen zich kunnen vermaken
binnen het gebied, dat op het oogenblik aan de stad behoort.
Aangezien de scholen over de geheele stad verspreid zijn, zou
dat voor een deel der kinderen een tegemoetkoming kunnen zijn.
Als wij deze zaak goed ter hand zouden willen nemen, dan
zou het de fmancieele kracht van de gemeente van het oogen
blik te boven gaan. Er is op het oogenblik geen denken aan
om 10 of 12 speelterreinen in te richtenin elk geval zonder
6 of 8 speelterreinen zijn wij zeker niet waar wij wezen willen.
Vandaar dat ik het boven besproken denkbeeld in over
weging geef, een denkbeeld waarvan ik zelf erken dat het
voor de kinderen niet zoo aanlokkelijk is, maar iets is toch
altijd beter dan niets.
Nu zoeken de kinderen het op straten en pleinen; bij toe
passing van mijn denkbeeld is er voor hen althans gelegenheid
om, als zij een spelletje willen doen, dat te doen in een af
geschoten ruimte.
Ik zou ook nog wiljen doen opmerken, dat een sportterrein
noodzakelijk moet hebben een bodem, die glad en gelijk is;
door zoo'n terrein tevens als speelterrein te laten gebruiken,
zou men het dus bederven. Het sportterrein zou onbruikbaar
worden en derhalve kan een sportterrein niet tevens als
speelterrein gebruikt worden.
Mevrouw van Itallie—van Embden. M. d. V. Ik wensch
nog iets te zeggen om aan te geven, dat de kosten der
speelterreinen zeer goed kunnen worden verminderd. Er is
gezegd, dat het absoluut noodzakelijk is, dat er bij het spelen
van de kinderen op die speelterreinen leiding komt, maar
dat acht ik geheel onnoodig. Ik herinner er bij voorbeeld aan,
dat op dat speelterreintje in het Kooiterrein ook geen leiding
is. Het is hierbij precies als in een huisgezin; men kan een
kleine kamer veel moeilijker ordelijk houden dan een groote.
Een klein terrein zou veel meer tot slechtheden aanleiding
kunnen geven dan een groot terrein. Wil men een vooi beeld
hoe een groot terrein in goeden staat wordt gehouden,
ofschoon de kinderen er zonder leiding spelen, dan wijs ik
op het strand en op de duinen. Verder wijs ik er op, dat op
het terrein aan hel kanaal de kinderen enkele jaren zonder
leiding hebben gespeeld zonder ongelukken te veroorzaken
noch voor de omwonenden noch voor hen zeiven, terwijl een
motorrijwiel één keer door de straten rijdend in veel te snelle
vaart vele ongelukken kan maken. Deze voorbeelden kunnen
aanleiding geven om het zonder leiding te probeeren, hetgeen
de kosten aanzienlijk zal verminderen.
De Voorzitter. Door Mevrouw van Itallie—van Embden
en den heer Sijtsma is ook een 'motie ingediend van den
volgenden inhoud
»De Raad, van oordeel, dat een of meer kinderspeelplaatsen